In juridische zin zijn de NMa-invallen strijdig met het subsidiariteits- en proportionaliteitsbeginsel, hetgeen zoveel wil zeggen als: om de vraag te beantwoorden of er dergelijke afspraken wel of niet bestaan is het binnenvallen bij de LHV niet logisch en/of noodzakelijk en bovendien buiten alle proporties. Er zijn minder zwaarwegende onderzoeken mogelijk om de waarheid boven tafel te krijgen. Het onlogische en disproportionele karakter van de NMa-invallen maakt waarschijnlijk dat de eerder genoemde meldingen door de NMa worden gebruikt om onderzoek te kunnen doen naar heel andere zaken. De mededingingsautoriteit zou bijvoorbeeld op zoek kunnen zijn naar bewijs voor prijsafspraken over M&I verrichtingen of ketenzorgcontracten.
Volgens het bestuur van VPHuisartsen heeft het er alle schijn van dat de NMa onder valse vlag een inval heeft gedaan in de burelen van de LHV. Indien deze veronderstelling juist blijkt, is dat een uiterst kwalijke zaak waardoor het vertrouwen van huisartsen in de centrale overheid ernstig wordt ondermijnd. De vraag is echter of we ooit te weten zullen komen waar de NMa naar op zoek is geweest bij de LHV…
VPHuisartsen – 20 april 2010