21 Januari 2019 vindt wederom een Woudschotenconferentie plaats, met als doel de herijking van de kernwaarden en kerntaken van de Nederlandse huisarts. Uitermate belangrijk en urgent in een snel wisselende werkomgeving.
Ik heb meegewerkt aan het visiedocument “Kernwaarden van de Nederlandse huisarts” uit 2011, van de Vereniging van Praktijkhoudende Huisartsen. De behoefte aan een herijking en herdefiniëring van kernwaarden als basis voor ons denken en handelen werd ook toen als noodzakelijk voor onze toekomst ervaren.
Wat naar mijn idee niet vergeten mag worden is om niet alleen de blik naar binnen te richten, maar ook de blik naar buiten: de wereld waar wij onze kernwaarden in willen uitdragen.
Concreet: kunnen wij in het huidige stelsel van “Gereguleerde Marktwerking” de uitkomsten van de conferentie ongehinderd uitvoeren? Het is uitermate zinvol om na te denken en te discussiëren, maar als we het vervolgens niet kunnen uitvoeren, heeft het voor de dagelijkse praktijk weinig toegevoegde waarde.
Laat mij een aantal punten benoemen:
Nog steeds wordt er grote waarde gehecht aan de artseneed. En terecht. In de eed beloven wij het belang van de patiënt steeds te laten prevaleren en de patiënt naar beste vermogen voor te lichten.
Er is nog steeds maatschappelijke consensus, dat dit een essentiële en basale voorwaarde is in het belang van ieder individu.
En dan nu de huidige praktijk: wij zetten op de internetsite van onze praktijk de informatie dat wij internetapotheken niet veilig achten. Op enig moment krijgen wij een brief van de NZa, dat onze HOED een ‘Aanmerkelijke Markt Macht’ vormt van 4 huisartsen. De vrije keuze van de patiënt zou door ons gehinderd worden. Wanneer de tekst niet van de website verdwijnt, kan dat heel vervelende consequenties en boetes tot gevolg hebben.
Ik stuur een reactie: “wat vindt u belangrijker: de artseneed of de marktregels?” Antwoord: “de informatie moet er af en als u vindt dat het niet veilig is, moet u dat maar aan de Inspectie melden”.
Conclusie: Onze eed is ondergeschikt aan marktregels. De naam Nederlandse Zorg Autoriteit is misleidend. Niet de zorg, maar de markt wordt gecontroleerd.
De hypothese die aan de basis ligt van het huidige stelsel is: door concurrentie komt als vanzelf de beste zorg voor de laagste prijs bovendrijven en zorgverzekeraars zijn in staat om hierop toe te zien.
Deze hypothese staat loodrecht op de ontwikkelingen van ons vak de laatste tientallen jaren: huisartsen zijn steeds meer gaan samenwerken om de toenemende hulpvraag en complexiteit het hoofd te bieden.
Concurrentie is een ontkenning van die realiteit, in de praktijk onuitvoerbaar en een bedreiging voor goede huisartsenzorg. Daarnaast weet iedereen dat zorgverzekeraars niet in staat zijn om op kwaliteit te sturen door een gemis aan essentiële, professionele kennis van de praktijk.
Conclusie: het stelsel is gebaseerd op een foute aanname.
Dan hebben we het politieke schaakspel waarbij de overheid steeds meer grip probeert te krijgen op de besluitvorming in beroepsgroepen en patiëntenorganisaties.
De Patiëntenfederatie Nederland wordt dermate zwaar gesubsidieerd door de overheid, dat we uit die hoek niet veel kritische geluiden hoeven te verwachten over het regeringsbeleid.
Bij de huisartsen hebben we InEen: een belangenvereniging van gezondheidscentra, huisartsenposten en zorggroepen.
De bestuursvoorzitter was van 2000 tot 2007 directeur van de brancheorganisatie Zorgverzekeraars Nederland. In 2007 werd hij lid van de raad van bestuur van zorgverzekeraar VGZ. In 2012 trad hij aan als voorzitter van de Vereniging Huisartsenposten Nederland. Niet bepaald iemand uit de beroepsgroep.
Deze vereniging begint zich ongevraagd steeds meer op te werpen als een belangenbehartiger van de nederlandse huisartsen, zonder te beschikken over enig mandaat van de beroepsgroep. Ze nemen zelfs deel aan de Woudschotenconferentie!
Conclusie: de overheid creëert een schijn-democratisch proces van besluitvorming om een dubieus stelsel overeind te houden.
Naar mijn overtuiging kunnen we in de toekomst alleen onafhankelijke, vrije huisartsen blijven, wanneer we afscheid nemen van ACM en NZa met hun beperkende, belemmerende regels. Dan kunnen we weer een gelijkwaardige onderhandelingspositie krijgen.
Patrick Albert, huisarts te Reuver
VPH- en LHV-lid
p.albert@cohesie.org
affirmanti incumbit probatio.
En dat doen ze niet op hun site. Beter is het te vermelden “dat uw huisarts niet kan instaan voor de veiligheid van medicijnen welke via internet(aphoteken) te bestellen zijn. Wij kunnen niet garanderen dat wat op de verpakking staat, er ook inzit”.
Dit artikel is super geschreven, ben wel happy deze blog te lezen. Dikke duim! TeeningaPalmen