Na de analyse van de meest recente versie van het Integraal Zorgakkoord (IZA) die wij op 12 augustus ontvingen, informeren wij u graag over de brief met breekpunten die wij samen met de LHV naar het ministerie hebben gestuurd. Deze nieuwste conceptversie van het IZA hebben we getoetst op de voorwaarden die we steeds gecommuniceerd hebben en daar zijn de volgende belangrijke breekpunten uit naar voren gekomen:
Concrete afspraken voor Meer Tijd voor de Patiënt ontbreken
Ondanks dat Meer tijd voor de patiënt (MTVP) duidelijk beschreven wordt, willen wij dat alle huisartsenpraktijken per 2023 in het contract met hun zorgverzekeraar een afspraak kunnen maken over meer tijd voor de patiënt én hiervoor daadwerkelijk de middelen krijgen. Op korte termijn moet de NZa-beleidsregel 2023 worden uitgebreid met een concrete prestatie MTVP. Huisartsen en hun organisaties in de regio hebben de concrete garantie nodig dat alle verzekeraars deze prestatie al in 2023 aanbieden.
In dit akkoord ontbreken de concrete en afdwingbare afspraken en wij hebben geleerd wat de vrijblijvendheid van het vorige Hoofdlijnenakkoord heeft opgeleverd.
Concrete afspraken over tarieven Actieplan ANW
Het actieplan ANW wordt wel specifiek benoemd maar cruciaal hierbij is dat de tarieven nu met de relevante partijen (VWS, NZa, InEen en ZN) snel moeten worden aangepast, per 1 januari 2023. In deze versie van het IZA is ons actieplan dus wel het uitgangspunt maar de afspraken over aanpassing en hoogte van het ANW-tarief moeten nog concreet gemaakt en/of uitgewerkt worden. LHV, VPH en InEen werken nog dit najaar de details uit voor de verdeling van ANW-diensten maar de concrete afspraken over de cruciale verhoogde en gedifferentieerde tarieven ontbreken in het akkoord en willen wij op korte termijn vastgelegd hebben. We willen niet in een discussie met de NZa of Zorgverzekeraars belanden welke nog tot ver in 2023 kan gaan duren.
Te grote rol voor de zorgverzekeraars
Zorgprofessionals zijn de aangewezen personen die, samen met de patiënt, kunnen vaststellen wat passende zorg is en in samenwerking met andere zorgverleners die passende zorg bieden. Daar horen ze erkenning en professionele autonomie voor te krijgen, in plaats van controle en wantrouwen. Huisartsen moeten een gelijkwaardiger positie krijgen bij de contractering.
In dit concept-IZA krijgen zorgverzekeraars een dominante rol, o.a. via het inkoopbeleid en extra sturingsmogelijkheden bij de contractering. Dit vinden wij de verkeerde beweging. In het hele IZA ligt de nadruk op verantwoorden en veel te weinig op vertrouwen. Dit levert extra administratieve en verantwoordingslasten op, terwijl beloofd was die lasten juist te verlichten.
Grote zorgen over afdwingbaarheid
Wij eisen concrete en afdwingbare afspraken. Hierover hebben wij grote zorgen. Het verleden heeft ons helaas geleerd dat vage afspraken niet tot resultaten leiden. De onderbesteding van het huisartsenkader (80 miljoen) die nu wordt aangehaald om het budget voor de huisartsenzorg naar beneden bij te stellen is daar een triest voorbeeld van.
Door de grote tijdsdruk is dit IZA op veel onderdelen nog onvoldoende concreet om de verschillende teksten werkelijk op hun impact te kunnen beoordelen. Bijvoorbeeld de toekenning van zogeheten transitiegelden volgens een nog te ontwikkelen beoordelingskader. Ook bevat het akkoord een lange lijst aan nog uit te werken zaken.
Wordt er wel of niet bezuinigd op de huisartsenzorg?
Al een aantal jaren is het jaarlijks beschikbare budget voor de huisartsenzorg niet uitgegeven, tot onze grote ontevredenheid. Wij verwijten de zorgverzekeraars dat zij het beschikbare budget voor onze sector deels op de plank laten liggen. Hoe is het te rijmen dat budget op de plank blijft liggen in een sector die op omvallen staat, terwijl de plannen voor verbetering van de sector er liggen en in het vorige hoofdlijnenakkoord ook zijn afgesproken.
Vanwege deze zogeheten onderbesteding stelt VWS het beschikbare budget nu naar beneden bij met 80 miljoen: van bijna 4,5 miljard naar ruim 4,4 miljard euro. We verzetten ons tegen die bijstelling naar beneden.
Daar staat tegenover dat de huisartsenzorg volgens het concept-IZA flink mag groeien. Voor de jaren 2023 tot en met 2026 stelt het IZA een groeipad van 2% in 2023 naar uiteindelijk 3,5% groei voor de huisartsenzorg in 2026 (totaal 1,2 miljard extra), dit percentage is niet eerder zo hoog geweest. Ook in vergelijking met andere zorgsectoren is dit hoog. Dit budget is bedoeld voor groei van de huisartsenzorg en nieuwe ontwikkelingen, daar bovenop komt nog compensatie van verwachte loon- en prijsstijgingen.
Conclusie
Op tekstueel niveau biedt deze nieuwste versie potentie. De bedoeling van het Integraal Zorgakkoord is dat goede zorg ook in de toekomst toegankelijk blijft voor iedere inwoner van Nederland. Dit vinden wij uiteraard heel belangrijk. Juist daarvoor voerden huisartsen door het hele land actie en kwamen naar het Malieveld. Het IZA moet juist daarom concrete en afdwingbare afspraken bevatten voor de urgente issues die spelen in de (huisartsen) zorg. We moeten er alles aan doen om de huisarts en zijn personeel aan boord te houden en daarmee voor iedereen een eigen huisarts in de buurt te garanderen. In deze nieuwste conceptversie vinden wij dit alles onvoldoende concreet terug, ondanks de financiële groeiruimte die de huisartsenzorg krijgt.
Het verdere proces
Alle onderhandelingspartijen leveren hun breekpunten aan. LHV en VPH hebben gezamenlijk per brief aan VWS laten weten dat zij zonder verbeteringen de handen van de huisartsen niet op elkaar krijgen voor dit akkoord en bovengenoemde breekpunten benoemd.
Op 24 augustus komen alle partijen bijeen voor een laatste onderhandelingsdag (volgens de huidige planning). Het ministerie van VWS maakt op basis van de ontvangen breekpunten en de onderhandelingsdag een definitieve tekst voor het Integraal Zorgakkoord. Alle onderhandelingspartijen ontvangen die en worden dan gevraagd te beslissen over het tekenen van het akkoord.
Als LHV en VPH betrekken we al onze leden bij deze beslissing. Hiervoor zetten we een ledenraadpleging uit van maandag 29 augustus tot en met zondag 4 september.
Met de uitslag van deze raadpleging besluiten we of we het uiteindelijke akkoord kunnen gaan ondertekenen.