Dagzorg: huisartsen(basis)zorg overdag, vanuit de eigen praktijklocatie, voor eigen patiënten.
ANW-zorg: acute (huisartsen)zorg tijdens avond, nacht, weekend en feestdagen, vanuit de huisartsenpost, voor ieder binnen een bepaalde regio die om deze spoedzorg vraagt.
ONTKOPPELING
1. Wat wordt met ontkoppeling van dag- en ANW-zorg bedoeld?
Met ontkoppeling wordt bedoeld dat de huisartsgeneeskundige basiszorg overdag en de ANW-zorg niet langer standaard, als een permanent 7 x 24-uurs zorgaanbod, gekoppeld gecontracteerd worden.
2. Is huisartsenzorg overdag en in ANW-diensten dezelfde huisartsenzorg?
De reguliere basiszorg overdag kenmerkt zich door persoonlijke, contextgerichte, continue (levensloop) huisartsenzorg dicht in de buurt van de patiënt. Deze authentieke professionele kernwaarden zijn volgens veel huisartsen in de grootschalige ANW-zorg veel minder aanwezig.
De ANW-zorg in huisartsenposten betreft in principe medische spoedzorg en is niet alleen beschikbaar voor ‘eigen patiënten’ maar voor alle regionale hulpvragers. Ook steeds meer voor bewoners van allerlei zorginstellingen en voor gedetineerden. De huisarts is overigens uitstekend gekwalificeerd om deze spoedzorg te leveren.
3. Huisartsenzorg overdag en ANW-zorg horen organisatorisch toch bij elkaar?
De huisartsgeneeskundige basiszorg overdag wordt aangeboden onder verantwoordelijkheid van de huisarts aan zijn/haar eigen patiënten. De ANW-zorg wordt (veelal) vanuit grootschalige locaties op afstand aangeboden door onbekende hulpverleners, aan onbekende patiënten en georganiseerd onder verantwoordelijkheid van een zelfstandige zorginstelling [HDS]. Deze is onderworpen aan eigen regelgeving met een daarbij behorende overhead. Bij wetgeving is de positie van de huisarts in de organisatie van de HDS steeds vaker en verder teruggedrongen en overgenomen door managers, directeuren en bestuurders van buiten. Juridisch, organisatorisch, qua financiering en verantwoordelijkheidsverdeling, zijn basiszorg overdag en ANW-zorg onderscheiden en zelfstandige entiteiten ook al werken er huisartsen op beide plekken.
4. Is ontkoppeling het einde van de individuele 24-uurs zorgplicht voor praktijkhouders?
Ja, maar feitelijk is daar al 5 jaar lang, sinds de introductie van de zorgverzekeringswet (ZVW) in 2006, sprake van. Formeel hebben zorgverzekeraars sindsdien een 7 x 24-uurs zorgplicht waarbij zij in voldoende mate huisartsgeneeskundige basiszorg en spoedzorg moeten contracteren voor hun verzekerden.
Overigens heeft er nooit een wettelijke, individuele 24-uurs zorgplicht voor huisartsen bestaan. Wel stelde de beroepsgroep in de jaren vijftig (Woudschoten) als norm dat huisartsenzorg 24 uur per dag beschikbaar zou moeten zijn. De LHV definieerde in 2004 opnieuw de huisartsenzorg als 24-uurs zorg en dirigeerde de uitvoering van dit zelf verkozen 24-uurs zorgaanbod, naar een deel van de huisartsen, namelijk de praktijkhouders. De verzekeraars konden zo, zonder onderhandeling over leveringsvoorwaarden, zowel de basiszorg overdag als de ANW-zorg in één contract bij individuele huisartsen-praktijkhouders inkopen.
5. Is de huisarts dan niet wettelijk verplicht om 24 uur per dag huisartsenzorg te leveren?
Neen, er is géén wettelijke verplichting voor een huisarts-praktijkhouder of andere praktiserende huisarts, tot het leveren van 24-uurs zorg (zie 4). Tenzij hij/zij zelf een contract heeft ondertekend waarin de levering van deze zorg met de zorgverzekeraar is overeengekomen. Hidha’s en waarnemers kennen in het geheel geen leveringsplicht jegens verzekeraars. Wel bestaat er een algemene eis voor herregistratie vanuit het CHVG, om jaarlijks gemiddeld 50 uur ANW-dienst te verrichten. Ondanks de gewijzigde regels sinds de invoering van de ZVW, denken veel patiënten nog dat de organisatie van de ANW-zorg primair de verantwoordelijkheid is van hun eigen huisarts of huisartsengroep. Ook veel huisartsen denken dit!
6. ANW-zorg hoort toch bij het huisartsenvak? Dat weet je van te voren, als je dat vak kiest!
Zo hebben velen er traditioneel inderdaad tientallen jaren over gedacht. Echter, opvattingen van burgers over ‘recht op zorg’ en zorgconsumptie, het propageren van 24-uurs zorgservice door de overheid, taakuitbreidingen in de reguliere dagzorg, feminisering van het huisartsenvak en het parttime werken weerspiegelen maatschappelijke ontwikkelingen die niet kunnen worden genegeerd en die van invloed zijn op de traditionele opvattingen over het aanbod en gebruik van zorg.
De huisarts zal zich, bij een werkweek van gemiddeld 58.6 uur in een normpraktijk, moeten beraden hoe zijn/haar kerntaak, namelijk de basiszorg overdag in eigen praktijk, uitgevoerd kan blijven worden en hoe hij/zij daarbij ook nog gezond blijft.
De meest recente ontwikkeling die een rol speelt in de discussie over de ANW-zorg, is de korting van 22 miljoen ten laste van de huisartsen-praktijkhouders. Teruggevorderd (‘geredresseerd’) omdat het door VWS geplande budget voor de ANW-zorg werd overschreden. De praktijkhouder is daarmee niet alleen zorgaanbieder maar tegelijkertijd risicodrager geworden voor HDS-zorginstellingen en zorgverzekeraars!
Dat je bij je studiekeuze geïnformeerd bent over het huisartsenvak en weet hebt van de mogelijke dienstbelasting, is evident. Dat je vervolgens kortere of langere tijd verplicht wordt om te voldoen aan een door de beroepsgroep zelf opgelegde gedragsnorm die voorbij gaat aan allerlei ontwikkelingen binnen en buiten de huisartsgeneeskundige zorg, wordt door velen als ridicuul en onacceptabel beoordeeld.
7. Geldt op dit moment de leveringsplicht van 24 uurs zorg voor alle huisartsen?
Neen, ook al nam de LHV-Ledenraad namens ‘alle huisartsen’ het besluit over 7 x 24-uurs zorgplicht. Alleen praktijkhouders zijn met de uitvoering belast via contracten met verzekeraars en HDSsen. Hidha’s komen gewoonlijk met hun werkgever een bepaalde dienstbelasting overeen. Waarnemers zijn geheel vrij om ervoor te kiezen al dan niet ANW-zorg te leveren.
8. Hoeveel huisartsen zijn voorstander van ontkoppeling?
In 2010 is 63% van de huisartsen-praktijkhouders voorstander van ontkoppeling. Ook onder hidha’s en waarnemers is een meerderheid vóór. [ANW-enquête HuisartsVandaag i.s.m. VPHuisartsen)
9. Waarom zijn zoveel huisartsen-praktijkhouders voorstander van ontkoppeling?
In de genoemde enquête noemden de huisartsen als belangrijkste redenen:
- Toenemende werklast van de ANW-diensten naast de reguliere dagzorg (81.3%)
- Hoogte van het ANW-honorarium (76.1%)
- Ontbreken van onderhandelingsruimte met verzekeraars (64.6%)
- ANW-zorg is geen authentieke huisartsenzorg meer (50,5%)
10. Heeft de totale beroepsgroep zich ooit uitgesproken over de instelling van een individuele 24-uurs zorgplicht voor praktijkhouders?
Neen, de besluitvorming heeft plaatsgevonden in 2004, in de kring van afgevaardigden in de Ledenraad van de LHV. Dit gebeurde op basis van een enquête onder LHV-leden waarin de 24-uurs zorg als gebruikelijke (huisartsen)zorg werd gedefinieerd. In 2008 sprak de LHV-ledenraad zich opnieuw uit voor handhaving van de 7 x 24-uurs zorgplicht voor huisartsen(praktijkhouders).
Uit representatief onderzoek over de ANW-zorg door HuisartsVandaag en VPHuisartsen in 2010, wordt duidelijk wat de huidige visie is van huisartsen op de 24-uurs zorgplicht.
11. Is de LHV de officiële vertegenwoordiger van alle in Nederland werkende huisartsen?
Neen, al wordt dit wel door velen aangenomen. Onze beroepsorganisaties zoals LHV, NHG alsook VPHuisartsen, zijn sinds de invoering van de ZVW geen formele vertegenwoordiger of onderhandelingspartij (meer). Noch voor VWS, noch voor de NZa of zorgverzekeraars. Wanneer overleg met partijen of individuen uit het veld door beleidsmakers opportuun geacht wordt, wordt dit min of meer ad hoc georganiseerd. Vaak wordt de LHV dan gevraagd gezien aard en omvang van haar ledenbestand en de historische positie als vertegenwoordiger van de beroepsgroep. In andere situaties kan een uitnodiging gaan naar LVG, NHG, VHN of VPHuisartsen. Maar ook individuele huisartsen of regionale groepen kunnen uitgenodigd worden of zichzelf presenteren voor overleg met VWS, NZa of verzekeraars. Dit alles zonder wettelijk vastgelegde status als vertegenwoordiger of onderhandelaar, laat staan als partij met beslissingsbevoegdheid.
12. Heeft de LHV het recht een 24-uurs zorgplicht op te leggen aan praktijkhouders, wel of geen LHV-lid?
Neen. Er bestaat, zoals gezegd, geen wettelijke basis voor een individuele 24-uurs zorgplicht. De LHV kan die ook niet opleggen aan de Nederlandse huisartsen. Wel kan een vereniging tot bepaalde gedragsregels voor zijn leden besluiten. Tot 2006 was de LHV de formele spreekbuis namens de gehele beroepsgroep. Als zodanig kon een dergelijk besluit juridisch gezien een normstellende betekenis krijgen: huisartsen werden geacht zich aan dergelijke professionele normen te houden. Maar wanneer de beroepsgroep ook door andere organisaties wordt vertegenwoordigd, komt ook deze officieuze, normstellende rol van de LHV ter discussie te staan. Nu een deel van de beroepsgroep cq. huisartsen-praktijkhouders zich heeft verenigd in een zelfstandige beroepsorganisatie, zijn er dus onderscheiden woordvoerders namens (delen van) de beroepsgroep.
OVERHEID EN ZORGCONSUMPTIE
13. Overdag reguliere basiszorg en ’s avonds aansluitend ANW-zorg leveren, is dat wel veilig?
Praktijkhouders hebben per normpraktijk, exclusief ANW-diensten, een gemiddelde werklast van 58.6 u per week. Men kan zich afvragen wat het betekent voor de patiëntveiligheid dat na een praktijkdag een ANW-dienst volgt (gem. 220-250 diensturen per jaar) met daardoor meer dan 15 uur aaneengesloten intensieve arbeid. Nog los van wat dit betekent voor het welzijn van de dienstdoende praktijkhouder wiens praktijk na de ANW-dienst ’s ochtends gewoon weer verder gaat.
14. Bestaat er van overheidswege controle op het overschrijden van maximum werktijden bij huisartsen?
De Arbeidstijdenwet uit 2007 is wel van toepassing op huisartsen in (CAO-)loondienst maar niet op vrijgevestigde praktijkhouders. Deze laatsten worden gezien als zelfstandige ondernemers die voor eigen winst en risico hun praktijk voeren en zelf hun werktijden bepalen.
Wel is er toezicht van IGZ maar dit beperkt zich tot die situaties waarin achteraf blijkt dat een huisarts in de zorg tegenover patiënten tekort is geschoten, zoals soms voorkomt bij oververmoeidheid van de zorgverlener.
15. Is de overheid van plan om de dienstbelasting en de arbeidstijden van huisartsen in de ANW-zorg in de toekomst te begrenzen?
Daarover zijn geen plannen bekend. Wel zal het beleid van VWS, mede op grond van de adviezen van NZa, RVZ en NPCF tot een voorspelbare stijging van de zorgconsumptie in de ANW-zorg kunnen leiden en daardoor tot een verzwaring van de werk- en dienstbelasting van huisartsen Dit doet zich eveneens voor bij integratie van HAP en SEH-afdelingen.
16. Wordt de visie om de consumptie van ANW-zorg te beperken tot echte medische spoedhulp, onderschreven door beleidsmakers?
In elk geval niet door de Raad voor Volksgezondheid & Zorg. Dit adviescollege is van mening dat
“patiënten op de huisartsenpost altijd een fysiek consult met een arts of verpleegkundige kunnen krijgen, ongeacht de zorgvraag”, aldus psycholoog Pieter Vos, algemeen secretaris van de RVZ.
“De HAP moet zijn deuren meer openen voor de patiëntenstroom die nu bij weigering doorrijdt naar de SEH. Vaak zijn dit patiënten bij wie klachten in de ANW-uren opspelen door sociale omstandigheden”.
Kennelijk is de RVZ van opvatting dat noch zorgkosten noch beschikbaarheid en bereidheid van professionals om zich in te zetten voor ANW-zorg, er toe doen.
17. Heeft de RVZ nog meer opvattingen of adviezen over de huisartsen en hun rol in de spoedhulp?
In het recente RVZ rapport ‘Medisch-specialistische zorg in 20/20’ wordt geadviseerd de helft van de SEH-afdelingen van ziekenhuizen te sluiten. De huisartsenposten kunnen dan de spoedhulp overnemen. Met daarbij een addertje onder het gras: om in elk geval de garantie te hebben dat er voor de spoedhulp voldoende aanvoer van huisartsen(?) beschikbaar is, zou de spoedhulp tot het verplichte takenpakket van een gezondheidscentrum (c.q. HAP) moeten behoren. Nog maar een kleine stap verwijderd van een wettelijke 7 x 24-uurs zorgplicht voor praktijkhouders.
“Om een multi-level spoedeisende hulp te realiseren, moet de SEH-functie van ziekenhuizen onder de werking van een wettelijke regeling worden gebracht. In deze regeling worden gebiedsindeling, regiobudget, prestatiecriteria en zorgstandaard geregeld. Alleen grote (dus algemene) ziekenhuizen en UMC’s beschikken over een SEH-afdeling. Per regio is één grote SEH voldoende. De zorgaanbieders in een SEH-netwerk verdelen de taken binnen de multi-level spoedeisende hulp op basis van een protocol met wettelijke status. Spoedhulp (niet zijnde de klinische SEH) behoort tot het verplicht takenpakket van een gezondheidscentrum (cq. HAP) en wordt op reguliere wijze ingekocht door zorgverzekeraars”.
http://www.rvz.net/pers/bericht/nederland-kan-toe-met-minder-ziekenhuizen-en-helft-aantal-sehs
18. Wat zijn de opvattingen van de NZa over de rol van de huisarts in de ANW-zorg?
In het NZa rapport “Meer ruimte voor samenwerking in de acute zorg” worden de tarieven voor acute zorg en niet-acute zorg gelijkgeschakeld omdat het voor de NZa niet mogelijk is ‘acuut’ van ‘niet-acuut’ te onderscheiden: Acute zorg heeft dan betrekking op elke hulpvraag en zorgaanbod buiten kantooruren.
“De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) adviseert de minister om de bekostiging van de acute generalistische zorg voor huisartsen, Huisartsendienstenstructuren (HDS) en spoedeisende hulp te vereenvoudigen om de zorg doelmatiger en meer patiëntgericht te maken. Zo kan het onderscheid in tarief tussen acute en niet-acute zorg vervallen en komt er een uniform tarief voor beschikbaarheid buiten kantooruren……”
http://www.nza.nl/publicaties/nieuws/Za-bekostiging-acute-zorg-moet-eenvoudiger/
En als addertje maar nu boven het gras, geeft de NZa de minister van VWS het advies huisartsen een wettelijke 24-uurs zorgplicht op te leggen. Die ontbreekt nu en dat moet alsnog veranderen, vindt de NZa. (Zie de Uitvoeringstoets blz 30.)
Hiermee wordt overigens opnieuw bevestigd dat de huidige individuele 7 x 24 uurs zorgplicht voor praktijkhouders, anders dan velen in LHV en VHN altijd gemeend hebben, geen wettelijke basis heeft.
“Om te garanderen dat huisartsen 24/7 zorg blijven leveren, wordt verder geadviseerd om de huidige veldnorm van 24/7 huisartsenzorgverlening wettelijk te verankeren. In deze wettelijke verankering zou moeten worden bepaald wanneer/onder welke omstandigheden een huisarts aan de 24/7 zorgplicht voldoet….”
Zie verder: ‘Huisartsgeneeskunde in het nieuwe zorgstelsel’ van Anton Maes, blz. 110-115
TOEKOMSTIGE ANW-ZORG
19. Wat stelt VPHuisartsen voor de individuele 24-uurs zorgplicht in de plaats?
De huisartsgeneeskundige basiszorg overdag aan eigen patiënten wordt voortaan gedefinieerd als zijnde de gebruikelijke zorg zoals die door huisartsen (of waarnemers) geleverd wordt.
De toekomstige ANW-zorg wordt gedefinieerd als ‘Eerstelijns Spoedhulp’ [ESH] die buiten kantooruren geleverd wordt vanuit klein- of grootschalige ESH-posten, onder verantwoordelijkheid van zelfstandige ESH-zorginstellingen (de huidige HDSsen/KDSsen). Onder deze (al of niet geïntegreerde) ESH-posten kunnen in de toekomst mogelijk ook de spoedeisende hulpvragen vanuit de GGZ, het AMW en de verloskundige zorg vallen. De ESH-post of ESH-zorginstelling contracteert zelf de professionals die het nodig heeft voor het bieden van eerstelijns ANW-spoedhulp. Naast NP’s, specialistische verpleegkundigen en ondersteunend personeel zijn dat huisartsen, gespecialiseerde spoedartsen en wellicht andere disciplines. Om aan hun zorgplicht te voldoen kunnen zorgverzekeraars deze zorg vervolgens bij de ESH-zorginstelling inkopen.
20. Waar is de verwachting dat na ontkoppeling voldoende huisartsen beschikbaar zullen zijn voor het verrichten van ANW-diensten op gebaseerd?
Uit de eerder genoemde ANW-enquête blijkt slechts 4.2% van de huisartsen na ontkoppeling géén diensten meer te willen doen. Een meerderheid is dat wel van plan, mede afhankelijk van de te maken contractuele afspraken. In Denemarken waar de ANW-diensten eveneens facultatief zijn, bestaan geen capaciteitsproblemen voor de eerstelijns spoedhulp.
VPHuisartsen vertrouwt erop dat huisartsen zich, als professionals bij uitstek, beschikbaar zullen blijven stellen voor eerstelijns spoedhulp buiten kantooruren. Ook zonder individuele 24-uurs zorglicht.
Wel dienen er effectieve maatregelen genomen te worden om ongepaste zorgconsumptie, die leidt tot hogere werk- en dienstbelasting, te verminderen. De arbeidsvoorwaarden voor dienstdoende huisartsen dienen grondig verbeterd te worden en het risicodragerschap, bij overschrijding van het macro-ANW-zorgbudget door stijging van de zorgvraag, moet definitief van tafel.
21. Is VPHuisartsen niet bang dat de ANW-zorg totaal zal versnipperen en dat huisartsen hun positie en invloed op de organisatie en de continuïteit van de zorg na ontkoppeling zullen verliezen, zoals in delen van Engeland gebeurde toen huisartsen zich terugtrokken uit de ANW-zorg?
Neen, in ons land hebben de huisartsen de afgelopen 10 jaar immers zelf de ANW-zorg gereorganiseerd. Zij hebben de HDSsen vorm en inhoud gegeven. Die HDSsen leveren goede kwaliteit van zorg. Zij zijn nu volwassen en moeten in staat geacht worden de ANW-zorg te continueren, de kwaliteit verder te versterken en zorg te dragen voor een veilige uitwisseling van waarneemberichten.
Uit de ANW-enquête blijkt dat bij huisartsen voldoende professionele motivatie aanwezig is om diensten te blijven leveren. Dat er over de voorwaarden onderhandeld kan worden maakt de kans van slagen en de bereidheid om medeverantwoordelijkheid te blijven dragen, alleen maar groter. Dat participatie van huisartsen in het bestuur van ESH-zorginstellingen beter kan worden gestimuleerd dan wettelijk onmogelijk gemaakt, is evident.
In Engeland zijn de ontwikkelingen rondom de ontkoppeling in 2004 nogal abrupt verlopen. De organisatie van de ANW-zorg is anders dan in ons land met gevestigde regionale zorginstellingen en één landelijke koepelorganisatie, door diverse (deels commerciële) organisaties overgenomen en gereorganiseerd. De situatie daar en hier is daardoor slecht of niet vergelijkbaar.
Het gevaar van versnippering van onze generalistische huisartsenzorg, loert wel om de hoek. De invoering van de markt met concurrerende in plaats van samenwerkende professionals, de ziektegerichte aanbesteding van chronische ketenzorg en de door minister Schippers van VWS bejubelde introductie van SOS-artsen,vormen in deze een reëel gevaar voor zorgversnippering en voor het verlies van de coördinerende poortwachtersrol van de huisarts, in het continue zorgproces van patiënten.
22. Lopen huisartsen het risico dat na ontkoppeling hun norminkomen (voor het basiszorgaanbod) verlaagd zal worden?
In 2002 is het inkomensdeel voor de ANW-diensten reeds uit hun vergoeding gehaald om daarna de ANW diensten apart te kunnen honoreren. In de politiek kan alles, zelfs het meest onredelijke is mogelijk: zie de opgelegde kortingen voor de komende jaren. Maar wanneer het norminkomen voor de tweede maal voor dezelfde kostenpost/prestatie wordt gekort, is sprake van onrechtmatigheid dan wel onbehoorlijk bestuur. VPHuisartsen zal in dat geval zeker nagaan op welke wijze een dergelijke korting juridisch kan worden aangevochten. Vrees voor politieke trucs mag echter niet leiden tot een defensieve opstelling onzerzijds.
23. De kosten van budgettaire overschrijding van de ANW-zorg, veroorzaakt door de hogere zorgconsumptie, wordt niet teruggevorderd bij de veroorzakers van de hogere zorgkosten, de zorggebruikers, maar bij de zorgaanbieders.
Ja, dat klopt. De praktijkhouders moeten van mevrouw Schippers en de Kamer de rekening betalen van rond de 22 miljoen euro(?), voor de extra ANW-zorg die is geleverd. Kennelijk durft de politiek hier niet de zorggebruikers op aan te spreken. Het is alsof je bij de bakker een extra appeltaart koopt en die vervolgens door de bakker zelf laat betalen. Onrechtmatig en onfatsoenlijk en juridisch aanvechtbaar. Tevens een dwingende reden om onszelf als huisarts-praktijkhouder niet langer op te stellen als risicodrager van ANW-zorg door te blijven vasthouden aan onze vermeende 24-uurs zorgplicht.
DE PATIËNT/VERZEKERDE
24. Wat merken patiënten van het beëindigen van de individuele 24-uurs zorgplicht door huisartsen-praktijkhouders?
Patiënten zullen aanvankelijk weinig merken. De huidige HDSsen/KDSsen, met wellicht een andere naam, geven dezelfde medische zorg vanuit dezelfde locaties. Wel is het mogelijk dat het accent de komende jaren meer gelegd zal gaan worden op echte spoedeisende hulp. Invoering van een eigen bijdrage voor ANW-zorg in dit verband, is al enige tijd in discussie en wordt ook in Den Haag overwogen.
Op dit moment bestaat 80% van de hulpvragen medisch gezien uit niet-spoedeisende hulpvragen. De kosten voor een consult zijn een factor 8-10 hoger in ANW-zorg dan overdag. De laatste 3 jaar zijn de kosten voor ANW-zorg jaarlijks met gemiddeld 20 miljoen gestegen [2008 208 milj.-2011 268 milj. CVZ]. Het lijkt aannemelijk dat de overheid maatregelen zal nemen tegen de overmatige zorgconsumptie veroorzaakt door de drempelloze toegang tot de ANW-zorg. De minister van VWS doet er dan tevens goed aan haar propaganda voor een 24-uurs zorgservice (alles, op elk moment, voor iedereen………) te stoppen niet in de laatste plaats omdat de financiële middelen en de beschikbaarheid van zorgaanbieders, begrensd zijn.
Wellicht dat na ontkoppeling sommige huisartsen ervoor kiezen minder diensten te doen om zo de realisatie van een avondspreekuur voor hun patiënten mogelijk te maken.
25. Zal ontkoppeling invloed hebben op de zorg voor chronisch zieken en terminale patiënten uit de eigen (waarneem)praktijk?
Het staat de huisarts-praktijkhouder en Hagro vrij deze zorg zelf te blijven geven. Maar het is mogelijk dat huisartsen hiervoor meer ruimte buiten kantooruren zullen vrijmaken, door minder ANW-diensten te doen, ten behoeve van intensieve zorgpatiënten uit eigen (waarneem)praktijk. Overigens wordt op dit moment door een meerderheid van de praktijkhouders deze zorg al geboden, zonder verdere inbreng van de huisartsenpost. Soms worden ook concrete afspraken gemaakt met de huisartsenpost over de zorgdossiers, de bereikbaarheid en beschikbaarheid van de eigen huisarts voor deze patiëntengroepen. Meer ruimte en gelegenheid om als eigen huisarts beschikbaar te zijn, zal de continuïteit en kwaliteit van deze zorg verhogen en is overeenkomstig onze professionele kernwaarden.
ANW-enquête HuisartsVandaag i.s.m. VPHuisartsen najaar 2010
I Feiten en getallen: werklast in ANW-diensten:
II.I Werklast, marktwerking en zorgconsumentisme
II.II Organisatie en beleid van HDS en KDS:
II.III Randvoorwaarden toekomstige ANW-zorg
II.IV Beroepsorganisaties en ANW-zorg
II.V Kenmerken deelnemers, representativiteit en reacties
http://huisartsvandaag.nl/nieuws/17/Lezersresearch/19257/Uitkomsten-ANW-enquête-deel-II-zijn-representatief-voor-Nederlandse-huisartsen
12.11.11/hansn