ANW

De Arbeidstijdenwet uit 2007 is wel van toepassing op huisartsen in (CAO-)loondienst maar niet op vrijgevestigde praktijkhouders. Deze laatsten worden gezien als zelfstandige ondernemers die voor eigen winst en risico hun praktijk voeren en zelf hun werktijden bepalen.

Wel is er toezicht van IGZ maar dit beperkt zich tot die situaties waarin achteraf blijkt dat een huisarts in de zorg tegenover patiënten tekort is geschoten, zoals soms voorkomt bij oververmoeidheid van de zorgverlener.

In 2002 is het inkomensdeel voor de ANW-diensten reeds uit hun vergoeding gehaald om daarna de ANW diensten apart te kunnen honoreren. In de politiek kan alles, zelfs het meest onredelijke is mogelijk: zie de opgelegde kortingen de afgelopen jaren en de uitspraak van de rechter dat er in het inschrijftarief tóch een gedeelte is verdisconteerd voor het borgen van de ANW zorg, iets waartegen VPH zich tevergeefs fel heeft verzet.

Maar wanneer het norminkomen voor de tweede maal voor dezelfde kostenpost/prestatie wordt gekort, is sprake van onrechtmatigheid dan wel onbehoorlijk bestuur. VPHuisartsen zal in dat geval zeker nagaan op welke wijze een dergelijke korting juridisch kan worden aangevochten. Vrees voor politieke trucs mag echter niet leiden tot een defensieve opstelling onzerzijds.

Uit een eerdere ANW-enquête van HuisartsVandaag ism VPHuisartsen bleek slechts 4.2% van de huisartsen na ontkoppeling géén diensten meer te willen doen. Een meerderheid is dat wel van plan, mede afhankelijk van de te maken contractuele afspraken. In Denemarken waar de ANW-diensten eveneens facultatief zijn, bestaan geen capaciteitsproblemen voor de eerstelijns spoedhulp.

VPHuisartsen vertrouwt erop dat huisartsen zich, als professionals bij uitstek, beschikbaar zullen blijven stellen voor eerstelijns spoedhulp buiten kantooruren. Ook zonder individuele 24-uurs zorglicht.

Wel dienen er effectieve maatregelen genomen te worden om ongepaste zorgconsumptie, die leidt tot hogere werk- en dienstbelasting, te verminderen. De arbeidsvoorwaarden voor dienstdoende huisartsen dienen grondig verbeterd te worden en het risicodragerschap, bij overschrijding van het macro-ANW-zorgbudget door stijging van de zorgvraag, moet definitief van tafel. Tevens moet de verantwoordelijkheid voor de invulling van de ANW diensten niet alleen bij praktijkhouders liggen, maar dient samen met waarnemend huisartsen gekeken te worden hoe aan deze verantwoordelijkheid gezamenlijk invulling kan worden gegeven.

Met ontkoppeling wordt bedoeld dat de huisartsgeneeskundige basiszorg overdag en de ANW-zorg niet langer standaard, als een permanent 7 x 24-uurs zorgaanbod, gekoppeld gecontracteerd worden.

OPEN

Cliënten hebben recht op kosteloze inzage in hun medisch dossier. Dit volgt zowel uit de Algemene Verordening Persoonsgegevens (AVG) als de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO). Cliënten hebben ook recht op een kosteloos afschrift van hun medisch dossier. Indien een cliënt inzage in en een afschrift van zijn of haar medisch dossier wenst, zal hij of zij dit moeten opvragen bij de desbetreffende zorgaanbieder. Vervolgens zal er – doorgaans – een afspraak moeten worden gemaakt (in de praktijk, instelling of het ziekenhuis) om de inzage te realiseren en/of een afschrift af te geven. Het feit dat een cliënt een verzoek moet indienen voor inzage in en afschrift van het fysieke medisch dossier, blijkt in praktijk vaak een hoge drempel om daadwerkelijk gebruik te maken van deze mogelijkheid.

Op 1 juli 2020 treedt het overige deel van de Wabvpz in werking, waaronder ook het recht van cliënten op elektronische inzage in en afschrift van het medisch dossier. De achterliggende gedachte van deze nieuwe verplichting is dat de autonomie van cliënten steeds belangrijker wordt. Van informed consent wordt overgestapt op shared decision making. In een dergelijk systeem is het passend dat de cliënt te allen tijde – al dan niet online – toegang heeft tot zijn of haar eigen medische gegevens. Immers, een goed geïnformeerde cliënt heeft meer inzicht in zijn of haar eigen gezondheid en kan daarnaast (meer) regie nemen ten aanzien van de behandelmogelijkheden en/of therapieën, zo is de gedachte. Door daarnaast volledige transparantie te bieden, zal het vertrouwen richting de zorgaanbieder toenemen.

Het recht houdt in dat, indien een cliënt hierom verzoekt, deze het recht heeft om inzage te verkrijgen in en afschrift van het medisch dossier langs elektronische weg. Dit hoeft niet per definitie via internet plaats te vinden.

Portaal
Het dossier wordt beheerd door de huisarts.
Inzage bij één zorgverlener (de huisarts).
Patiënt heeft geen keuzevrijheid.
Geeft geen mogelijkheid om informatie te delen met derden.
Afspraken en herhaalmedicatie mogelijk.
PGO
Een ‘eigen dossier’ dat de patiënt zelf beheert (bijv. als app op de mobiele telefoon).
Inzage bij meerdere zorgverleners, de patiënt bepaalt welke zorgverlener.
De patiënt bepaalt zelf welk PGO hij kiest (inmiddels zijn er meer dan 30 PGO’s beschikbaar).
Geeft wel de mogelijkheid om informatie te delen met derden.
Afspraken en herhaalmedicatie nog niet mogelijk.
Op verschillende manieren kan online inzage worden geboden: via een portaal en via een PGO. 

Met OPEN geeft u uw patiënten online toegang tot hun medische gegevens via een patiëntenportaal of een persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO). Om aan de OPEN-voorwaarden te voldoen moet uw HIS altijd gegevens kunnen ontsluiten naar een PGO. U kunt ervoor kiezen om uw patiënten ook online toegang te geven via een patiëntenportaal. Wat betreft het voldoen aan de wettelijke verplichtingen wordt u ondersteund via het OPEN Programma.

De meeste regionale coalities OPEN raden haar huisartsen aan om online inzage met een patiëntportaal te realiseren. Dit portaal wordt gekoppeld aan uw huisartsinformatiesysteem (HIS) en bestaat uit een website en/of app waartoe de patiënt toegang krijgt om zijn medische gegevens in te zien (en eventuele andere functionaliteiten zoals eAfspraken of eHerhaalrecepten).

Afspraken met HIS-leveranciers

Met vrijwel alle HIS-leveranciers zijn er afspraken gemaakt over de implementatie van een patiëntportaal en de bijbehorende kosten. U kunt dat als huisarts individueel regelen, of via een mantelovereenkomst via uw lokale zorggroep. Wanneer u reeds gebruik maakte van een patiëntenportaal, verandert er voor u eigenlijk niets. Uw HIS leverancier is wel gerechtigd om voor de aanvullende faciliteit van de PGO koppeling een kleine bijdrage in beheers- en onderhoudskosten aan u door te berekenen.

Gebruikt u Medicom?

Maakt u gebruik van Medicom van Pharmapartners? Dan is de enige optie voor een patiëntportaal: MijnGezondheid.net met de bijbehorende app MedGemak. U bent daarbij wel vrij om te kiezen voor de module die het beste bij u en uw praktijk past. U kunt ook hier kiezen om geen patiëntenportaal af te nemen, maar alleen gebruik te maken van de PGO mogelijkheden. Pharmapartners is wel gerechtigd om voor de aanvullende faciliteit van de PGO koppeling een kleine bijdrage in beheers- en onderhoudskosten aan u door te berekenen.

Een Dienstverlener Zorgaanbieder (DVZA) is nodig voor het veilig kunnen uitwisselen van gegevens tussen een huisartsinformatiesysteem (HIS) en een Persoonlijke Gezondheids Omgeving (PGO), of bijvoorbeeld een ander datasysteem. De DVZA zorgt voor de ‘stekker’ aan de HIS-zijde. Aan een DVZA worden eisen gesteld. Deze zijn opgenomen in het Medmij-afsprakenstelsel. Medmij toetst of een DVZA voldoet aan de eisen.

Als u deelneemt aan het OPEN-programma moet uw praktijk uiterlijk 1 juli 2021 beschikken over een werkende PGO-aansluiting op het HIS.

HIS-leveranciers kunnen kiezen om zelf een DVZA te bouwen (zoals CGM, Microhis en Tertrahis dat doen) of om een overeenkomst te sluiten met een DVZA-leverancier. Promedico ASP en VDF, Transhis, HIX en Omnihis kozen voor LSP+ van VZVZ als DVZA. Medicom heeft gekozen voor HINQ. HINQ biedt naast de DVZA-functie ook nog andere diensten aan zoals de Zorgnetwerkomgeving (ZNO). Voor de koppeling vanuit Medicom met een PGO is het echter voldoende om alléén de DVZA-dienst af te nemen.

PGO in combinatie met portaal
Iedere burger kan een PGO kiezen. Dit werkt dan naast het portaal wat eventueel bij de huisarts wordt gebruikt. Via het portaal kan de gebruiker bijv. een afspraak maken en herhaalmedicatie aanvragen, wat (nog) niet via het PGO mogelijk is. Als praktijk kun je ook een PGO aanraden, bijvoorbeeld het PGO van VIPLive.

Portaal
Het dossier wordt beheerd door de huisarts.
Inzage bij één zorgverlener (de huisarts).
Patiënt heeft geen keuzevrijheid.
Geeft geen mogelijkheid om informatie te delen met derden.
Afspraken en herhaalmedicatie mogelijk.
PGO
Een ‘eigen dossier’ dat de patiënt zelf beheert (bijv. als app op de mobiele telefoon).
Inzage bij meerdere zorgverleners, de patiënt bepaalt welke zorgverlener.
De patiënt bepaalt zelf welk PGO hij kiest (inmiddels zijn er meer dan 30 PGO’s beschikbaar).
Geeft wel de mogelijkheid om informatie te delen met derden.
Afspraken en herhaalmedicatie nog niet mogelijk.
Op verschillende manieren kan online inzage worden geboden: via een portaal en via een PGO. 

Er zijn structurele kosten (onderhoud en beheer) die in rekening kunnen worden gebracht bij de huisartsen of een samenwerkingsverband van huisartsen. De HIS-leveranciers nemen hierover beslissingen; huisartsen of huisartsenkoepels zijn hier niet bij betrokken, terwijl de praktijken wel de rekening hiervoor gepresenteerd krijgen. Daarom hebben LHV, InEen en OPEN verzocht om hier landelijk een oplossing voor te bieden. Bijvoorbeeld een vrije keuze voor praktijken in welke DVZA te gebruiken of bijvoorbeeld één landelijke, uniforme “stekker” met een bijbehorende kostenvergoeding voor zorgaanbieders. Zij zijn hierover in overleg met VWS, MedMij en Zorgverzekeraars Nederland (ZN).

Bij de DVZA LSP+ is er nog een extra aandachtspunt. Deze DVZA gebruikt de faciliteiten van de LSP-infrastructuur, waarmee aansluiting op de LSP-infrastructuur een vereiste wordt. Het gebruik van het LSP+ betekent dan overigens niet dat u ándere LSP-functionaliteiten (zoals het uitwisselen van medische gegevens met de huisartsenpost) moet afnemen. Wanneer u bent aangesloten op het LSP betekent dit dat u beschikt over een UZI-abonneenummer en een UZI-servercertificaat. Als uw HIS-leverancier uw praktijk voor de LSP+ functionaliteit aanmeldt, kunt u in aanmerking komen voor een kostenvergoeding.