Als huisarts heb je te maken met een heleboel verschillende partijen die allemaal een ander stukje van de zorg invullen. Hun namen komen geregeld langs, maar wat doen zij precies? Waar staan ze voor? En wat vinden ze eigenlijk van VPH? Aangezien samenwerking steeds belangrijker wordt, starten we een serie waarin we de hoofdrolspelers in de huisartsenwereld allemaal dezelfde vragen stellen om ze wat beter te leren kennen.
De aftrap wordt gegeven door Astrid Scholl, Programmamanager Acute Zorg bij InEen.
Hoe groot is jullie organisatie?
‘Bij het InEen-bureau in Utrecht werken 22 mensen.’
Wat is jullie functie in het huisartsenlandschap?
‘Wij zijn een vereniging die is gericht op de versterking van de organisatiekracht van de eerste lijn. Onze leden zijn HAP’s, gezondheidscentra, ROS‘en en zorggroepen; organisaties waarin de huisarts de spil is. Onze leden ondersteunen huisartsen bij het ontwikkelen en verlenen van persoonsgerichte, proactieve en samenhangende zorg en het borgen van 24/7 continuïteit van zorg. Dat doen ze door het ontwikkelen en helpen implementeren van zorgconcepten, het maken van samenwerkingsafspraken en het organiseren van de randvoorwaarden, zoals personeelszaken, kwaliteitsbeleid, ICT en financiering. Wij helpen hen daarbij met belangenbehartiging en beleidsvorming op landelijk niveau. We adviseren en ondersteunen onze leden bijvoorbeeld bij gesprekken met zorgverzekeraars, delen kennis, informatie en goede voorbeelden en organiseren ontmoetingen.
Inhoudelijk werken we met verschillende programma’s. Twee daarvan zijn Multidisciplinaire Zorg en Acute Zorg. Het eerste is gericht op de dagpraktijk, het tweede op de ANW. Als programmanager Acute Zorg ondersteun ik huisartsenposten in hun samenwerking met ketenpartners, in hun rol als zorginstelling en in hun rol als werkgever van de triagisten. Daarnaast hebben we diverse programma’s in de randvoorwaardelijke sfeer zoals Personeel & Arbeid, Bekostiging, Organisatie en Bedrijfsvoering, Informatiebeleid en Kwaliteit.’
Wat zijn jullie kernwaarden?
‘Samenwerken, toekomstgericht, verbinden.’
Wat vind je het mooiste van jullie organisatie?
‘InEen krijgt met een relatief kleine groep betrokken medewerkers in nauwe samenwerking met onze leden veel voor elkaar voor eerstelijnsorganisaties en de daarbij aangesloten huisartsen door vanuit een heldere visie steeds op zoek te gaan naar wat partijen bindt. Samenwerking in de wijk, regio én landelijk is nodig om de goede zorg die we in Nederland hebben te behouden en verder te brengen.’
Hoe zie je de positie van de huisarts in de zorg?
‘Die is essentieel. Huisartsen zijn de poortwachter van de zorg en kijken naar patiënten als geheel, niet als een verzameling losse ziektebeelden. Dat is bijzonder waardevol. Juist daarom proberen onze leden en wij zo veel mogelijk organisatorische zaken en randvoorwaarden voor de huisarts te regelen, zodat die zich helemaal kan richten op het verlenen van zorg.’
Wat is jullie visie op kleinschaligheid?
‘Hoewel wij huisartsenorganisaties vertegenwoordigen, moet een onjuist beeld uit de wereld worden geholpen: InEen is niet tegen kleinschaligheid. Integendeel! Maar juist voor solopraktijken of kleine praktijken is het extra moeilijk om zelf iets als informatiebeleid, kwaliteit of de samenwerking met andere partijen – zoals gemeenten of ziekenhuizen – goed te regelen. Huisartsen hebben zoveel op hun bord dat het voor hen lastig is om zich ook nog eens in dat soort dingen te moeten verdiepen. Daarvoor is het van belang om aan te sluiten bij een grotere organisatie die organisatorische zaken voor je regelt.’
Wat is jullie visie op ANW?
‘Wij zitten samen met de LHV en VPHuisartsen in een project dat gericht is op werkdrukverlichting tijdens de ANW-uren. Daarbij onderzoeken we verschillende opties, van een warme kop soep bij wijze van welkom aan het begin van je dienst tot het opzetten van een Spoedeisende Medische Dienst. Op de website praktijkvoorbeeldenanw.lhv.nl staat een groot aantal voorbeelden van praktische oplossingen van huisartsen en huisartsenposten om de werkdruk op de posten behapbaar te houden. Dat varieert van één balie voor spoed tot samenwerking tussen thuiszorg en HAP, en van digitale toegankelijkheid tot de inzet van wijkverpleegkundigen. Als InEen zijn wij voorstander van een intensievere samenwerking met ketenpartners in de acute zorg, omdat patiënten met steeds complexere problematiek op de HAP komen. Dat kun je als huisarts tijdens de ANW niet in je eentje oplossen, daar heb je de ketenpartners echt voor nodig.’
Wat vinden jullie van VPHuisartsen?
‘In de twee jaar dat we nu samenwerken rondom de ANW hebben we VPH beter leren kennen. Dat heeft geleid tot wederzijdse waardering en een goede verstandhouding. Het nieuwe bestuur is net als het oude bestuur activistisch en niet bang om op de barricades te staan, maar is ook constructief. Dit bestuur kijkt hoe we met elkaar belangrijke doelstellingen kunnen realiseren. Hoewel we op onderdelen van mening verschillen, hebben we flinke stappen gezet in de samenwerking.
Wat ook fijn is: we ‘verrassen’ elkaar minder doordat we meer met elkaar in gesprek zijn. We kunnen nog steeds los van elkaar dingen roepen, maar indien nodig laten we dat elkaar nu van tevoren weten. Dat maakt dat we over en weer meer vertrouwen in elkaar hebben. We agree to disagree, en dat is prima. LHV, VPH en InEen hebben elk een ander belang. LHV staat voor het belang van alle huisartsen, VPH voor het specifieke belang van praktijkhouders en InEen vertegenwoordigt de huisartsenposten. Die verschillen hoef je niet weg te poetsen, maar je kunt wel zoeken naar het gemeenschappelijke element en kijken wat je kunt doen om van daaruit stappen vooruit te zetten.’
Op welke punten zouden we elkaar nog meer kunnen versterken?
‘Het positieve aan de huidige samenwerking vind ik vooral dat wederzijdse vooroordelen gesneuveld zijn en dat we een reëler beeld van elkaar hebben gekregen. Maar er is nog steeds een wereld te winnen, dus laten we vooral op dat spoor verder gaan en met elkaar in gesprek blijven. Zo kweken we onderling steeds meer vertrouwen. Ik vind het bijvoorbeeld positief dat VPHuisartsen de LHV en InEen mandaat heeft gegeven om namens hen over het project werkdrukvermindering in de ANW te spreken met de bestuurders van alle ketenpartners. Het is een goed signaal dat we gedrieën optreden. We staan niet tegenover elkaar, maar naast elkaar. Daarmee hebben we een veel sterkere positie.’