VPHuisartsen berekende dat er bij toepassing van de LHV 1.6 fte norm, op dit moment sprake is van een verborgen tekort aan assistentie van ruim 4.200 fte doktersassistenten.
VPHuisartsen vindt de selectieve toepassing van de bereikbaarheidsnormen door de IGZ onverantwoord en geen bijdrage aan de patiëntveiligheid. De LHV blijft als belangenbehartiger in gebreke waar het de realisatie van haar eigen bereikbaarheidsnorm van 1.6 fte assistentie per normpraktijk, betreft. Het daarbij actief meewerken aan het boetebeleid, ten laste van een deel van haar eigen leden, lost het tekort aan assistentie niet op.
VPHuisartsen betreurt dat IGZ nooit heeft onderzocht in welke mate er bij het gebruik van de spoedlijn in medische zin werkelijk sprake is van spoed. De ervaring van huisartsen is dat het in de meeste gevallen gaat om ongeduld of oneigenlijk gebruik. Dit belast de bereikbaarheid bij echte spoedeisende hulpvragen.
VPHuisartsen pleit ervoor dat beroepsorganisaties, IGZ en zorgverzekeraars gezamenlijk de noodzakelijke personele en financiële randvoorwaarden formuleren waaraan voldaan moet zijn om een betere bereikbaarheid te realiseren Uitvoering van de LHV-norm van 1.6 fte assistentie vergt een investering van rond de € 170 miljoen per jaar. Uiteindelijk is het aan de minister om te beslissen of deze investering in betere bereikbaarheid en patiëntveiligheid, opgebracht kan worden.
Amsterdam, 20 mei 2011
Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen (VPHuisartsen)