Deze week was mijn lokale ziekenhuis – Middlemore – weer in het nieuws; ze kunnen onvoldoende zorg leveren voor patiënten met kanker. Het streven is 90 procent van de patiënten binnen 62 dagen na diagnose, hun eerste behandeling te hebben geboden. Ze halen slechts 76 procent. Andere Nieuw Zeelandse ziekenhuizen doen het iets beter. Er zijn meer gynaecologie en hoofd en hals tumoren aangeboden, een verdubbeling afgelopen jaar, en tezamen met laag gastrointestinale en longtumoren, zit daar de grootste bottleneck – zo schrijft een krant hier. Volgens mij heb je het dan gewoon over de meest voorkomende tumoren.
Uitgerekend Middlemore is uitgekozen als proefregio om occult bloedverlies op te sporen, het zogeheten FIT onderzoek. Er is geen gestroomlijnd plan aanwezig, zoals in Nederland, waar al een scopiemogelijkheid geregeld is voor elke patiënt met occult bloedverlies, kwam ik laatst achter.
In een recente vergadering, vroeg ik of de patiënt ook een brief krijgt, en of er extra coloscopie plaatsen waren gereserveerd. De Kiwi dokters keken mij vreemd aan – een maand later verschijnt het in het nieuws. Ik begin nu steeds meer te begrijpen waarom sommige zaken hier zo slecht lopen. Ze onderkennen de noodzaak om darmkanker op te sporen, starten met 70 plussers uit te nodigen, maar daarna loopt het spaak want er is onvoldoende rekening gehouden met de extra scopiën. Om nog maar te zwijgen van de wachttijd, nadat een tumor is opgespoord. Oei, pijnlijk.
En ik blijf me maar verbazen hier. Voor ieder ongeval, van gebroken been tijdens rugby of hersenschudding door verkeersongeval, tot aan een sneetje in je vinger tijdens het koken – alles is financieel gedekt door de ACC. Zelfs voor Kiwi’s die in het buitenland een ongeluk hebben, of voor toeristen die in Nieuw Zeeland iets overkomt – de Accident Compensation Corporation dekt alles sinds 1974. En hun budget is gigantisch, en voor de huisarts, erg lucratief. In mijn eerste maand plakte ik in mijn onnozelheid ergens een pleister op, een dag later kreeg ik dat op mijn bord. ACC betaalt dik voor ongeval consulten, en de patiënt betaalt niks. Gevolg, de patiënt had gemopperd aan de balie, en een andere arts kon het ACC claim systeem invullen – dat had ik moeten doen uiteraard. Nu doe ik dat dan ook braaf, heerlijk hoor, alles dubbel administreren, da’s echt mijn grootste hobby.
Het gevolg is dan ook, dat de ACC een machtige kracht is in artsenland – ten goede en ten kwade. Een dame van 80, een schat van een vrouw die ergens op het platte land zorgt voor haar demente echtgenoot, stuurde ik voor een longfoto wegens roken sinds haar 13e en kortademigheid. De rechterlong was geheel gecomprimeerd door 3 liter vocht, met een nare tumor tegen het hart aan – inoperabel. Met enige voorrang werd een drain geplaatst. Een week later het verzoek de longarts te bellen. In de jaren zeventig was er borstkanker aan dezelfde kant geconstateerd, geopereerd en nabestraald. De longarts droeg mij op hier een ACC claim voor te openen, want het was best wel voorstelbaar dat de bestraling de tumor had veroorzaakt. En bijna 70 jaar roken dan? De longarts haalde diep adem aan de telefoon en zuchtte, dat het toch heel fijn was als ze van de ACC nog een leuk bedrag kreeg om wat leuks te gaan doen in de resterende tijd.
Elke maandag schurk ik even een half uur tegen een ouwe rot in het vak aan, om meer “Kiwi-zorg” te leveren. Hij heeft aandelen in de praktijk, een boerderij met vijftig hectare en een eigen schietbaan. Elke splinter claimen is zijn devies en zo is de ACC een hoofdsponsor van de huisarts. De patiënten weten het ook, dus die dure orthopaedisch chirurg in de privékliniek, die is wel te porren voor een arthrotische knie, omdat er in 1981 een meniscusletsel was bij de rugby. Dus de ACC draait op voor de knieprothese. En gehoorapparaatjes omdat er lawaailetsel is geconstateerd – de patiënten worden gelokt door de lokale hoorapparatenboer en presenteren zich kant- en klaar met claimformulieren en een audiogram. De overheid – en dus de belastingbetaler – is dan weer de hoofdsponsor van de ACC. Daar waar geld uitgaat naar toch wat dubieuze “ongevallen”, is er minder geld voor andere behandelingen en diagnostiek. Maar dat komt uit een ander potje, dus dat telt niet.
Wat dat betreft, was ik verrast door het artikel op deze site van David Zigmond (https://www.vphuisartsen.nl/zeg-maar-dag-tegen-de-huisarts-hoe-het-grootse-de-vijand-werd-van-het-goede/ ), die de treurige samenvatting geeft van ons vak in de UK onder de NHS. De huisartsen bezwijken onder de gratis zorg die verstrekt wordt. Herkenbaar?
Zigmond citeert William Osler, een van de vaders van moderne geneeskunde en onderwijs daarvan – “It is as important to know what sort of a person has an illness as what sort of an illness a person has”. Nou wil het geval dat Osler de eerste vier jaar studeerde aan een privaat instituut en later als professor verbonden was aan de -alweer- privaat gefinancierde Johns Hopkins University. Het meest bekende citaat van Osler is “Listen to your patiënt, he is telling you the diagnosis”.
Als we het Nederlandse zorgsysteem en haar financiering als patiënt beschouwen, dan is de diagnose snel duidelijk, met dank aan Osler. Artificiele lage kosten voor gezondheidszorg door overheidsinterventies, heeft geleid tot verbruik van dure middelen en tijd van dokters voor kleinere kwalen. Ik zie dat ook in Nieuw Zeeland aan de lopende band – zorg voor kinderen is gratis, dus komen ze met elk keelpijntje van één dag, willen ze paracetamol op recept en een ziekbriefje voor hunzelf om voor het kind te zorgen. Waar een regeling is, wordt er “gebruik” van gemaakt. Ondertussen moppert men dat het zo lastig is een afspraak te krijgen voor de zelfde dag, alweer herkenbaar. Luister naar de patiënt, hij vertelt je de diagnose…
Ook de dokters in een gesubsidieerd systeem zetten meer dure middelen in. Professor Thomas Sowell heeft een aantal artikelen geschreven over de socioeconomische overdenkingen van gezondheidszorg – http://leeconomics.com/00-Sowell-EconomicsMedicalCare.html#Contents – The Economics of Medical Care – in helder Engels voor economische leken geschreven. Als voorbeeld geeft hij dat iemand met een gebroken been zeker een arts zal raadplegen, maar iemand met een beetje hoofdpijn waarschijnlijk niet. Maar indien “gratis”, zullen ze allebei naar de dokter gaan. Uiteindelijk zal er een wachtlijst ontstaan voor zorg, waardoor vanzelf rantsoenering in de zorg ontstaat, maar helaas op de verkeerde wijze. Dat ook de salariëring van dokters hiervan op invloed is, is overduidelijk. Vanuit Kiwi land verhuizen ze naar Australië waar ze meer verdienen. Daarnaast de huidige stress in de zorg in eigenlijk de gehele Westerse wereld – teveel administratie, hoge werkdruk, geimporteerde zorgproblematiek, vergrijzing en oneigenlijk gebruik van middelen – wat Zigmond beschrijft is niet voorbehouden aan de UK. Ik denk dat we kunnen constateren dat de Westerse samenleving ziek is.
Politieke partijen proberen telkens kiezers te lokken door te beweren dat de kosten van medische zorg omlaag gaan, indien men voor hun kiest uiteraard. Dat gaat dan meestal om de door de patiënt directbetaalde kosten, bijvoorbeeld de maandelijkse premie wordt omlaag geschroeft. Maar dan moet de overheidsbijdrage toenemen, want een medische behandeling is niet op magische wijze goedkoper en “de zorgverzekeraar” kost nog steeds evenveel. En dan is ineens de vreemde situatie ontstaan, dat een medische behandeling eigenlijk veel goedkoper was zonder overheidsbemoeienis en zorgverzekeraars, maar doordat de patiënt dat niet direct in zijn portemonnaie voelt, worden medische behandelingen vaker uitgevoerd, waardoor de totale kosten alleen nog maar meer stijgen (sic!).
Een fraai voorbeeld hiervan is de Huisartsenpost. Zeker, er zijn zeer terechte hulpvragen aan de telefoon en er komen zeer zieke mensen op de HAP. Maar ook veel zorg dat kan wachten – nu wordt er nog voor gekozen om de HAP gratis te houden, maar eigenlijk is dat niet meer houdbaar in mijn optiek, en heeft het zelfs een aanzuigende werking. Juist dat is het feit dat Zigmond laat liggen in zijn analyse – dat de NHS zelf verantwoordelijk is voor het drama onder de Britse huisarsten.
Goede raad is duur, goede zorg ook. Dat kunnen we niet overlaten aan beleidsmakers en zorgverzekeraars. Zonder overheid wisten ze honderd jaar geleden het beste universiteitsziekenhuis ter wereld op te zetten. Honderd jaar overheidsbemoeienis later is er een artsentekort en sluiten we ziekenhuizen. We willen er maar moeilijk in geloven, dat gesubsidieerde zorg meest waarschijnlijk niet de beste oplossing is. In dezelfde periode dat men in Amerika de Johns Hopkins neerzette, waren er hele arbeiderswijken, die over weinig geld beschikten, maar soms een hele dure dokter nodig hadden. Hun oplossing destijds, was een soort van abonnement – want als de hele wijk per persoon een dollar betaalde per maand, dan konden ze die dokter permanent inhuren. Daar kwam verder niemand aan te pas. Dat systeem werkte zo goed, dat het op veel plaatsen van de grond kwam. Totdat de overheid met allerlei wetten en verordeningen kwam, toen werd het kapotverboden.
“It is amazing that people who think we cannot afford to pay for doctors, hospitals, and medication somehow think that we can afford to pay for doctors, hospitals, medication and a government bureaucracy to administer it.” Thomas Sowell
Huib Rutten