Eind 2008 startte de NZa een grootscheeps onderzoek naar de verdiensten van huisartsen, waarbij de gegevens van een aantal geselecteerde praktijken onder de loep werden genomen. In het kader van dit – bij de beroepsgroep zeer omstreden – onderzoek verzocht de NZa Mitrasing binnen tien weken gegevens te verstrekken.
Mitrasing behoorde tot de huisartsen die principiële bezwaren tegen het onderzoek van de zorgwaakhond hadden. Bovendien werd hij getroffen door een ongelukkige samenloop van praktische, medische en privéomstandigheden, waardoor hij de vereiste gegevens niet tijdig kon leveren. Begin 2009 liet hij dat de NZa weten. De huisarts was in deze periode op vakantie geweest, en daarna geveld door griep. Daarnaast was hij betrokken bij twee intensieve euthanasieverzoeken, en druk met de organisatie van een evenement. Ten slotte overleed zijn schoonmoeder in deze periode.
De zorgautoriteit bleek daar echter geen boodschap aan te hebben. Volgens de NZa wordt slechts ‘in zeer bijzondere omstandigheden’ uitstel verleend, en voldeed zijn situatie daar niet aan. Omdat Mitrasing vervolgens geen gehoor gaf aan de hernieuwde oproep, legde de NZa hem een boete op van 1367 euro. Volgens de NZa had de huisarts simpelweg onvoldoende prioriteit gegeven aan het onderzoek.
Mitrasing stapte vervolgens naar de rechter om de boete aan te vechten. Die oordeelde vorige week dat de NZa wél de bevoegdheid heeft om gegevens op te vragen, maar onvoldoende rekening hield met de omstandigheden van de huisarts. Die zouden hem recht hebben gegeven op uitstel of vrijstelling, waardoor de NZa hem geen boete had mogen opleggen. In plaats van de boete te kunnen incasseren, draait de zorgautoriteit nu op voor de proceskosten en het griffierecht van de huisarts. Dat kost de NZa 3646 euro.
Woordvoerster Natasja Wijnbeek laat weten dat de NZa niet tegen de uitspraak van de Rotterdamse rechtbank in beroep zal gaan, en deze ‘ter harte zal nemen bij komende kostenonderzoeken.’