De verplaatsing van diagnostische mogelijkheden van de tweede lijn naar de huisartspraktijk zijn kostenbesparend. De langdurige arts-patiëntrelatie stelt de huisarts in staat een gezondheidsklacht efficiënt in te schatten en bovendien na te gaan of er een andere hulpvraag aan ten grondslag ligt. De huisarts werkt intensief samen met tal van disciplines, zowel binnen zijn praktijk als daarbuiten. Deze onderlinge samenwerkingsrelaties zijn vaak op natuurlijke wijze ontstaan. Nabijheid en bereikbaarheid zijn belangrijke kenmerken van de Nederlandse huisarts. Als beheerder van het medisch dossier heeft de huisarts als geen ander overzicht over de gezondheid en het welzijn van de individuele patiënt.
Door de marktwerking, bedoeld om via concurrentie op prijs en kwaliteit tot prijsdaling te komen, treedt juist prijsverhoging en toename van consumptie op. De huisarts is door zijn werkwijze contraconsumptief ingesteld: zinnig en zuinig. Onnodig onderzoek en behandelingen vermijdt hij zoveel mogelijk. Zorgverzekeraars rijden het beleid van de huisarts nogal eens in de wielen door behandelingen te vergoeden die niet zinvol zijn. De concepten ketenzorg, zorggroepen en Diagnose Behandel Combinaties (DBC’s) doorkruisen de gebruikelijke manier van werken. Het gegeven dat er per patiënt en per diagnose een geldbedrag wordt geïncasseerd, druist in tegen de generalistische werkwijze van de huisarts.
De huisarts dient voor iedereen vrij toegankelijk te blijven. Daar past geen eigen bijdrage bij. Hoe kunnen we de specifieke functie van de huisarts behouden en versterken? De praktijk moet een menselijke maat behouden: fysiek herkenbaar en een laagdrempelige toegang. Diversiteit is geboden. De ene patiënt zweert bij een snelle zakelijke aanpak terwijl een ander gelukkig is met een empathische huisarts die ruim de tijd neemt. Overheid en zorgverzekeraars dienen zich te realiseren dat de huisartsgeneeskunde veel niet direct meetbare kernwaarden kent. Om het vertrouwen van de Nederlandse burger te behouden is het van belang dat het medisch dossier binnen de muren van de praktijk blijft. Het is niet alleen aan de beroepsgroep, maar ook aan de zorgverzekeraars en de politiek om ervoor te zorgen dat die zo gewaardeerde huisartsenzorg ook in de toekomst fier overeind blijft.
Amsterdam, september 2011
Leden van de werkgroep:
Patrick Albert
Annelies Leloup (voorzitter)
Jeroen van der Lugt
Frank Nieuwesteeg
Annette Offringa
Inez de Vries