Het wetsvoorstel voor invoering van het landelijk elektronisch patiëntendossier, het L-EPD, is recent door de Eerste Kamer verworpen. Wat resteert is de technische voorziening, het LSP, dat volgens de vijf organisaties nu ingezet kan worden voor regionale uitwisselingen van medische gegevens. Het servicecentrum dat het LSP moet beheren, kost naar schatting 10 miljoen euro per jaar. De kans dat de kosten te laag begroot zijn, zoals dat vaker bij grootschalige ICT projecten het geval is, is zeer groot. Voor de kosten van implementatie en onderhoud van het LSP mag en wil het ministerie van VWS, na het besluit van de Eerste Kamer, geen verantwoordelijkheid meer dragen.
Wie in deze tijd van bezuinigingen dan wel gaat betalen is onduidelijk. Zorgverzekeraars Nederland [ZN] heeft eveneens te kennen gegeven hiervoor niet te willen opdraaien. Met de minister vindt ZN dat het op orde hebben en houden van de informatie-uitwisseling rond de patiënt, een plicht is van de zorgverleners, in dit geval de huisartsen. Wel wil ZN eventueel een opslag op de tarieven verzorgen, zodat de rekening uiteindelijk toch betaald zou kunnen worden.
Door deze constructie worden echter de kosten voor het LSP-Servicecentrum uit het huisartsenzorg-budget betaald, zonder dat daarvoor aan het Budgettaire Kader Zorg extra middelen zijn toegevoegd. Dat betekent dat er naast de jaarlijkse korting van € 132 miljoen die praktijkhouders per 2012 door VWS is opgelegd, door hen een extra korting van circa 10 miljoen per jaar boven het hoofd hangt.
“Praktijkhoudende huisartsen zijn beslist niet bereid in een tijd waarin hun praktijkkostenvergoeding door de minister met zo’n 19% wordt gekort, op te draaien voor nieuwe, hoge kostenposten waar geen inkomsten tegenover staan. Daarbij is het niet aan de LHV, VHN of NHG of anderen om zich indirect en ongevraagd met het investeringsbeleid van zelfstandig gevestigde praktijkhouders te bemoeien.” aldus de woordvoerder van VPHuisartsen.
Verder pleit de huisartsenvereniging ervoor, met de DigiNotar affaire nog vers in het geheugen, om gecentraliseerde informatiesystemen zoals het LSP te vermijden. Zeker als een regionale uitwisseling ook anders kan middels kleinschalige regionale schakelpunten.
Amsterdam 26 september 2011