Met een flink tekort aan artsen en verpleegkundigen hier in Nieuw Zeeland, is de werkdruk hoog. Extra vervelend dus als die dokters het in hun bol halen te gaan staken. De ziekenhuisdokters dan wel te verstaan, en dan slechts de jongere dokters die proberen in opleiding te komen tot specialist. Nee dat ging niet over hun salaris of over de werkdruk, maar over de roosters.
Kort gezegd, de DHB’s (District Health Boards, zeg maar de zorgverzekeraars in dienst van de overheid) hanteerden een landelijk rooster voor de jonge dokters, zonder inspraak, en voor alle regio’s en beroepsgroepen. Een typisch voorbeeld van hoe een communistische eenheidsworst, bedacht in een Ivoren Toren, niet werkt. En als je dan bent uitgepraat, dan dien je op een andere manier duidelijk te maken dat het je de strot uitkomt.
Er werden hele grote problemen verwacht in mijn lokale ziekenhuis te Manukau, met name op de eerste hulp, dus werd de hulp van het leger ingeroepen. De details ken ik niet, maar een collega die uitstekend op de hoogte is vertelde me, dat er zoveel dokters en verpleegkundigen rondliepen, dat de hele boel als de gesmeerde bliksem liep. In tijden hadden het nog niet zo lekker gedraaid. Dat was in april.
Twee maanden later melden zich 16 verpleegkundigen van de eerste hulp in Manukau tegelijk ziek, waardoor het helemaal misliep – ambulances moesten uitwijken naar Auckland, mede omdat het extra druk was. Er gaat een gemene influenza rond, of iets dat er op lijkt, en er is een mazelen golf wat het land al een tijd in de greep houdt. En in de ANW uren is er geen huisarts(enpost), bovendien is de eerste hulp “gratis” en die huisarts overdag niet, ergo, het is druk op de eerste hulp. Komt nog bij dat Manukau (het Middlemore ziekenhuis) 200 vacatures open heeft staan voor verpleegkundigen – een voorpagina artikel in de New Zealand Herald citeerde een verpleegkundige die beschrijft dat collegae staan te huilen in toiletten, en “at their wits end” zijn. Dat is een groot persoonlijk leed en je kunt alleen maar medelijden hebben met betrokken zorgverleners die op breken staan.
Aangezien het verpleegkundigentekort landelijk is, zal het touwtrekken worden om ze te contracteren. Het salaris is geen drama maar ook geen vetpot, dus daar gaat weinig prikkel vanuit om meer mensen te interesseren in een opleiding tot verpleegkundige; het lijkt weer vooral een roeping te zijn met een hoog Florence Nightingale gehalte. Ik zit me direct af te vragen of dokters een equivalent hebben voor zuster Nightingale, waar komt die drang toch vandaan om je te bemoeien met iemand zijn lijf, zijn geest en zijn gezondheid? Om te peuteren in abcessen, te wroeten in het gevoelsleven en enthousiast te raken van horlogeglasnagels? Florence vond in ieder geval dat zulks was voorbehouden aan mannen – ondanks alle verbeteringen die ze heeft gebracht, was het een neurotische zwaar christelijke ongeemancipeerde celibataire tuthola. Das geen wervend icoon om aan je beroepsgroep te verbinden lijkt me. Nurse Kate van de Flying Doctor serie uit de jaren tachtig, dat lijkt er meer op.
Dokters hebben we in geuren en kleuren op het scherm – van die kwezels uit Medisch Centrum West tot aan hippe Dr House. Mijn eigen besmetting is denk ik toch wel Toon Kortoom geweest, en hoewel ik me nauwelijks meer kan herinneren waar het boek nou precies over ging, kan ik me wel terugvinden in de beschrijving: “Hij stapt door de bladzijden heen met al zijn ruwheid, zijn schaterlach, zijn bulderstem, met zijn liefde en zijn haat. En… met zijn gouden hart.” Nou zijn gelukkig niet alle artsen zulke karikaturen, net zo min als dat verpleegkundigen allemaal Nightingale tiepjes zijn, maar het gouden hart gehalte ligt wel hoog is mijn inschatting. En ook niks menselijks is ons vreemd. Men komt niet meer opdraven voor werk met een hoge stress factor en een matige beloning. Enkele praktijkhouders hebben al aangegeven bij dat nieuwe waarneemtarief van 75 euro, de sleutel van de praktijk over te dragen en zelf te gaan waarnemen. Vrije jongens, dat willen we zijn!
Geen stress van een praktijk, minder papierwinkel en je belastingaangifte is ineens ook kinderlijk eenvoudig, dus ook geen dure accountant. Ik begin ineens te fantaseren over een groepspraktijk zo groot als Nederland, waar we dan allemaal voor 75 euro per uur gaan waarnemen. Onzin natuurlijk, maar hoe onwerkelijk is het eigenlijk. Ik krijg een flashback naar die akelige toekomst die Herman Suichies ons schetste, over 2030 (https://www.vphuisartsen.nl/kernwaarden-onder-druk-heeft-de-huisarts-nog-toekomst/ ) en ik moet er niet aan denken.
Hier in Nieuw Zeeland heeft men het woord huisarts ineens in de mond genomen als oplossing voor problemen in de spoedzorg. Moet ook wel, want eind augustus kopt de New Zealand Herald met Crtitical Condition. Wat schrijft de krant: “Overcrowding in emergency departments has sparked a dangerous trend of paramedics being told to keep patients waiting in ambulances for up to two hours, a top emergency doctor says”. De oplossing, visitetarieven voor huisartsen omlaag gooien, zodat mensen de huisarts gaan bellen. Dat wordt interessant. Daarnaast is het idee om meer huisartspraktijken open te doen tijdens de weekenden en door te laten werken in de avonden. Heel interessant, want ik vraag me af waar ze die huisartsen ineens vandaan toveren. Uit het stuk blijkt niet, of er al overleg heeft plaatsgevonden met de vertegenwoordigers van de huisartsen, extra interessant dus.
In mijn centrum werken zes echte Kiwi dokters, de andere zeven zijn import – een Duitser, twee Indiase dames, een Amerikaan en drie Hollanders. Grappig genoeg vragen die Kiwi’s nou nooit eens “goh, hoe doen jullie dat nou?” Dat zal ook niet gaan gebeuren, immers, ze hebben een rijke geschiedenis van alles zelf uitvinden en dat gaat heel diep. Het is de Number Eight Wire folklore die terugslaat op de Kiwi inventiviteit – “In essence, New Zealanders are practical problem-solvers; able to invent, fix and create machinery with basically whatever scraps they have lying around in the garden shed”. Practisch zijn ze wel, ze hebben overal een oplossing voor, zonder daarvoor naar buiten te kijken of raad te vragen, behalve misschien aan de Ausies. Geweldig bijvoorbeeld is het strandvissen. Je kunt een soort torpedo aanschaffen, die een kilometer uit de kust zwemt met een draadje aan zijn kont, waar dwars danweer allerlei haken en aas aanbengelt. Het ding drijft, de haken dwarrelen naar beneden en een half uur later takel je die vanaf je pickup truck weer naar binnen. Niks rustgevends naar je dobber staren, hupsa, vissen vangen. Een andere briljante methode is je lijn met haken door een drone 200 meter verder in zee te plonsen. Vissen zonder werphengel, dat is Number Eight Wire.
Nou is het makkelijker om een electrische torpedo te verzinnen, dan een artsen en verpleegkundigen tekort op te lossen lijkt me. In gesprekken met een Zuid Afrikaanse raket chirurg die hier al langer vertoeft, wordt het me wel duidelijker; hij schetst het beeld dat ook hier bestuurders en politici roeptoeteren dat er zus of zo dient te gebeuren, maar lijken gespeend van de realiteit… met een beetje pech vinden ze hier ook UZI passen uit, of een SSFH, dat geldverslindende debakel dat alleen positief in het nieuws is als ze zelf iets naar buiten brengt. En ach, zoals zo vaak vraagt niemand zich af wat er zou gebeuren als mensen het zelf moeten oplossen. De centralisten van de ambulancezorg St John zijn bij oproepen al telefonische adviezen aan het verstrekken, om onzinnige ritten te voorkomen. Expertise uit het veld, goud waard. Ik zeg, hup Kiwi’s!
Huib Rutten