Een noodzakelijke verademing – Het Roer Gaat Om in Nederland. Aan deze kant van de wereld, Nieuw Zeeland, ligt men nog op ramkoers met de papieren tijgers. De gekte om alles te registreren is hier compleet.
Dat begin je als immigrant al te merken als je naar de bank gaat om een rekening te openen. Dat kostte een hele middag en heel veel handtekeningen. En je rijbewijs verruilen is slechts twee uur werk in ons geval, inclusief van die jaren 70 carbonpapiertjes en handgeschreven opdrachten die in machtige klappers worden opgeborgen. Een morfinerecept gaat op een drie keer doordrukvel, met gestencilde cijfers erop. De digitale wereld houdt op bij Australië denk je dan. Maar, denk je vervolgens, in je onnozelheid na wat weekjes als huisarts op je nieuwe werkplek, GELUKKIG IS 90% VAN DE MEDISCHE COMMUNICATIE DIGITAAL.
Ik zou willen dat ik dat nooit bedacht had. Mijn zelf gecreëerde vloek. Door de tekorten aan artsen, zijn de wachtlijsten voor routine handelingen al behoorlijk lang, tenzij er spoed bij is uiteraard. Een spoed indicatie moet dan wel vergezeld gaan van extra documentatie waaruit de spoed blijkt. Een gastroscopie heeft een wachtlijst van twintig weken, en een Holter registratie van arythmieën zelfs tien maanden – tenminste, in de door de overheid betaalde zorg. Er zijn legio particuliere specialisten die heel snel zulks voor je kunnen uitvoeren.
Weer terug naar de administratie. Want ik begrijp inmiddels, dat een deel van de tekorten veroorzaakt wordt doordat artsen veel tijd kwijt zijn met administratie, waardoor het klinische stuk vertraging oploopt. Begin maart stuurde ik een dame acuut naar het ziekenhuis – 78 jaar, diabeet, hypertensief, een pacemaker, een gruwelijk ontstoken grote teen, alleenstaand en zelfstandig. Inmiddels is ze weer een weekje thuis en heb ik haar wond gezien, plus geconstateerd dat ze eigenlijk een beetje vroeg was ontslagen. Ik bekeek haar dossier – in zeven weken tijd waren er VEERTIG berichten over haar binnengekomen, terwijl ze in het ziekenhuis was. Alle veertig dienden door de huisarts -ik dus- gelezen en gerubriceerd te worden. Wondkweken, een bericht van de cardioloog die tijdens opname drie keer was wezen kijken dus drie keer een brief schreef, vier operatieverslagen, twee inventarisaties van ouderenzorg en ga zo maar door. Inclusief vier correcties omdat ergens een verkeerde datum in stond vermeld. Enorme lappen tekst, waarin de conclusies verwaterden in het lettergeweld.
Mijn collegae, die ik hiernaar vroeg, begrepen werkelijk niet waar ik me druk over maakte, het is nou eenmaal zo.
Waar men vooral bang voor is, is de Medical Council en de rechtbank. Een kind met een beetje oorpijn sinds één dag, wordt dan ook uitgebreid gemeten en beschreven – van tensie tot saturatie, het ontbreken van meningeale prikkeling en petechieën, de hydratiestatus en gewicht. Er wordt voor ieder keelpijntje een keelkweek genomen, elke urine van dames wordt gecheckt op zwangerschap – en aangezien mensen moeten betalen voor een vervolgbezoek, doen ze dat vaak niet. Waardoor afwijkende uitslagen vaak niet kunnen worden besproken, zonder eerst de patiënt te verzoeken te komen.
Het is een bureaucratisch Walhalla. Je ziet nu al waar dit naar toe gaat – de Nieuw Zeelandse artsen vertrekken nu al naar Australië, waar de gekte vergelijkbaar is, maar de salarissen twee keer zo hoog. Nu ik steeds meer patiënten zie, zit ik steeds langer in mijn vrije tijd “de administratie” te doen.
Ik erken de noodzaak om patiënten goed te documenteren, anderzijds is er een balans tussen zinnige geneeskunst en onzinnige documentatie. Mijn vader was kapitein, en toen hij op zijn 25e het roer in handen had van een schip, waren er uiteraard allerlei regels, over wie voorrang heeft bijvoorbeeld. Het was een niet zo heel dik boek. Ergens voorin stond de tekst: daar waar de regels ontbreken of niet duidelijk zijn, wordt een beroep gedaan op Goed Zeemanschap. Ik wens de Paarse Krokodil en Het Roer Gaat Om dan ook een Goed Zeemanschap, om de geneeskunst te behoeden voor papiertjes dwang en drang.
Huib Rutten