Regeerakkoord heeft potentie voor de huisartsenzorg maar roept ook enkele flinke vraagtekens op

Redactie

Op voorhand lijkt het nieuwe regeerakkoord, gepresenteerd door VVD, D66, CDA en ChristenUnie, best potentie te hebben voor de huisartsenzorg. Ondanks dat we als VPH nog wel wensen dat er op korte termijn een bewindspersoon aangesteld wordt met goede medische achtergrond, hebben de nog de summiere passages over de huisartsenzorg voldoende ruimte om er iets moois van te kunnen maken. Zeker als onze vraagtekens over bijvoorbeeld meer POH-GGZ weggenomen kunnen worden.
Binnen het hoofdstuk ‘Gezondheidszorg’ wordt de huisartsenzorg een aantal keer specifiek genoemd op onderwerpen waar we ons als huisartsenorganisaties al langer sterk voor maken. Onze gezamenlijke adviezen zijn dus wel degelijk goed overgekomen, maar we maken ons uiteraard wel zorgen over de uiteindelijke daden. Kreten als ‘Meer tijd voor de patiënt’, ‘Terugdringen van regelgeving’ en ‘Juiste zorg op de juiste plek’ gaan al veel langer rond maar bleken tot nu toe alleen in daden omgezet te worden als dit de zorgverzekeraars of overheid goed uitkwam. Het wordt in de komende regeerperiode zaak om de veelbelovende woorden echt om te zetten in daden en bovendien goed te blijven luisteren naar de huisartsen zelf. Zeker omdat passages zoals meer praktijkondersteuning GGZ en een grotere rol bij zwangerschapsbegeleiding nu al grote vraagtekens bij ons oproepen en we hier heel duidelijk onze grenzen moeten gaan aangeven.

Passages over de (huisartsen)zorg:
* Stelsel verbeteringen – In het algemeen wordt er gesproken over een huidige goede beschikbare zorg in Nederland, maar dat er wel stelsel verbeteringen nodig zijn. Wij gaan er hierbij vanuit dat het dan gaat om een verbeterd stelsel waarbij de zorgverleners weer meer aan het roer komen en de zorgverzekeraars vooral hun wantrouwen naar de achtergrond verplaatsen. Dat er zelfs gekeken wordt naar een anders ingericht zorgverzekeringsstelsel.
* Er moeten stevige keuzes worden gemaakt en hervormingen worden doorgevoerd, waar wij het helemaal mee eens zijn als het niet tot een poldermodel leidt. De zorgverleners moeten het vertrouwen en plezier terugkrijgen. Het praktijkhouderschap moet weer een stuk aantrekkelijker worden.
* Er wordt gesproken over ontschotting wat ons zeer noodzakelijk lijkt, zeker als we kijken naar bijvoorbeeld de spoedzorg waarbij de verschillende eilandjes veel beter geïntegreerd kunnen worden en straks tot een ‘Spoedeisende Medische Dienst of ‘Integrale spoedpost’ moeten uitgroeien. Bij betere samenwerking hoort geen afgescheiden bekostiging.
* Er wordt gesproken over positieve ontwikkelingen afkomstig uit de pandemie zoals de digitale werkvormen. E-health kan inderdaad op sommige momenten een goede aanvulling zijn, maar overheid en zorgverzekeraars staren zich nu blind op de mogelijke positieve effecten. Huisartsen geven al langer aan dat er ook vele nadelen schuilen in te ver doorgeschoten digitalisering. Laat de wetenschap in combinatie met de praktijkervaring bewijzen welke digitale ondersteuning van echte toegevoegde waarde zal zijn en leg het vooral niet geforceerd op.
* De regeldruk moet aangepakt worden. Wij roepen hier dan heel hard bij dat dit moet starten bij de overheid zelf. Om te beginnen met doorgeschoten wetten als de WTZA. Als de politiek dit standpunt echt kracht bij wil zetten moet nieuwe, zorgtijd verslindende, regelgeving volledig opdrogen.
* Passende zorg wordt de norm, Huisartsen bieden bij uitstek passende zorg. We willen alleen niet dat passende zorg een eufemisme wordt voor de “goedkoopste zorg”.
* Huisartsen moeten worden versterkt met voldoende tijd en capaciteit. Daar zijn wij het volledig mee eens, maar dan nu wel over de brug komen en niet weer eerst praktijkhouders en regio organisaties aan het werk zetten met allerlei pilots en te beoordelen plannen. Direct overgaan tot investeren in projecten die bewezen effectief zijn zoals het 15 minuten consult.
* De acute zorg moet toekomstbestendig worden. Wat ons betreft via de korte termijn ontlasting van de nacht spoedzorg en eerlijke verdeling van diensten over alle huisartsen. De langere termijn via de ‘Integrale spoedpost’ waarbij meerdere disciplines echt samen gaan werken.
* Wat dit betreft is de passage over het invoeren van bereikbaarheidsdiensten voor GGZ hulpverleners ook een stap in de goede richting van deze Integrale spoedpost.
* Waar wij ons wel grote zorgen maken is het voornemen om meer Praktijkondersteuning GGZ via de huisartsenpraktijken te gaan laten lopen. Huisartsen zijn niet opgeleid om nog meer GGZ problematiek bij zich te houden. De huidige POH GGZ is al overbelast en kan er echt niet nog meer bij hebben. Bovendien zou extra personeel in de huisartsenpraktijk via communicerende vaten tot een verdere uitholling van de van de verwijsmogelijkheden leiden. Structurele verbeteringen in de GGZ keten lijken ons veel meer op de juiste plaats.
* Patiënten moeten veel meer eigenaar worden van hun eigen gezondheidsgegevens, een goed werkend PGO moet het eindstation zijn. Wij geloven meer in het, met prioriteit, sterk verbeteren van de gegevensuitwisseling tussen zorgverleners en het vinden van een goede beveiligde oplossing voor zwervende medische dossiers. Weinig patiënten zitten te wachten op het in beheer nemen van hun gegevens en zijn daar vaak niet goed toe in staat. Één landelijk dossier voor àlle huisartsen, of centrale plek voor opslag van zwervende dossiers, zou in elk geval de communicatie tussen huisartsen onderling enorm verbeteren.
* De overheid gaat meer toezien op gecontracteerde zorg en kwaliteitsregistraties wanneer het in bepaalde sectoren onoverzichtelijk blijft. Wij vinden dat dit dan vooral moet gelden voor deze specifieke sectoren en niet, zoals bij de WTZA, over bijvoorbeeld alle eerstelijnszorgverleners uitgestort moet worden. Controle is goed, vertrouwen is veel beter! Meer tijd voor echte zorg in plaats van vinkjes zetten.
* Het regeerakkoord spreekt over het aanpakken van fraude, waar wij het roerend mee eens kunnen zijn, maar dan wel gericht op die sectoren waar al rook is. In de huisartsenzorg komt verwaarloosbaar weinig fraude voor, betrek deze dan ook niet in algemene nieuwe controle regels.
* De huisartsen gaan een grotere rol spelen bij zwangerschap waarbij wij eerst goed willen beoordelen wat dit dan precies zou kunnen inhouden en waarbij steeds geldt dat we dichtbij onze kerntaken moeten blijven. Wij zijn niet de partij die continu de tekorten in andere beroepsgroepen op moet lossen, bovendien is er in het verleden vaak bewust gekozen om te differentiëren omdat dit tot een hogere zorgkwaliteit leidt.
* De voltooid leven passage is wederom kenmerkend voor enkele onderwerpen die richting de huisartsenzorg geschoven worden. Laat het aan de beroepsgroep om te bepalen of en tot hoever huisartsen hier dan verantwoordelijkheid in kunnen nemen.

Er lijkt dus potentie in het regeerakkoord te zitten. Op enkele flinke vraagtekens na, zoals de extra POH GGZ taken, wordt er gesproken over het versterken van de huisartsenzorg en lijken wij niet meegenomen te worden in de miljardenbezuinigingen die zorg breed voor de toekomst gerealiseerd moeten worden. Wat ons betreft wordt het de komende tijd alert blijven dat deze voornemens ook direct concreet worden gemaakt en we er niet weer eerst extra kunstjes voor moeten doen. Huisartsen kunnen veel, maar hebben nu structurele behoeften aan onvoorwaardelijke investeringen en het nakomen van beloften gedaan in het verleden.