Eigenlijk is het vreemd dat een systeem dat is opgezet voor een bepaald doel, volgens de gebruikers daarvan dat doel juist kan tegenwerken. Toch is dat wat Rob van Kimmenaede ziet gebeuren, en dat is voor hem een belangrijke reden om niet in te stemmen met de plannen voor het LSP. “We gaan miljoenen investeren om een systeem op te tuigen, zonder dat daar een gedegen analyse aan ten grondslag ligt. Dat lijkt me geen goede zaak, zeker omdat er serieuze kanttekeningen te plaatsen zijn. Uit de analyse van fouten die op huisartsenposten worden gemaakt, blijkt overduidelijk dat huisartsen voortborduren op het beleid dat hun collega’s al hebben ingezet met een patiënt. De aanwezige dossierkennis kleurt het oordeel, waardoor ze niet meer met een frisse blik kijken. “Elkaar napraten, vergroot de kans op fouten. Het kan best zijn dat 3 huisartsen na elkaar op het verkeerde spoor zitten. Dat gebeurt gewoon, en dat moet je vooral niet faciliteren door iets als het LSP!”
We gaan miljoenen investeren om een systeem op te tuigen, zonder dat daar een gedegen analyse aan ten grondslag ligt.
Voor de goede orde: hij is niet tegen een uitwisseling van medische gegevens, maar wel tegen het feit dat dat dreigt te gebeuren zonder fatsoenlijke onderbouwing. “Ik ben geen tegenstander van adequate uitwisseling van gegevens, maar je moet goed nadenken over welk doel die uitwisseling dient. De enige rechtvaardiging voor landelijke informatieuitwisseling zou zijn dat het de kwaliteit van de zorg verbetert, maar dat is nu juist niet aangetoond. Terwijl er wel belangrijke nadelen aan kleven, zoals dat ik alleen achteraf kan constateren wie er allemaal in het dossier van mijn patiënt gekeken hebben op de huisartsenpost, terwijl ik wel verantwoordelijkheid gehouden wordt voor de bescherming van die gegevens. Er hoeft maar 1 collega te zijn die jouw digitale pas gebruikt, ook al is het per ongeluk, en je hangt. Als arts ben je tegen dat soort situaties niet genoeg beschermd.”
Veiligheid wordt niet verbeterd
Als rechtvaardiging van het LSP wordt vaak het onderzoek uit 2006 van stal gehaald, waarin de oorzaken van vermijdbare ziekenhuisopnamen en sterfgevallen zijn beschreven. Opvallend is echter dat het uitblijven van een landelijk elektronisch dossier in die lijst schittert door afwezigheid. Met andere woorden: de veiligheid van de patiënt is niet in het geding door de afwezigheid van het LSP en wordt dus ook niet door verbeterd door de invoering daarvan. Een non-issue dus.
De enige rechtvaardiging voor landelijke informatieuitwisseling zou zijn dat het de kwaliteit van de zorg verbetert, maar dat is nu juist niet aangetoond.
En dat, terwijl de privacy van de patiënt wel een serieus issue is. De patiënt moet zijn privacy opgeven voor een winst die helemaal niet is aangetoond… Een slechte zaak, vindt Van Kimmenaede. Het geven van toestemming voor inzage in het dossier is een soort black box. “Als patiënt weet je niet precies waar je toestemming voor geeft en het kan best zijn dat er in je dossier gekeken wordt naar zaken die geen enkele relatie hebben met je klacht. Patiënten kunnen de consequenties van hun toestemming tot inzage vaak niet overzien. Het gros denkt: ‘Als de huisarts het goedvindt, gaat wij erin mee’. Dat legt een enorme verantwoordelijkheid bij de huisarts. Dus moeten wij er goed over nadenken wat de consequenties kunnen zijn voor onze patiënten.”
Persoonlijk contact
Een ander argument tegen het LSP is dat het het persoonlijke contact tussen arts en patiënt vertroebelt. “Als ik met spoed word opgenomen, wil ik dat er een dokter naast mijn bed staat die naar mij kijkt, in plaats van naar een computer. De betrokken, frisse blik van een professional is meer van toegevoegde waarde dan dat hele LSP. Het is het directe, persoonlijke contact dat de veiligheid van de patiënt verhoogt, niet het getuur op dat schermpje! De techniek is bij spoedgevallen vaak meer een belemmering dan een hulpmiddel.”
Verantwoordelijkheid
Een goed alternatief is wat hem betreft dat patiënten zelf beheerder worden van hun medische dossier. “Een patiënt kan op een kaartje of diskette de informatie die hij of zij relevant vindt, bij zich dragen. Zo hebben hulpverleners inzage in het dossier, terwijl de verantwoordelijkheid voor de informatie ligt waar hij thuishoort: bij de patiënt. Het dossier is van de patiënt; ik ben als huisarts slechts de bewaarder.”
Het dossier is van de patiënt; ik ben als huisarts slechts de bewaarder.
Tegelijkertijd wil hij als arts graag de vrijheid behouden om notities, gedachten of overwegingen op te schrijven die niet voor de ogen van de patiënt bedoeld zijn maar die wel relevant zijn voor de uitoefening van het vak. “Die ruimte heb je als huisarts gewoon nodig. Verplicht delen van die informatie zou kunnen leiden tot conflicten of een verstoorde arts-patiënt relatie. Het moet niet zo zijn dat je relevante zaken niet opschrijft, omdat je bang bent dat de patiënt of derden die via het LSP onder ogen zullen krijgen. Dat zou de gezondheidszorg ernstig ondergraven.”
Geen enkele meerwaarde voor de patiënt
Waarom zou je een systeem introduceren dat geen enkele meerwaarde heeft, en alleen maar risico’s in zich bergt? “Ik word niet warm van het LSP omdat het niks toevoegt aan de kwaliteit van de zorg. We hebben al een goed systeem. Ik denk dat een huisartsenpraktijk voor de meeste patiënten een veilige omgeving is en veel collega’s denken er net zo over. Persoonlijke zorg, dat is waar ik warm van word. Het idee onderdeel te zijn van een landelijk of regionaal ict-netwerk voelt niet goed. Het klinkt wat soft, maar we zitten al zoveel in de computer te kijken. Ik kijk liever naar de andere kant van het bureau! Ik wil dat de mensen die daar zitten het gevoel hebben dat ze alles tegen mij kunnen zeggen zonder dat ze risico lopen dat onbevoegden toegang kunnen krijgen tot hun zielenroerselen.”
Dat ‘zorgen voor’ staat bovendien op de tocht doordat de partij die het LSP gaat onderhouden een Amerikaanse firma is. Met de recente afluisterschandalen nog vers in het geheugen baart dat idee hem zorgen. Wie geeft de garantie dat er niet van hogerhand wordt meegekeken en dat er geen misbruik van het systeem wordt gemaakt? “Patiëntgegevens zijn terug te voeren op burgerserviceummers van individuele mensen, en die nummers worden ook gebruikt voor belastingen en andere privacy-gevoelige gegevens. Daarmee is het LSP dus een potentieel gevaar voor de privacy van patiënten.”
Van het argument dat je als dokter je patiënt eigenlijk in de steek laat als je hem niet van een LSP voorziet, is hij niet onder de indruk.
Van het argument dat je als dokter je patiënt eigenlijk in de steek laat als je hem niet van een LSP voorziet, is hij niet onder de indruk. Voor behandeling van noodgevallen is een dossier helemaal niet nodig. De belangrijkste les die hij tijdens een cursus spoedeisende geneeskunde opstak maakt korte metten met de ‘noodzaak’ van het LSP. “De belangrijkste boodschap was: in noodsituaties moet je niet een diagnose stellen, maar datgene behandelen wat de patiënt het eerst bedreigt. Daar heb je het LSP niet voor nodig, maar een betrokken dokter.