Column: Rinske van de Goor, Volkskrant 3 maart 2025
Zo zie je maar weer, zelfs een afspraak bij de fysiotherapeut is niet zonder risico’s: Cor was, onderweg naar zijn afspraak bij fysiotherapeut Merel, gevallen. Liggend op straat heeft hij Merel gebeld, die – nu graag applaus voor Merel – Cor met een rolstoel is gaan ophalen.
Vijf minuten later zit Cor bij mij in de behandelkamer. Zijn linkerbeen doet veel pijn. Ik denk aan een beenbreuk, dus meld ik hem aan bij de Spoedeisende Hulp, maak de verwijzing en bestel een ambulance.
Maar even later belt de ambulancedienst me terug. ‘Een rit naar de SEH moet met medium- of high-care-vervoer. Dat mag niet met een low-care-ambulance’, vertelt de ambulancecoördinator. Ik ben benieuwd waar dit naartoe gaat. ‘Maar het is nu heel druk, dus het gaat zeker twee tot drie uur duren voor ik een high-care- of medium-care-ambulance beschikbaar heb’, vervolgt hij. ‘Een low-care-ambulance kan er binnen een uur zijn. Als je nou niet naar de SEH verwijst maar er een verwijzing voor een röntgenfoto van maakt, dan kan ik een low-care-ambulance sturen. Als het gebroken is gaat hij toch automatisch door naar de SEH.’
Even ben ik perplex. ‘Dus als ik Cor alleen voor een röntgenfoto instuur, halen jullie hem binnen een uur op, maar nu ik het zo ernstig inschat dat ik een SEH-beoordeling nodig vind, kan het wel twee tot drie uur duren. Je zou toch hopen dat de ernstigste gevallen het eerst aan de beurt zijn?’, vraag ik. ‘Tja, zo werkt het niet’, legt de ambulancecoördinator geduldig aan me uit. ‘We mogen geen ritten naar de SEH rijden met low care. Dat is het protocol.’
Ik dank de coördinator dat hij zo meedenkt, maak een nieuwe verwijzing voor Cor naar de röntgenafdeling en bel de spoedeisende hulp af. Ik vraag me wel af hoe het straks verder moet met Cor als zijn been niet gebroken blijkt – ik denk dat hij dan alsnog gezien moet worden op de SEH, maar goed, dan is-ie vast in het ziekenhuis, dus dat zien we dan wel weer.
Ik begrijp het wel hoor, ritten naar de spoedeisende hulp zijn hoogrisicopatiënten, dus dat daar dan een high-care- of op z’n minst medium-care-ambulance naartoe moet: logisch. Dat is veiliger, en we gaan in Nederland voor maximaal veilige zorg. De beste zorg. Maar als er tekorten zijn, wordt dat onlogisch. En dat komt steeds vaker voor. Wanneer middelen en mensen beperkt zijn, kun je niet meer voor iedereen de beste en veiligste zorg organiseren. Dan moet je keuzes maken. En dat kunnen we best!
In de eerste coronagolf stond er een file van auto’s voor de huisartsenspoedpost. Allemaal mensen met koorts en hoestbuien. Omdat we geen veilige afstand konden bieden, moesten alle zieke patiënten in hun auto wachten. Er was een streng protocol om besmetting op de post te voorkomen: we moesten ons helemaal omkleden in een nieuw schoon schort en schone handschoenen en de hele kamer desinfecteren voor elke nieuwe patiënt.
Het was allemaal zo tijdrovend, dat sommige mensen urenlang ziek in hun auto zaten te wachten op beoordeling. We hebben toen het protocol opzijgeschoven en zijn langs de auto’s gaan lopen, daar bekeken we hoe benauwd en ziek de patiënt eruitzag en bepaalden het zuurstofgehalte van de patiënt. Was die prima, dan mochten ze zonder verdere beoordeling weer naar huis. Zo werd de wachttijd voor de echt benauwde patiënten ook veel korter, want die visten we uit de rij wachtende auto’s voor verdere beoordeling op de spoedpost.
Officieel mochten we zo natuurlijk helemaal geen patiënten beoordelen. Maar coronatijd gaf zorgverleners ruimte om buiten de gangbare protocollen om te doen wat het beste is. En het maakte ons werk leuk, want we deden waarvoor we zijn opgeleid: zorg verlenen en dan vooral aan diegenen die onze zorg het hardst nodig hebben.
Bij schaarste moeten protocollen die gericht zijn op maximale veiligheid wijken. Met de toenemende schaarste zal dat steeds vaker nodig zijn. Dat vereist moed van zorgverleners om tegen protocollen in te gaan. Ook instanties als de Inspectie voor de Gezondheidszorg en het Tuchtcollege zullen hierin moeten gaan bewegen, waarbij de best haalbare zorg voor het collectief belangrijker moet zijn dan optimale en maximaal veilige zorg voor het individu.