Column: Rinske van de Goor, Volkskrant 21 augustus 2024
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft bepaald dat de tarieven voor huisartsenzorg dalen. Huisartsenpraktijken hebben namelijk meer zorg voor minder geld geleverd de afgelopen jaren. Goed nieuws, zou je denken, maar de huisartsen hebben daarbij ook iets meer verdiend. En dat mag niet. Dus waar medewerkers in de huisartsenzorg er gemiddeld 9 procent bij krijgen, en ook huur en andere kosten fors stijgen, moeten huisartspraktijken toe met minder geld.
De berekening van de NZa klopt als een bus hoor. Alleen rekenen ze met belachelijke cijfers. Zo houdt de NZa vol dat fulltime huisartsen hun werk in 36 uur per week kunnen doen, terwijl de praktijk overdag alleen al verplicht 50 uur per week open moet zijn. Het Nivel, een onafhankelijke instantie die onderzoek doet in de zorg, meet al jaren dat fulltime huisartsen in werkelijkheid gemiddeld 58 uur per week werken.
Ander voorbeeld: de NZa bepaalt hoeveel een huisartsenpraktijk aan kosten vergoed krijgt voor personeel, huur, ict, enzovoorts. Dit doet de NZa niet door te berekenen wat nodig is om een huisartsenpraktijk te financieren, maar enkel door terug te kijken. Maar bepalen hoeveel iets kost door terug te kijken naar gemaakte kosten is een beginnersfout.
Ter vergelijking: stel, we geven mensen na operaties allemaal te weinig pijnstilling. En dan bepalen we daarna de benodigde pijnstilling door te tellen hoeveel pijnstillers mensen gebruikt hebben, in plaats van hoeveel nodig is om de pijn onder controle te krijgen.
Dit is precies wat de NZa doet. Zo heeft 60 procent van de huisartspraktijken nu al huisvestingsproblemen, doordat de huisvestingsvergoeding veel te laag is. Uitbreiden, verbouwen, of verhuizen lukt niet met de tarieven, laat staan een nieuwe praktijk starten. Want de NZa baseert het tarief op basis van wat huisartsen nu aan huisvesting uitgeven – ook al komen de meeste praktijken daar dus nu al niet mee uit.
Steeds meer huisartsen kiezen dan ook niet meer voor een eigen praktijk met eigen patiënten, maar verhuren zich als zzp-huisartsen voor ongeveer 75 euro per uur. ‘Gezien de opleidingsduur, verantwoordelijkheid en zwaarte van het huisartsenvak is dat een bijzonder laag uurtarief.
Toch kiezen dus steeds meer huisartsen voor waarnemen. Voor een normale werkweek. Geen huisvestingsproblemen. Geen verantwoordelijkheid voor een praktijk met knellende budgetten. Dan maar minder verdienen. Dan maar geen langdurige relatie met eigen patiënten.
Dit levert slechtere zorg op. Want goede huisartsenzorg staat of valt met de zorg voor een eigen patiëntenpopulatie. Continuïteit van zorg is cruciaal voor huisartsenzorg: mensen met een vaste huisarts zijn gezonder en leven zelfs aanzienlijk langer. Daarnaast leidt een vaste huisarts tot grote kostenbesparingen: minder medicatievoorschriften, minder doorverwijzingen, minder ziekenhuisopnames. Het verschil is spectaculair.
De huisartsenzorg vangt steeds meer zorg van elders op en is een cruciale pijler om de zorg overeind en betaalbaar te houden. Dat de NZa vasthoudt aan archaïsche werkeisen en werkomstandigheden zal het einde van de vaste huisarts betekenen. Zo stevent de zorg in Nederland af op een stelsel zonder functionerende eerste lijn. Gevolg: forse gezondheids- en economische schade. Vasthouden aan irreële tarieven is penny wise, pound foolish.
Op de website van het ministerie van VWS prijkt prominent het hoofd van de kersverse minister Fleur Agema, met daarnaast haar woorden: ‘Zorg is mensenwerk. Als we nu het verwachte catastrofale personeelstekort niet afwenden, dan verliezen we. Ik wil niet scoren, ik wil winnen.’
Wij willen niet scoren of winnen, maar als vaste huisartsen voor onze patiënten zorgen. Persoonlijke zorg. Mensenwerk dus. Huisartsenzorg met hechte kleine teams in de wijk, midden tussen de eigen patiënten, is daarbij de basis. Dat levert niet alleen persoonlijkere en liefdevollere zorg op, het is betere zorg. En zinnigere en zuinigere zorg.’
‘Als minister Fleur Agema wil winnen geeft ze de NZa de opdracht door te rekenen wat gezonde toekomstbestendige huisartsenzorg kost. Met huisartstarieven die niet zijn gebaseerd op uitgaven uit het verleden maar op de gewenste toekomst. Door te zorgen dat de huisartsenzorg overeind blijft, wint de minister. En wint heel Nederland.’