Al jaren is het onrustig omtrent de vraag of huisartsenpraktijken (vaste) waarnemers kunnen blijven inhuren. Handhaving binnen de wet DBA is meermaals aangekondigd, maar tot nu toe telkens uitgesteld, onder andere omdat de voortgang van de zorg niet in het geding mocht komen wanneer er geen, of nog maar op incidentele basis, zzp’ers kunnen worden ingehuurd. Sommige huisartsenpraktijken drijven inmiddels op (vaste) waarnemers. Een situatie die de overheid al langere tijd onwenselijk vindt, onder andere vanwege steeds hoger oplopende waarneemtarieven, schijnzelfstandigheid met onterechte belastingvoordelen en steeds minder huisartsen die zich aan een vaste populatie verbinden.
Van uitstel komt geen afstel
Wanneer de wet DBA nou precies gehandhaafd gaat worden blijft nog iets vaag en zal per situatie verschillen, dat dit komend jaar toch echt vorm gaat krijgen is wel zeker. Dit betekent dat de belastingdienst in de komende jaren steeds kritischer zal gaan kijken naar schijnzelfstandigheid. Ondanks dat waarnemende huisartsen zelfstandig hun beroep uitoefenen maken ze toch gebruik van alle faciliteiten, processen en interne protocollen binnen de huisartsenpraktijk. Voor incidentele waarneming is dit geen probleem, maar bij een vast aantal dagen per week of maand zal de zelfstandigheid in twijfel worden getrokken. Bij andere medewerkers zoals de doktersassistenten of praktijkondersteuners is er zelfs geen enkele sprake van twijfel en kan van een vaste opdracht geen sprake meer zijn. Wanneer de belastingdienst oordeelt dat sprake is van schijnzelfstandigheid zal zij hoge naheffingen in rekening brengen voor alle werkgeverslasten en/ of onterechte aftrekposten voor zelfstandigen en daarbovenop kan zij eventueel een boete opleggen.
In gesprek over een vaste positie of maatschap
Grofweg tot eind 2025, begin 2026, hebben praktijkhouders, waarnemers en zzp-ondersteunend personeel de tijd om met elkaar het gesprek aan te gaan. Voor alle partijen is het risico op boetes en naheffingen aanwezig en is het van belang om alternatieven te zoeken. Een vaste aanstelling maakt het werken in de huisartsenpraktijk leuker en beter: vaste medewerkers leveren wetenschappelijk aangetoond meer arbeid en hogere kwaliteit zorg, door meer continuïteit. Teamgenoten dragen ook samen verantwoordelijkheid voor bijvoorbeeld het invullen van vakanties, waardoor externe inhuur vaak niet meer nodig is..
Er is in Nederland geen structureel huisartsentekort. Er is een tekort aan ‘vaste huisartsen’.
Dus tijd om het gesprek aan te gaan, met jezelf, jouw maten en tenslotte de waarnemer. Er zijn voldoende andere opties dan de huidige onhoudbare schijnzelfstandigheid. Dus: verklein je praktijk, neem een Physician Assistant aan, gun je waarnemer een plek naast je in de maatschap, of bied een loondienstverband aan: de CAO huisartsenzorg is uitstekend. Prima opties die de kwaliteit van de zorg van je praktijk verbeteren en het werk leuker en lichter maken voor het hele team.
Gebruik het komende jaar goed
Of je als praktijkhouder open staat voor extra maten, liever in gesprek gaat met een potentiële huisarts in loondienst of overweegt om verpleegkundig specialisten of physician assistants in te gaan zetten? Gebruik de komende tijd goed en laat je zeker ook adviseren. Er zijn voldoende partijen zoals de VVAA, andere financiële adviseurs of praktijkhouders met ervaring, die mee kunnen denken wat de beste constructie voor jouw praktijk en privé situatie is.
Vanuit VPH (samen met andere partijen) blijven we er scherp op letten dat alle randvoorwaarden, waarmee het praktijkhouderschap ook voor de toekomst aantrekkelijk moet blijven, ingevuld zullen worden. De politiek geeft aan dat een stevige 1e lijn en huisartsenzorg prioriteit is – wij geven aan welk beleid wij dan van hen verwachten om dit te onderbouwen.
Hierbij is het belang van de vaste huisarts inmiddels geland bij de politiek en bespreken we de knelpunten voor de huisarts om dit commitment waar te kunnen maken.
Eindelijk een poging om de oude vertrouwde zekerheden voor de patiënten weer terug te brengen in de huisartsenpraktijk. Wat stond de eerstelijnszorg in Nederland op een hoog niveau.
Als de patiënt de vaste medewerkers en huisartsen weer gaat leren kennen mag de huisarts van nu zich straks weer heel vertrouwd: ‘huisdokter’ noemen.