VPH en LHV zien belangrijke pijnpunten in de Prestatie- en tariefbeschikking 2023 van de NZa en tekenden in 2022 bezwaar aan. Dit bezwaar is door de NZa ongegrond verklaard. We nemen juridische vervolgstappen en gaan gezamenlijk in beroep bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb).
Eind maart 2023 ontvingen we van de NZa de beslissing op het bezwaar dat we in de zomer van 2022 indienden tegen de Prestatie- en tariefbeschikking huisartsenzorg 2023. Onze bezwaren waren gericht tegen:
- de hoogte c.q. kostendekkendheid van de maximumtarieven in de Prestatie- en tariefbeschikking 2023, en
- het schrappen van de mogelijkheid om intensieve zorg te kunnen declareren bij visites aan patiënten met (een verdenking op) een COVID-besmetting.
Onze bezwaren zijn door de NZa ongegrond verklaard. Lees hier de volledige beslissing op het bezwaar. De motivering van de beslissing van de NZa om onze bezwaren ongegrond te verklaren is echter erg mager en gaat in sommige gevallen zelfs uit van onjuiste veronderstellingen. Daarom is er na een zorgvuldige afweging besloten om beroep in te stellen tegen de beslissing van de NZa, bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb).
De huidige tarieven zijn onvoldoende dekkend vanwege de sterk gestegen praktijkkosten. In de komende tijd zal er, na de vertraging door Covid, alsnog een nieuw kostenonderzoek plaatsvinden welke deze gestegen kosten zullen bevestigen. De invoering van de herijkte tarieven per januari 2025 is echter veel te laat. De vertraging van het kostenonderzoek is zeer begrijpelijk maar je hoeft geen econoom te zijn om te kunnen zien dat de tarieven al tussentijds verhoogd kunnen en moeten worden.