De praktijkhoudende huisartsen achten het intimiderende en repressieve gedrag van de NMa-rechercheteams tegenover hun zusterorganisatie de LHV disproportioneel en niet passend binnen een democratische rechtsstaat. De beschuldigingen van de NMa hebben betrekking op vakbondsactiviteiten van de Landelijke Huisartsenvereniging. Met de komst van de Mededingingswet, die ook van toepassing is op de huisartsenzorg, zouden allerlei coördinerende en ondersteunende activiteiten ten dienste van de leden nu ‘marktbelemmerend’ en ‘concurrentievervalsend’ zijn geworden.
Onderzoek van ingenomen computerbestanden en administratie heeft tot nu toe geen strafbare feiten opgeleverd. De NMa heeft toegezegd verder te zoeken naar mogelijke overtredingen tenzij de LHV bestuurders, landelijk en regionaal, trainingen gaan volgen hoe de mededingingswet toe te passen. Tevens dienen voortaan de notulen van de ledenvergaderingen te worden gerapporteerd en de deelnemerslijsten ingediend van landelijke en regionale bestuursorganen. Dit alles heeft een verlammende werking op het maatschappelijke en professionele functioneren van de beroepsvereniging.
Huisartsen ervaren het optreden van de NMa als Kafkaiaans en vragen zich af waarom een gerespecteerd instituut als de LHV, wordt behandeld alsof het een potentieel criminele organisatie betreft.
VPHuisartsen maakt zich hierover ernstig bezorgd en heeft de Vaste Kamercommissies van VWS aangeschreven om in te grijpen. De beroepsgroep verdient respect voor haar prestaties. Markttoezicht met NMa politie-invallen past wellicht in een commerciële marktcultuur maar niet in de Nederlandse zorgcultuur, meent VPHuisartsen.
Onderstaand kunt u de brief lezen die naar de leden van de Vaste Kamercommissies van VWS van Eerste en Tweede Kamer is verzonden
Amsterdam 30-11-2011
Ondergetekenden roepen de leden van de Eerste en Tweede Kamer op om de criminalisering van de beroepsgroep huisartsen en in het bijzonder van haar beroepsorganisatie de Landelijke Huisartsen Vereniging [LHV] door de Nederlandse Mededingingsautoriteit [NMa] een halt toe te roepen.
Gerespecteerde beroepsgroep
In de afgelopen tientallen jaren heeft de LHV, samen met het Nederlands Huisartsen Genootschap [NHG] en de werkers in het veld, de huisartsgeneeskundige zorg internationaal op een zeer gerespecteerd niveau gebracht. Dit werd bereikt in een landelijk dekkend netwerk van huisartsenpraktijken van voornamelijk zelfstandig gevestigde huisartsen die samenwerken in hun waarneemverbanden. LHV en NHG gaven inhoudelijke impulsen door wetenschappelijk onderzoek en door ondersteuning van de huisartsen bij de uitvoering van hun zorgtaken. Bij overheid en zorgverzekeraars werden de belangen behartigd van huisartsen en werd gepleit voor maatregelen ter versterking van de praktijkorganisatie en de zorgintegratie binnen de eerste lijn.
Oude professionele kernwaarden
Samen met alle andere medische beroepsgroepen maakt de LHV deel uit van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering van de Geneeskunst [KNMG]. Een gerespecteerd orgaan dat onder andere toeziet op handhaving van professionele normen en waarden. In medisch-ethische vraagstukken speelt de KNMG en daarmee ook de LHV, een belangrijke maatschappelijke rol. Deze wordt bepaald door professionele kernwaarden. Waarden die niet sinds de invoering van de Zorgverzekeringswet uit 2006 bestaan, maar de rijke erfenis vormen van het verleden en oude tradities.
Zorgcultuur versus ondernemingscultuur
Veel van wat de beroepsgroep ter verbetering van de huisartsenzorg ondernam, werd in het verleden positief gewaardeerd. Sinds 2006 worden dergelijke activiteiten al snel verdacht gemaakt. In het wereldbeeld van toezichthouders als NMa en NZa zijn ondernemers zoals huisartsen, immers uit op marktmacht en op het eigen belang (geld). Zij handelen a priori niet of te weinig vanuit het belang van de consument of de patiënt. (Hoe anders denken de Nederlandse burgers over hun huisarts……)
De beroepsgroep lijkt niet in staat te zijn zich tegen dergelijke vooroordelen over huisartsen, hun intentie en professionele inzet, adequaat te verweren. Het werkklimaat waaronder huisartsen hun zorg bieden is mede door het optreden van NZa en NMa in de afgelopen jaren, killer en harder geworden. Dit alles doet afbreuk aan de motivatie en het arbeidsplezier van huisartsen. De opgelegde overgang van een zorgcultuur waarin samenwerking een levensvoorwaarde is, naar een onnatuurlijke bedrijfscultuur van door de overheid gewenste concurrentie en vermeende marktmacht, heeft veel nadelige gevolgen voor de stabiliteit en toekomstbestendigheid van het vak huisartsgeneeskunde.
NMa politie-invallen
In 2010 vielen NMa-rechercheteams de kantoren van de LHV binnen, landelijk en regionaal. Het gedrag van de NMa werd als zeer intimiderend ervaren. Alsof men op zoek was naar verdachte criminelen. Administratie en computerbestanden werden in beslag genomen, de toegang tot administratieve ruimten werd ontzegd.
Het optreden van de NMa-rechercheurs bleek uiteindelijk in verband te staan met vermeende marktbelemmerend activiteiten van de LHV waardoor de toetreding van ‘wilde’ praktijkvestigingen zou zijn verhinderd. Ook zou de LHV hebben willen belemmeren dat huisartsen patiënten van elkaar overnamen en zo de ‘markt’ hebben willen verdelen.
Zaken die voorheen in goed overleg tot klaarheid zouden zijn gebracht. De invoering van de zogenaamde zorgmarkt in 2006 vereist nu kennelijk een dergelijk politioneel overheidsoptreden.
Een gerespecteerd maatschappelijk instituut als de LHV, dit jaar 65 jaar oud, is kennelijk in de ogen van de Markttoezichthouder, verworden tot een potentiële bedreiging van de zogenaamde Zorgmarkt waar de huisartsenzorg nu onder wordt gerangschikt.
Dat ’s avonds door de bewakingsdienst per abuis het zegel van een door de NMa verzegelde kantoorruimte werd verbroken, leverde de LHV een boete op van € 51.000.
Tenslotte wordt de LHV verdacht de Mededingingswet te hebben overtreden door in het verleden collectieve onderhandelingen aan te gaan met verzekeraars.
Met disproportioneel optreden en persoonlijke intimidatie tegenover landelijke en regionale bestuursleden en medewerkers, is onderzoek ingezet naar bewijzen van centraal en regionaal georganiseerd misbruik van zogenaamde ‘marktmacht’ door de beroepsorganisatie.
Urenlange verhoren in een atmosfeer die meer doet denken aan de dagen van de oude Sovjet-Unie dan aan omstandigheden in een vrij land anno 2011 .
Verscherpt toezicht en Toezeggingsbesluit
Inmiddels staat de LHV onder verscherpt toezicht en is een aantal bestuurders gesommeerd inzage te geven in hun financiële administratie van de afgelopen 10 jaar!! De NMa hanteert voor haar verdere optreden jegens de beroepsgroep twee opties: óf zij zet het onderzoek naar vermeende overtredingen van de LHV in het verleden voort óf zij verlangt van de LHV het verzoek om een zogenaamd ‘Toezeggingsbesluit’ met een set afspraken over gewenst gedrag van de landelijke en regionale verenigingsorganen, nu en in de toekomst.
De LHV dient daarbij alle huidige en toekomstige bestuurders, centraal en regionaal, ervan te doordringen wat wel en niet kan volgens de mededingingswetgeving. Voor het vermijden van strafvervolging door de NMa politie en voor het verwerven van het zogenaamde Toezeggingsbesluit, moeten alle bestuurders landelijk en regionaal, inclusief de Afgevaardigden van de LHV-leden in de Ledenraad, zich committeren aan de afspraken tussen LHV en NMa.
Uitsluitend wanneer de Ledenraad een intentieverklaring heeft aangenomen om het traject van het Toezeggingsbesluit te volgen, zal door de NMa worden afgezien van vervolging van landelijke of regionale bestuurders.
LHV-Ledenraad
Het LHV bestuur heeft haar Ledenraad geadviseerd in te stemmen met de eisen van de NMa. Onderdeel hiervan is dat alle bestuurders een programma zullen doorlopen dat hun bewustzijn moet vergroten met betrekking tot de grenzen van toelaatbaar gedrag in relatie met de Mededingingswet. De LHV zal hiervoor informatie en brochures beschikbaar stellen en voor alle bestuurders binnen de vereniging, landelijk en regionaal, een trainingsprogramma realiseren met een mededingingsexpert, voor een dagdeel per twee jaar. Ook andere LHV-leden moeten hieraan kunnen deelnemen.
De NMa wenst daarover jaarlijks gerapporteerd te worden en de notulen van de landelijke en regionale ledenvergaderingen (Kringen) te ontvangen, inclusief de deelnemerslijsten.
Het is een Kafkaiaanse ontwikkeling. Wij vrezen dat de beroepsvereniging door de wettelijke legitimatie van het optreden van de NMa politie weinig formele mogelijkheden heeft zich tegen het machtsmisbruik, de intimidatie en chantage door dit bestuursorgaan, te verweren.
De handelwijze van de NMa die zowel opspoort, aanklaagt als veroordeelt en de strafmaat bepaalt zonder dat hierop adequate democratische controle bestaat, is in dit kader zeer verontrustend.
De structurele nascholing van het gehele LHV-kader en de rapportage-eisen dienaangaande zijn schofferend voor de beroepsgroep. Elke burger wordt geacht de wet te kennen. Huisartsen komt het vertrouwen toe dat ook zij dit ter harte nemen. Zij hebben ook ervaring met het maken van zorgvuldige afwegingen op het scherpst van de juridische snede zoals bij zaken rond leven en dood, en spreken of zwijgen. Wij achten het ongepast dat een integere beroepsgroep op voorgestelde wijze aan een permanente vorm van mededingingsdetentie wordt onderworpen.
Dubbele NZa – tong
Daarbij spreekt de NMA met dubbele tong. Als bewaker van het evenwicht in de markt is het ongemoeid laten van de ongelijke spelregels en het in stand houden van machtsongelijkheid tussen de marktpartijen een kwalijke zaak.
– Zorgverzekeraars kennen geen contracteerplicht jegens huisartsen.
– Contractonderhandelingen van (individuele) praktijkhouders worden door verzekeraars afgewezen.
– Huisartsen kunnen uitsluitend ja of nee zeggen tegen voorgelegde contracten.
– Pogingen bij de NZa een restitutietarief te verkrijgen om contractloos patiëntenzorg te kunnen blijven bieden, zijn tot nu toe niet geslaagd.
– Tarieven worden bepaald door de Staat of de verzekeraar, zonder mogelijkheid van gelijkwaardige onderhandelingen over de leveringsvoorwaarden.
– Zorgverzekeraars overleggen onderling over zorgaanbod, over prijzen en allerlei andere gemeenschappelijke belangen, zonder zichtbare of merkbare inmenging van de NMa.
Voor het merendeel van de Nederlandse huisartsen geldt dat de zogenaamde marktwerking een groot fiasco is. Met het ontluisterende bewijs dat ook zorgaanbod met beweerde ‘vrije prijzen’ uiteindelijk gebudgetteerd wordt. De overschrijdingen van het zorgbudget voor huisartsenzorg zijn noch aan de gebruikers (consumenten), noch aan de verzekeraars (regisseurs en inkopers van de zorg) toegerekend. Maar wel aan de leveranciers van die huisartsenzorg. Wat heeft dat met marktwerking te maken? De bakker die zelf de rekening te betalen krijgt voor de extra broden die op verzoek geleverd zijn aan de klant! Dat het ministerie van VWS en politici, de NMa en verzekeraars desondanks voor de huisartsenzorg in de heilzame werking van de markt blijven geloven, brengt de toekomst van die huisartsenzorg ernstig in gevaar.
Borging consumentenbelangen door de NMa
Overigens is het volstrekt onduidelijk hoe de NMa, die toch als taak heeft de belangen van de consumenten te borgen, met deze repressieve acties de burgers meent te dienen. De NMa zou ons inziens wat meer terughoudendheid mogen betrachten: huisartsen zijn niet de veroorzakers van de crises in ons land. Zij genieten bij de burgers een groot vertrouwen. Met € 9.11 per consult en € 13,67 per visite en prijzen voor M & I verrichtingen en ketenzorg die vele malen lager zijn dan die van ziekenhuistarieven, blijken huisartsen niet bepaald de gewiekste marktpartij, de harde onderhandelaars waar men bevreesd voor zou moeten zijn. De samenleving als geheel is gebaat bij een goed functionerende beroepsgroep die vanuit de beroepsorganisaties ondersteund wordt om als collectief een efficiënte en kwalitatief hoogwaardige patiëntenzorg en praktijkvoering mogelijk te maken. “Een sterke eerstelijn voorkomt onnodige economische en gezondheidsschade” bleek uit onderzoek van Starfield.
Zorginkopers en budgethouders
Vanaf 2006 en in 2007 kwamen de tariefsafspraken tot stand in goed overleg tussen zorgverzekeraars en huisartsen. Nu echter worden niet de verzekeraars als zorginkopende marktpartij aangesproken door de NMa, maar wél de huisartsen. Dat roept vragen op. Vanwaar dit eenzijdige focus van de NMa?
Het standpunt van de NMa is dat zorgverzekeraars het belang van patiënten dienen en zorgverleners niet. Daarom ligt haar scoop bij deze laatste groep. Maar waardoor wordt deze stelling gelegitimeerd?
Als toezicht op een doelmatige besteding van de zorgeuro’s wordt beoogd, hebben verzekeraars daar dan onvoldoende van gerealiseerd de voorbije jaren? Waar verlaagden zij de uitgaven aan de tweede lijn, door scherpe zorginkoop, sinds huisartsen de zorg voor tienduizenden COPD-patienten en honderdduizenden diabetespatiënten overnamen van de dure tweedelijnspoli’s?
Gaat het de NMa en het ministerie van VWS wellicht om iets anders? Welk belang is ermee gediend om de LHV lam te leggen? Onbestuurbaar als gevolg van de intimidatie van bestuurders op alle verenigingsniveaus. Past deze organisatie niet in het ontwerp van VWS over de toekomstige eerstelijns zorg? Beoogt men 24-uurs aanloopcentra, verpleegkundigen in de rol van aanbieders van ‘huisartsenzorg’ en huisartsen in loondienst als supervisoren van gesubstitueerde chronische zorg?
Het optreden van NMa/NZa en de opgelegde kortingen door VWS leiden in elk geval tot een neergaande ontwikkeling van de authentieke huisartsengeneeskundige zorg door de huisarts, voor eigen patiënten dicht in de buurt.
Samenwerken: samen het zorgbeleid formuleren
In 2010 adviseerde VPHuisartsen de nieuwe minister van VWS over een aantal gewenste maatregelen ter versterking van de huisartsenzorg. Eén van de adviezen had betrekking op de wijze waarop in ons land over het beleid rond de huisartsenzorg afspraken kunnen worden gemaakt. Met als basis het Rijnlands overlegmodel in plaats van de neoliberale marktprincipes. Het is de hoogste tijd dat het marktdogma wordt verlaten en er rust komt in de organisatie van de huisartsenzorg zodat er gewerkt kan worden aan een stabiele toekomst.
https://www.vphuisartsen.nl/images/stories/PDFs_VPHuisartsen/Documenten2010/BijlageII_Visiedocument_VPHuisartsen_200810.pdf
VPHuisartsen bepleit centrale, landelijke onderhandelingen tussen verzekeraars, zorgaanbieders en patiëntenorganisaties (en kroonleden?) om te komen tot consensus en advies aan VWS over algemeen geldende kwaliteits- en leveringsvoorwaarden en tarieven, vastgelegd in meerjarencontracten
Uit het Visiedocument VPHuisartsen aug. 2010
Tot slot
Wij hebben als Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen op een aantal terreinen een andere visie dan onze zusterorganisatie de LHV, maar wij voelen ons met betrekking tot de gerichte repressieve acties van de NMa evenzeer aangesproken en gecriminaliseerd.
Daarom herhalen wij onze oproep aan de leden van Eerste en Tweede Kamer om de criminalisering van huisartsen en in het bijzonder van haar beroepsorganisatie de LHV, door de Nederlandse Mededingingsautoriteit een halt toe te roepen.
Met vriendelijke groet,
Namens VPHuisartsen,
Wouter N. van den Berg, voorzitter Hans Nobel, secretaris