Cliënten hebben recht op kosteloze inzage in hun medisch dossier. Dit volgt zowel uit de Algemene Verordening Persoonsgegevens (AVG) als de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO). Cliënten hebben ook recht op een kosteloos afschrift van hun medisch dossier. Indien een cliënt inzage in en een afschrift van zijn of haar medisch dossier wenst, zal hij of zij dit moeten opvragen bij de desbetreffende zorgaanbieder. Vervolgens zal er – doorgaans – een afspraak moeten worden gemaakt (in de praktijk, instelling of het ziekenhuis) om de inzage te realiseren en/of een afschrift af te geven. Het feit dat een cliënt een verzoek moet indienen voor inzage in en afschrift van het fysieke medisch dossier, blijkt in praktijk vaak een hoge drempel om daadwerkelijk gebruik te maken van deze mogelijkheid.
Op 1 juli 2020 treedt het overige deel van de Wabvpz in werking, waaronder ook het recht van cliënten op elektronische inzage in en afschrift van het medisch dossier. De achterliggende gedachte van deze nieuwe verplichting is dat de autonomie van cliënten steeds belangrijker wordt. Van informed consent wordt overgestapt op shared decision making. In een dergelijk systeem is het passend dat de cliënt te allen tijde – al dan niet online – toegang heeft tot zijn of haar eigen medische gegevens. Immers, een goed geïnformeerde cliënt heeft meer inzicht in zijn of haar eigen gezondheid en kan daarnaast (meer) regie nemen ten aanzien van de behandelmogelijkheden en/of therapieën, zo is de gedachte. Door daarnaast volledige transparantie te bieden, zal het vertrouwen richting de zorgaanbieder toenemen.
Het recht houdt in dat, indien een cliënt hierom verzoekt, deze het recht heeft om inzage te verkrijgen in en afschrift van het medisch dossier langs elektronische weg. Dit hoeft niet per definitie via internet plaats te vinden.