Als huisarts heb je te maken met een heleboel verschillende partijen die allemaal een ander stukje van de zorg invullen. Hun namen komen geregeld langs, maar wat doen zij precies? Waar staan ze voor? En wat vinden ze eigenlijk van VPH? Aangezien samenwerking steeds belangrijker wordt, laten we in de reeks ‘Partners in de zorg’ de hoofdrolspelers in de huisartsenwereld aan het woord. Om ze wat beter te leren kennen, krijgen ze allemaal dezelfde vragen voorgelegd. Deze keer Bart Brandenburg, programmamanager OPEN (Ontsluiting van Patiëntengegevens in de Eerstelijn in Nederland).
Hoe groot is jullie organisatie?
Wij zijn geen organisatie, maar een programma dat in het leven is geroepen door de LHV, NHG en InEen. Ons team bestaat uit 10 a 12 mensen. Eind 2022 houden we op te bestaan.
Wat is jullie taak in het huisartsenlandschap?
Onze opdracht is om alle huisartsen in Nederland te helpen om veilig en betrouwbaar dossiers elektronisch beschikbaar te stellen aan patiënten. De reden dat we dat doen is deels omdat het moet. Per 1 juli 2020 zijn huisartsen namelijk in het kader van de AVG en de Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg (WABvpz) verplicht om gegevens elektronisch beschikbaar te stellen aan iedereen die daarom vraagt. Daarnaast past het in de ontwikkeling van programma’s zoals MedMij, dat helpt met het realiseren van een veilige, persoonlijke gezondheidsomgeving voor alle burgers zodat zij zelf de regie over hun eigen gezondheid kunnen houden.
OPEN is een VIPP-programma; dat staat voor Versnellingsregeling Informatie-uitwisseling tussen Patiënt en Professional. Dergelijke regelingen zijn er voor veel sectoren, zoals ziekenhuizen, GGZ, geboortezorg en langdurige zorg.
Naast deze praktische redenen is er ook een meer principiële reden. Huisartsen willen graag invulling geven aan belangrijke thema’s als persoonsgerichte zorg, samen beslissen, eigen regie, meer tijd voor de patiënt en zorg op de juiste plek. OPEN kan daarbij helpen. Kunnen beschikken over je eigen gezondheidsgegevens is een noodzakelijke voorwaarde voor het realiseren van die thema’s.
In het verleden hebben we veel e-health projecten gezien die oplossingen waren op zoek naar een probleem. Dat kweekte weerstand, maar inmiddels zien de meeste huisartsen wel in dat het belangrijk is om na te denken over de rol van ICT in de zorg. De vraag is: hoe kan ICT ons helpen om te bereiken wat we willen? Met die vraag als uitgangspunt wordt ICT je vriend in plaats van de vijand. OPEN is dan ook geen doel op zich, maar een middel op weg naar een andere manier van werken voor huisartsen.
Wat zijn jullie kernwaarden?
De belangrijkste is natuurlijk openheid, zoals onze naam aangeeft. Dat heeft alles te maken met onze opdracht en missie. Daarnaast vinden we meten en bijsturen bijzonder belangrijk. We hebben een budget van 75 miljoen. Dat is een enorme bak geld, dus we willen graag precies laten zien wat we daarmee doen en vooral: wat het oplevert.
Dat doen we op verschillende manieren. Via de Open Monitor laten we zien wat er gebeurt in de regio’s, hoeveel huisartsen meedoen, hoeveel patiënten er gebruik van maken etc. Daarnaast hebben we een maatschappelijke business case laten opstellen om inzichtelijk te maken wat precies de meerwaarde is die met het geld wordt gerealiseerd. Tot slot hebben we aan kennisinstellingen gevraagd om mee te kijken. De huisartsenzorg in Nederland is gebaseerd op wetenschappelijke inzichten. Wij willen daar met OPEN graag aan bijdragen door kennis en inzichten uit het programma te destilleren waar de huisartsenzorg de komende jaren echt iets aan heeft.
Hoe zien jullie de positie van de huisarts in het zorglandschap?
De huisarts heeft nog steeds een unieke positie door de brede blik op de gezondheid en het vertrouwen dat deze professional geniet van patiënten. Dat vertrouwen is een groot goed, maar je kunt het ook verliezen als je er niet zorgvuldig mee omgaat. Dat maakt huisartsen soms beducht om radicale veranderingen te omarmen. Dat snap ik heel goed. Maar wat ik niet deel, is de angst dat kunstmatige intelligentie en robots het werk van huisartsen overbodig gaan maken. De positie van de huisarts is aan verandering onderhevig. De huisarts wordt minder poortwachter en komt meer in de coachende en begeleidende rol terecht. Maar uit alle ervaringsverhalen van patiënten die gebruik maken van digitale zorg blijkt duidelijk dat patiënten een combinatie willen van digitale zorg met iemand van vlees en bloed. De huisarts zal dus altijd een belangrijke plek in het zorglandschap in blijven nemen.
Hoe kijken jullie aan tegen kleinschaligheid?
De kracht van de huisartsenzorg zit deels in de kleinschaligheid. De kleinschaligste zorgrelatie is de 1-op-1-relatie in de spreekkamer. Die zal altijd blijven bestaan. Het feit dat je als huisarts een persoonlijke relatie hebt, en geen behandelfabriek bent is een groot goed. ICT kan dat optimaal ondersteunen. Het is een krachtig middel om kleinschalige, persoonsgerichte zorg vorm te geven, maar daar moet je wel dingen voor regelen. Basisvoorzieningen zoals beveiliging of infrastructuur kunnen prima landelijk georganiseerd worden. Het internet hoef je in Twente niet opnieuw uit te vinden. Andere dingen kun je beter in regionaal verband regelen, zoals de ondersteuning bij de invoering van een programma als OPEN. Individuele huisartsen met HIS-leveranciers laten onderhandelen werkt ook niet zo goed, zoals we de afgelopen jaren hebben geleerd. Door dergelijke dingen centraal te organiseren, kun je kleinschalige, persoonlijke zorg optimaal ondersteunen.
Wat is jullie visie op de ANW?
Een van de sterke punten van de Nederlandse eerstelijn is dat die nog ANW-zorg kent en dat die zorg niet is overgedragen aan ziekenhuizen of de spoedeisende hulp. Digitale ondersteuning kan die zorg verder verbeteren, met name bij specifieke groepen. Wij verwachten dat het effect van online inzage in het dossier het grootste zal zijn bij mensen met chronische aandoeningen, gezinnen met jonge kinderen en bij acute zorg.
Een bezoek aan de huisartsenpost is een informatierijke gebeurtenis. Als je op vrijdagavond op de HAP belandt en er in het weekend weer iets aan de hand is, of als je op maandag alsnog naar je eigen huisarts gaat, is het fijn als je even terug kunt kijken wat er vrijdagavond ook alweer precies gebeurd is. Ik denk dan ook dat OPEN een hulpmiddel kan zijn bij het instandhouden van de ANW-zorg
Wat vinden jullie van VPHuisartsen?
Aanvankelijk was ik een beetje beducht voor VPH: ‘dat zijn die lastpakken die overal tegen zijn’, maar dat is ontzettend meegevallen. Het is een groep die zich in het verleden zeer kritisch heeft uitgelaten over e-health en digitale zorg, maar waar we nu op een plezierige constructieve manier overleg mee voeren. We komen om de paar maanden bij elkaar om het bestuur bij te praten over de ontwikkelingen binnen OPEN. Ook hebben we VPH meegenomen in de consultatieronde om een aantal documenten voor te bereiden, waaronder de basiseisen. Als we ze iets voorleggen, komt daar altijd een constructief kritische reactie op.
Hoe zouden we elkaar kunnen versterken?
We zitten met OPEN nu in de fase waarin we bij individuele huisartsen terechtkomen.
OPEN wil graag namens alle huisartsen met ICT-leveranciers onderhandelen. VPH heeft een duidelijke visie op het vak en wij willen dan ook graag de mening van VPH-leden gebruiken om zoveel mogelijk de goede dingen te doen. Dingen waar we huisartsen echt verder mee helpen.
Bart Brandenburg
programmamanager OPEN