In de Griekse mythologie ruilden de reusachtige cyclopen één oog, om de toekomst te kunnen zien. Maar ze werden belazerd en leerden slechts de dag dat ze dood zouden gaan. Een vreselijk geschenk.
De goden speelden graag spelletjes met de stervelingen. Hera dwarsboomde de held Heracles, Odyseus was een speelbal van de Griekse onstervelijken in Olympia, Atlas werd gedwongen de wereld te dragen en Prometheus moest de diefstal van het vuur bekopen met een lever die aangevreten werd door een vogel, elke dag weer.
Zo trof ik een droevig meisje van negen jaar met een gat in haar kin. Ze had twee dagen geleden een nieuwe step gekregen. Noodlot, of een steentje tegen het voorwiel, of een boosaardige god – resultaat was dikke tranen. Ze wilde helemaal niet naar de dokter en hechten ging al helemaal niet gebeuren, ze ging gewoon naar huis. Na rustige uitleg koos ze eieren voor haar geld. Zonder een kik, met maar een klein traantje, zonder verdoving, gingen er drie kleine draadjes door de kin. Ze wilde geen ijsje en de stickers met prinsessen was ze ook al ontgroeid.
Ach ja, als je de prinsessen al niet meer ambieert en de Paashaas niet echt is en Zwarte Piet niet een heel cool concept, dan begrijp je dat het leven ook vaak niet zo heel leuk is. Dat je blij kan zijn met een nieuwe step, maar ook zomaar een lelijk gat in je velletje kan vallen. Gelukkig was er dan weer een andere oude Griek, Aesclepios, die van de goden instructies had gekregen hoe je doktertje speelt. Zoon van Apollo en Coronis, werd Aesclepios onderwezen door de centaur Chiron, maar niet nadat Apollo zijn moeder had gedood wegens ontrouw, en hem uit het dode lichaam trok. Hoe verzin je het zeg. Ik moet bekennen, dat zoiets wel veel spannender klinkt dan iemand halfdood aan een kruis te nagelen en na drie dagen weer uit een grot te laten wandelen. Maar dat is een kwestie van geloof, geloof ik, zou Doe Maar in de jaren tachtig zingen.
Maar voordat ik kon hechten, was er wel wat uitleg nodig natuurlijk. Het kapotte prinsesje was om tien voor vijf gevallen dus het was in blessuretijd werken. De stickers gingen niet werken, een kleurplaat is suf, een handschoen opblazen werd het ook niet. Hier was uitleg nodig. “Luister heel goed naar wat ik ga zeggen. Je kunt niet met een gat in je kin naar huis. Ik ga niet liegen, het doet best wel even zeer. Maar vandaag ga je iets leren, je leert namelijk dat je soms zomaar een nieuwe step krijgt, en zomaar een gat in je kin kan vallen. Morgen vindt je misschien een briefje van 50 euro of je gaat in een grote hondendrol staan.” Ze knikte. Ze veegde een traan weg. Ze was stoer. En de goden waren mij zodanig gunstig gezind, dat ik keurig op tijd aan kon schuiven voor het avondeten.
Ik heb precies zo’n snee in mijn kin. Waarschijnlijk stelde ik me vreselijk aan, want de huisarts toen, plakte het met een zwaluwstaartje bij elkaar. Ik had waarschijnlijk gevochten als de onkwetsbare leeuw van Nemea waar Heracles nog een zware dobber aan had, dus hechten was onmogelijk. Niemand ziet mijn kin door mijn ultra hippe baard, maar het litteken zit dieper dan mijn huid. Ik heb ook wel eens 50 euro gevonden en de hondendrollen zijn me ook niet bespaard gebleven.
Ik denk dat het goed zou zijn als we allemaal flink op ons bek gaan als we jong zijn. Wat dat betreft heb ik zo nog wel eens mijn twijfels aan de jongere generaties. Onterecht, ongetwijfeld. Het is een verwarrende, veel te snelle en ingewikkelde tijd. Er is altijd wel een nieuwsbericht over een soort virus, een oorlog, een demonstratie. Je kapsel moet zo zitten, je moet zus en zo telefoon, je moet TikTok en je schaamlippen mogen niet te groot zijn – ik wist niet eens wat dat waren totdat ik ging studeren en ik was 24 toen ik mijn eerste email verstuurde. We hadden zwart wit televisie en we gingen op de fiets kijken of een vriendje thuis was, die ging je echt niet bellen vanuit je broekzak.
Als ik een Griekse God was, dan had ik de mobiel uitgevonden. Een oppermachtig apparaat, die je ogen op de wereld verschaft, nieuws van over de hele planeet, contact met elke sterveling, toegang tot universiteiten, tickets, plaatjes, teksten, plaatjes van auto’s en mooie mensen. En ach, we weten het heus wel. Dat mooie apparaat, da’s een tweesnijdend zwaard. Het is het geschenk van de cyclopen, het vuur van Prometheus, de last van Atlas. ‘Elk voordeel heb zijn nadeel’, om met een voetbalgod te besluiten.
Huib Rutten
Huisarts, wijsgeer
Beste Huib,
Duidelijk blijkt weer dat je naast huisarts een fantastische schrijver bent. Weer met veel plezier je stuk gelezen.
Groet,
Rob Grooters