Op 5 april jl. zat bijna het voltallige bestuur van VPHuisartsen bij de NZa voor drie verschillende sessies.
Bekostiging huisartsendienstenstructuur
Dick Groot zat, samen met de LHV en InEen, bij een sessie over de huisartsen- dienstenstructuur voor overleg inzake ANW-oplossingen.
VPHuisartsen maakt zich sterk voor een invulling van de spoedeisende medische diensten (SEMD) waarbij alle betrokken partijen bij elkaar in één pand zitten. Eén loket voor de spoedzorg dus. Dat maakt dat patiënten beter en sneller bij de juiste persoon terechtkomen, en dat we meer gerichte zorg kunnen bie- den. Dat is des te belangrijker, omdat er in de huisartsenzorg sprake is van een toename van ouderen en verwarde personen. Uit doorrekening van het plan bleek dat deze aanpak een stuk voordeliger uitvalt dan de huidige aanpak. Inmiddels is er een projectgroep gevormd die een pilot wil uitrollen. Twee regio’s hebben interesse getoond om hieraan mee te werken. Zo’n werkwijze vraagt wel om ontschotting van de financiering. Daar hebben we de NZa bij nodig, aangezien er op enige wijze geschoven zal moeten worden met de financiering. De NZa heeft toegezegd daar ruimte voor te bieden. VPHuisartsen heeft aangegeven graag mee te denken over de vormgeving van de ontschotting. Dat is complexe materie, die de nodige tijd zal kosten.
Bekostiging consulten
De meeting bij de NZa ging ook over de bekostiging van de verschillende vormen van consulten. Hierbij waren Dick Groot en Erik van Dijk aanwezig. Insteek van dit gesprek was het onderscheid tussen live contact, mail contact of een telefonisch consult, en de bekostiging daarvan. Die staat namelijk vaak niet in verhouding tot de inspanning. Groot: ‘Vroeger mailde iemand over een muggenbult. Dan schreef je terug: ‘Azaron halen bij het Kruidvat’, en dan was het klaar. Tegenwoordig gaat zo’n mail contact over het mentorschap van iemands demente moeder. Dat is vele malen complexer en tijdrovender, terwijl je nog steeds maar 4,50 euro er voor mag rekenen.’ Of dat niet anders kon, wilde de NZa weten. De organisatie denkt nu na over de mogelijkheid om de huidige systematiek in te ruilen voor een andere systematiek waarbij onderscheid wordt gemaakt in de lengte van een consult: kort, gewoon of lang. Geen goed idee, vindt Groot. ‘Met de huidige systematiek is niets verkeerd. Het heeft meerwaarde om inzichtelijk te maken wat de aard van een consult was. Alleen moet je dan wel de lengte van een consult meenemen in de tarifering. Tegenover een lang telefonisch of lang mail consult zou een hogere vergoeding moeten staan dan tegenover een kort of normaal consult.’
Doorontwikkeling bekostiging huisartsenzorg na 2019
‘s Middags hadden we als VPHuisartsen een brainstormsessie met de LHV, ZN, VWS, VGZ, InEen en NZa. Voor VPHuisartsen waren Erik van Dijk en Lammert Hoeve hierbij aanwezig. Op de agenda: de doorontwikkeling van de bekostiging van de huisartsenzorg na 2019. De sessie was bedoeld om de NZa inzicht te geven in waar het veld heen wil met de bekostiging.
Om te beginnen werd besproken hoe alle stakeholders naar huisartsenzorg en de bekostiging daarvan kijken. Daarbij kwamen vragen aan bod als:
Wat zou de kern van de bekostiging moeten zijn/blijven binnen huidige en toekomstige structuur? Moet deze vraag- (patiënt) of aanbod- (huisarts) gedreven zijn? Moet je bekostigen op kwaliteit, of op innovatie? Moet je multidisciplinaire samenwerking bekostigen?
Steekwoorden die namens VPHuisartsen over tafel gingen: persoonlijk, generalistisch, continu, autonomie, helder hoe en wat je mag declareren of wat bekostigd is, administratief eenvoudig.
Vervolgens stonden drie vragen centraal.
1 Wat gaat er nu goed en moet zeker blij- ven in de toekomstige bekostiging?
Erik van Dijk: ‘Voor VPHuisartsen is dat in ieder geval de gemengde bekostiging. De mix van inschrijftarief en verrichtingentarief moet wat ons betreft overeind blijven. De reden is dat het inschrijftarief een stukje ‘garantie’ biedt voor het draaiend kunnen houden van je praktijk, terwijl het verrichtingentarief garant staat voor loon naar werken. Wie meer inspanningen levert, wordt daar ook extra voor betaald. Dat vinden wij eerlijk. VPHuisartsen zal zich daar sterk voor blijven maken.’
2 Wat moet anders of beter?
Iedereen benoemde wat beter kan of zou moeten. VPHuisartsen benoemde onder andere transparantie in bekostiging, duidelijk maken wat er precies in het inschrijftarief zit, S1 als de basis (100 procent) en S2-3 meer aanvullend karakter, meer duidelijkheid over S3, minder ingewikkeld. Het zwaartepunt werd door velen gelegd bij zorgzwaarte en transparantie.
3 Hoe denken we dat te bereiken?
Deze vraag riep veel discussie op. Reden voor Erik van Dijk om daarbij aan tafel het belang van vertrouwen te benadrukken. ‘Er werd namelijk ook gesproken over vermeende perverse prikkels en productiegericht werken bij huisartsen. Daardoor werd de suggestie gewekt alsof wij ons handelen grotendeels laten bepalen door financiële motieven. Dat is niet terecht. Ik heb aangegeven dat er eerst duidelijk moet zijn waar dat wantrouwen vandaan komt. Pas dan kun je met wederzijds respect en vertrouwen verdere stappen maken met elkaar’.