De beroepen van LHV, VPH en DBH over de huisartsentarieven zijn door de rechters van het CBb gegrond verklaard. De NZa moet nu opnieuw een beslissing nemen over de tariefbeschikkingen 2023 en 2024. In de uitspraak van de rechters worden de huisartsen op alle punten in het gelijk gesteld. Het alleen indexeren van de tarieven, terwijl er wel signalen van de huisartsen waren dat de ontwikkelingen in de zorg niet passen bij de tarieven, was onvoldoende volgens de rechters. De NZa moet nu alsnog onderzoeken of de tarieven voor 2023 en 2024 kostendekkend zijn. Mocht blijken dat de tarieven over die jaren niet kostendekkend zijn, dan moeten huisartsen alsnog worden gecompenseerd.
Uitspraak CBb
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) oordeelt dat de NZa, gelet op de ontwikkelingen in de sector en de signalen die de huisartsen hebben afgegeven over hogere kosten, de tarieven niet meer had mogen baseren op het kostenonderzoek over het jaar 2015. De NZa had bij de vaststelling van de tarieven voor 2023 en 2024 moeten onderzoeken of de tarieven nog kostendekkend zijn. De NZa moet nu dus een nieuw kostenonderzoek doen of de tarieven voor 2023 en 2024 op een andere manier herijken. Dat geldt in elk geval voor de kostenposten huisvesting en personeel (bron: persbericht uitspraak huisartsentarieven).
Lees hier het CBb persbericht en lees hier de volledige uitspraak
De rechter oordeelde vandaag dat de signalen van de huisartsen over complexere oudere patiënten die meer tijd vragen, toenemende GGZ-problematiek in de praktijken, stijgende tijdsinvesteringen voor afstemming, meer administratieve lasten maar ook personeels- en huisvestingsproblematiek terecht waren. Er is meer onderbouwing van de tarieven nodig dan simpelweg indexeren van tarieven. De rechter merkte terecht op dat de NZa in haar beleid de ruimte heeft om tussentijds te herijken en dat ook had moeten doen.
Lammert Hoeve, bestuurslid van de LHV en ex bestuurslid VPH: “De LHV en VPH zijn blij met deze uitspraak van de rechter. Het laat zien dat de signalen van de huisartsen serieus genomen moeten worden. De NZa kan en mag niet volstaan met indexeren als er vanuit het veld signalen komen dat tarieven niet kostendekkend zijn. We gaan op korte termijn met de NZa in gesprek over de gevolgen van deze uitspraak op de korte en langere termijn.”
Succes door samenwerken
Vanuit VPH, LHV en DBH is er veel tijd en energie in deze zaak gestoken sinds de zomer van 2022 toen LHV en VPH besloten bij de NZa, en later het CBb, in beroep te gaan en DBH separaat ook bezwaar had aangetekend. LHV en VPH werkten, als toekomstige fusiepartners, direct intensief samen. In de laatste fase, vanaf het moment dat de zaken bij het CBb samengevoegd konden worden, is er daarnaast veel juridische informatie uitgewisseld met DBH. Door ieder op verschillende aspecten te concentreren is er een sterke zaak ontstaan en heeft de combinatie de rechters kunnen overtuigen. In de laatste fase hebben LHV en VPH ook het jaar 2024 nog in de zaak kunnen betrekken, waardoor de beoogde compensatie/ herijking nu over twee jaren berekend moet gaan worden.
Het VPH bestuur is uiteraard tevreden met het resultaat en dankt zowel LHV als DBH voor de samenwerking. Na de feestdagen houden we u op de hoogte over het vervolg in de gesprekken die LHV/ VPH met de NZa zullen gaan voeren.