Na een reeks van teleurstellende berichten over verschillende zorgverzekeraars die het hoofdlijnenakkoord niet zo nauw nemen komt nu de vraag of onze grenzen inmiddels ruim overschreden worden? Eerst hadden we de weigering van Zilveren Kruis om de afspraken uit het hoofdlijnenakkoord te volgen en met terugwerkende kracht de indexering toe te passen, vervolgens volgde VGZ met een tenenkrommende bekendmaking van de prestatie ‘Doelmatig Voorschrijven’ over 2018. Waar de meeste praktijkhouders de verbazing over duizenden euro’s korting op deze prestatie nog niet te boven zijn, volgt direct alweer het volgende hoofdstuk met regionale aanbestedingen diagnostiek.
Landelijke verbazing over aanbestedingen diagnostiek VGZ
VGZ heeft, in het kader van de doelstelling om te streven naar één aanbieder per regio voor eerstelijnsdiagnostiek en trombosezorg, een offertetraject uitgezet. In 9 regio’s is daarna een zogenaamde regievoerende diagnostiekaanbieder aangewezen welke voor alle VGZ verzekerden de diagnostiek moet gaan verzorgen vanaf 2020.
Ondanks dat alle goede ideeën om de zorgkosten in te perken waardering kunnen krijgen, is er verbazing over deze bijzonder stap van VGZ. Door zogenaamde regievoering van regionale labs trachten ze schaalvergroting en regionale samenwerking te forceren en de kosten verder te drukken. Een proces wat door marktwerking, opkomst van landelijke opererende laboratoria en regionale samenwerking onder zorgverleners eigenlijk al in gang is gezet.
VGZ neemt nog prominenter plaats op de stoel van de huisarts
Is de geforceerde actie van VGZ nu een stap te ver onze spreekkamers in? Waar er eerst nog sprake was van een vrije keuze voor kwaliteit en de laagste kosten voor praktijkhouder en patiënt bepaalt VGZ nu vanuit de stoel van de huisarts waar diagnostiek aangevraagd moet worden. Dat dit netwerk totaal (nog) niet aansluit op ‘de juiste zorg op de juiste plek’ doelstelling en huisartsen en patiënten nu op zoek moeten naar nog niet bestaande prikpunten verder van huis, is van minder groot belang. Sterker nog, we zullen moeten vrezen dat VGZ ook de zeer gewaardeerde en kosten efficiënte prikpunten in de praktijken zal willen passeren. Plots is ‘de juiste zorg op de juiste plek’ niet meer zo interessant. De zo geprezen marktwerking en regionale samenwerkingsverbanden gaan VGZ waarschijnlijk te langzaam. In plaats van deze processen een kans te geven wordt het nu eerder de nek omgedraaid en onze regie verder overgenomen.
Grenzen en verantwoordelijkheden van de zorgverzekeraars?
VPHuisartsen vraagt zich af waar eigenlijk de grenzen van de zorgverzekeraar bij de keuze van de juiste zorgverleners liggen? Weet VGZ in elke wijk, elke stad en elk dorp welk laboratorium het beste is? Zal het aanbestede (goedkoopste?) laboratorium ook op tijd zijn als een patiënt met spoed geprikt moet worden? In elke wijk? Zelfs als op deze vragen uiteindelijk een bevredigend antwoord zou kunnen komen, wie garandeert ons dan dat andere zorgverzekeraars niet net weer een andere mening zullen vormen en we versnipperde zorg moeten gaan leveren per zorgverzekering?
VPH heeft de vragen over verantwoordelijkheden en grenzen van zorgverzekeraars ook per brief aan de NZa gesteld en gaat binnenkort verder in gesprek over dit onderwerp. Wij vinden in ieder geval dat er in toenemende mate sprake is van zorgelijke inmenging en dat we er als praktijkhouders kritischer vragen over moeten gaan stellen.
Wij moedigen alle regionale huisartsenorganisaties aan om ook deze kritische vragen te stellen bij de regionale onderhandelingen. De zorgverzekeraars moeten weten dat er grenzen zijn aan de inmenging in het vak en deze grenzen bij velen al bereikt zijn. Tot nu toe werden onze individuele grenzen niet gerespecteerd of begrepen, wellicht als we het collectief duidelijker aan gaan geven dat de boodschap beter over gaat komen?