De bekende dichtregel van Lucebert verscheen in 1987 in neonletters op de dakrand van een Rotterdamse verzekeringsmaatschappij. Een knap staaltje imagebuilding, goed voor opgetrokken wenkbrauwen. Maar bij nadere beschouwing is die mix minder wonderlijk dan hij lijkt, want economische waarde heeft alles te maken met morele waarden. Dat geldt voor huisartsen net zo hard als voor verzekeringen.
De betekenissen van het woord ‘waarde’
Het woord ‘waarde’ heeft verschillende betekenissen. Ten eerste een economische: het prijskaartje dat aan diensten en producten hangt. Die economische waarde maakt een wezenlijk onderdeel uit van het huisartsenvak. Ook people business kost geld. Veel geld zelfs. De schoorsteen moet wel roken en de maatschappij moet de rekening voor de zorg wel kunnen betalen. De economische waarde van de zorg is dus iets om rekening mee te houden.
Zaken als naastenliefde, eerlijkheid en vertrouwen vormen de ethische basis onder het handelen.
De tweede betekenis is van een heel andere orde, maar minstens zo interessant. Waarde heeft ook een normatieve kant. Denk maar aan het woordenpaar ‘normen en waarden’. Hierbij gaat het om zaken die mensen belangrijk vinden bij het inrichten van hun leven of de wereld om hen heen. Zaken als naastenliefde, eerlijkheid en vertrouwen vormen de ethische basis onder het handelen.
Op het eerste gezicht gaat het om twee heel verschillende dingen. Het ene gaat over geld, het andere over betekenis. Maar als je beter kijkt hebben ze alles met elkaar te maken. Of liever gezegd: dat was zo. Van oudsher is het maatschappelijk leven stevig gegrondvest op normen en waarden. Of ze nu religieus waren of seculier, het waren de waarden die bepalend waren voor de vraag hoe de wereld werd ingericht. Aan de dienstverlening kon je zien wat mensen belangrijk vonden.
Waardengedreven onderwijs
Zo was het onderwijs tot voor kort waardengedreven. Kinderen kregen niet alleen onderwijs om hun kennis te vergroten, maar om te leren goede burgers te worden. Het onderwijs stond ten dienste van hun vorming als mens, dus moraal was een wezenlijk onderdeel van het curriculum. Integraal onderwijs avant la lettre.
Of neem het bedrijfsleven. Het vak van ondernemer is ooit ontstaan omdat mensen dachten dat ze een maatschappelijke bijdrage konden leveren. Maatschappelijk verantwoord ondernemen als corebusiness, kom daar nog maar eens om op een moderne aandeelhoudersvergadering.
Vermorzeld
Een van de kenmerken van onze tijd is dat de koppeling tussen de economische en de normatieve betekenis van het begrip waarde steeds meer wordt losgelaten. Dat is een recept voor ellende en ligt aan de basis van veel dingen die misgaan in onze maatschappij. Het drama bij de NZa is een perfect voorbeeld van wat er gebeurt als waarde wordt gereduceerd tot economische waarde. Zonder de morele component ontstaan grote, geldverslindende, bureaucratische kolossen waar mensen zo zijn losgezongen van hun wortels, dat ze zich niet meer realiseren wat hun bestaansrecht is, namelijk het dienen van de burger c.q. patiënt. Zonder dat besef verdwijnen de dingen van werkelijke waarde als sneeuw voor de zon en worden mensen die opkomen voor die kernwaarden vermorzeld in het systeem, zoals met Arthur Gotlieb gebeurde. Dat is het gelijk van Lucebert.
De zeer oude zingt
er is niet meer bij weinig
noch is er minder
nog is onzeker wat er was
wat wordt wordt willoos
eerst als het is is het ernst
het herinnert zich heilloos
en blijft ijlings
alles van waarde is weerloos
wordt van aanraakbaarheid rijk
en aan alles gelijk
als het hart van de tijd
als het hart van de tijd
Lucebert (Amsterdam, 1924 – Alkmaar, 1994)
Die kernwaarden er langzaam uitfaseren zoals zorgverzekeraars en overheid nu doen, staat gelijk aan het slachten van de kip met de gouden eieren.
En het wrange is: die zogenaamd efficiënte, zakelijke houding draagt allerminst bij aan het creëren van economische waarde. Integendeel. Het is de normatieve waarde die zorgt voor samenhang, zin en betekenis en daarmee ook voor een gezond financieel plaatje. De kernwaarden zijn het geheim van de goede en goedkope Nederlandse huisartsenzorg. Die kernwaarden er langzaam uitfaseren zoals zorgverzekeraars en overheid nu doen, staat gelijk aan het slachten van de kip met de gouden eieren. Een zorgstelsel dat huisartsen aanmoedigt vooral productie te leveren in plaats van zorg te verlenen, draagt bij aan uitholling van het vak en resulteert uiteindelijk in slechtere en duurdere zorg. Als het normatieve kader wordt beschouwd als niet ter zake doende of als een luxe die wij ons niet kunnen veroorloven, zijn we aan de goden overgeleverd. Dan is alles van waarde inderdaad onvoorstelbaar weerloos en afhankelijk van de grillen van de mensen met macht.
Witte verf
Waar dat toe kan leiden, blijkt uit het verhaal van de vernietiging van een van Luceberts eigen kunstwerken. Behalve dichter was hij ook schilder, en in ruil voor kost en inwoning schilderde hij in 1947 op verzoek van de zusters van het Franciscanessenklooster in Heemskerk een grote wandschildering. De zusters hadden echter weinig gevoel voor kunst. Ze konden het eindresultaat niet waarderen en lieten de voorstelling overschilderen met witte verf.
Sommige principes zijn het waard om de barricades voor op te gaan.
Dingen die je belangrijk vindt, moet je niet aan anderen overlaten. Zeker niet als die anderen op dat punt een blinde vlek vertonen. Het koesteren van de kernwaarden in eigen kring is niet genoeg. Als alles van waarde werkelijk weerloos is, is het zaak dat huisartsen zich weerbaar opstellen en waar nodig de confrontatie kiezen. Dat is iets anders dan omwille van de politieke realiteit kiezen voor wat haalbaar is, zoals sommige brancheverenigingen doen. Als het gaat om zoiets belangrijks als kernwaarden is ‘haalbaar’ niet genoeg. Sommige principes zijn het waard om de barricades voor op te gaan, rechtszaken te voeren, en stakingen uit te roepen als dat nodig is om ze te verdedigen tegen de witte schilderskwast van marktideologen, kortertermijnpoliciti, machtswellustige verzekeraars en doorgewinterde bureaucraten.
Als dat niet gebeurt, zullen die weerloze waarden onder de voet gelopen worden, en zitten we straks met de realiteit van een parafrase op Lucebert door Jules Deelder, op een andere gevel in Rotterdam: ‘Van alles is weer waardeloos.’
Dit artikel verscheen eerder in de vijfde editie van VPH’s blad MedZ.
Dit is een belangrijk artikel. Niet alleen voor de huisartsenzorg.
De kern van het hier beschreven probleem is het begrip ‘perversiteit’.
De meesten van ons denken dan aan een seksuele aberratie, maar dat is slechts een speciale categorie: Een perversiteit ontstaat / kan ontstaan wanneer een op zich legitieme of logische regel wordt toegepast in een situatie waar deze niet (meer) past.
Het probleem is dat in toenemende mate ‘regelsysteem logica’ wordt toegepast in (zelfsturende) ‘natuurlijk systeem’ situaties zoals in de zorg voor gezondheid, onderwijs, veiligheid etc.
En dat gaat dus op gegeven moment volstrekt fout.
Ik schreef er al over in 2004 op HuisartsVandaag.
Google: Ken je dat land achter de regels, standaarden en protocollen ?
Dank voor deze voortreffelijke verhandeling, die aansluit bij het denken van Prof. Arnold Heertje. Zie zijn meest recente boek, ‘Economie’. Hij gaat uitvoerig in op het concept ‘waarde’, en stelt met nadruk dat het een ernstige misvatting is als zou hierbij alleen over geldelijke waarde zou gaan of zou moeten gaan. De geneeskunde omvat een domein waarbinnen het vaak om niet in geld uit te drukken waarden gaat, zoals bijvoorbeeld ‘leven’. Dit vormt een waarde op zich. Het is dehumaniserend een mensenleven te willen monetariseren. Niet voor niets schrijft Heertje veel over aspecten van de gezondheidszorg.
Dit raakt de kern en essentie van het niet pluis gevoel dat in het meeste pluche ontbreekt, doch dat door onze beroepsgroep zo gevoeld wordt. We zitten er helaas midden in.
De strijd is nog niet gestreden en de passie voor het beroep blijft. De mensen blijven gewoon ziek worden en het eindproduct kan alleen maar beter worden. Dit zal een fase zijn die misschien hoort bij de technologische evolutie waarin alles maakbaar kneedbaar en geautomatiseerd moet lijken te worden, met als enige meetpunt het financieel gewin. Want zeg nou zelf, worden we er echt veel gelukkiger van? De behoefte aan de menselijke maat zal blijven. De wijkverpleegkundige komt weer terug. Er komt misschien een tijd voor huisarts 2.0, in een tijdsgeest waar financiën niet meer de belangrijkste drijfveer zal zijn, maar waar de huisarts misschien ook tijd gaat krijgen voor zijn eigen ouders en familie.