Nu de laatste kruitdampen van de corona-oorlog beginnen te verdampen, is het de moeite waard om terug te kijken hoe we deze stress-test hebben doorstaan.
Het begin was overrompelend. Door de afwezigheid van een deskundige aansturing werden we geconfronteerd met tekorten aan persoonlijke beschermingsmiddelen en testmogelijkheden. Teveel verzorgenden, verpleegkundigen, huisartsen enz moesten hun werk doen zonder bescherming en hierdoor zijn vermijdbare besmettingen ontstaan. Er zijn toen twee cruciale stappen gezet:
De eerste was de regie teruggeven aan de deskundigen. De tweede was het opheffen van iedere belemmering, die samenwerking zou kunnen hinderen tot en met de onwerkbare privacy-regels.
Deze razendsnelle koerswendingen hebben er toe geleid dat in no time corona-hotels opgetuigd werden, corona-spreekuren op aparte lokaties voor de hele huisartsengroep gedaan werden en een zeer efficiënte landelijke scholing wekelijks gehouden werd. Ook een interessant fenomeen was het opdrogen van het “zorgconsumentisme”: opeens geen zorgsupermarkt meer waar voor iedereen altijd en overal iets te halen valt, maar we gingen weer noodzakelijke zorg leveren. Ondanks de enorme druk en onzekerheid, was het hartverwarmend om er eindelijk weer samen de schouders onder te zetten.
Dan dient zich nu de vraag aan: willen we weer terug naar de oude situatie, waarin we het roer weer terug moeten geven aan verzekeraars en elkaar als concurrenten moeten zien?
Laat ik een aantal zaken van voor de corona-uitbraak nog eens benoemen:
– Er was geen regie: In 2015, in de Amsterdamse Rode Hoed, is door de vier grootste verzekeraars volmondig toegegeven, dat ze niet op kwaliteit kunnen sturen, geen regie kunnen voeren. De enige sturing vindt dus plaats op financiële cijfers, die als “zinnige zorg” in de markt gezet worden. De overheid bleef maar roepen dat “de marktpartijen er zelf uit moesten komen”, wetende dat dat niet gaat lukken zolang er een totaal scheve machtsverhouding bestaat.
– Het fundament onder het huidige zorgstelsel is nog steeds de hypothese dat onderlinge concurrentie de beste zorg voor de beste prijs levert. De corona-crisis heeft aangetoond dat we alleen door volledige, ongehinderde samenwerking de beste zorg kunnen leveren. Interessant hierbij is het feit, dat op 27 juni 2019 de overheid besloten heeft om de ambulancezorg niet aan markt en regels voor aanbesteding bloot te stellen, omdat iedereen het recht heeft op goede spoedeisende ambulancezorg. Als het fundament niet deugt, kun je steeds weer reparaties uitvoeren, maar echt goed zal het nooit worden.
– Het machtsmiddel van de Aanmerkelijke Markt Macht zorgt ervoor dat we als deskundigen onze eigen contracten met de daarbij behorende realistische tarieven niet meer kunnen opstellen. Zelfs het in alle openheid praten over wenselijke tarieven is een riskante aangelegenheid. Vrijheid van meningsuiting is ondergeschikt aan financiële regels.
– Contracten worden steeds meer “fuikcontracten”: in het begin ziet het er redelijk uit, maar na verloop van tijd is het de zoveelste sigaar uit eigen doos.
– Zonder toetsing op uitvoerbaarheid worden allerlei bezuinigingen eenzijdig en dwingend opgelegd, waardoor er steeds weer onwerkbare situaties ontstaan.
Als de politiek echt bereid is om te leren van de afgelopen periode en de waardering voor onze inspanningen niet beperkt blijft tot een paar maanden dan is het nu tijd om de lessen in praktijk te brengen. En dan niet weer een compromis van een compromis, omdat dat het hoogst haalbare is in de politiek, maar een goed, toekomstbestendig stelsel, waar we weer blij van worden:
Geef de regie van de zorg terug aan de deskundigen.
Natuurlijk is het belangrijk dat de zorg betaalbaar blijft en dat moet een blijvend punt van aandacht voor alle partijen zijn. Maar dat bereik je niet door de dokter, de psychiater, de psycholoog, de fysiotherapeut enz. ondergeschikt te maken aan de boekhouder.
De overheid moet in het belang van de burger blijven toezien op prijs en kwaliteit. Dat kan alleen als er voldoende deskundigheid bij de overheid is, mensen uit het veld, niet alleen zorgeconomen, politicologen en bestuurskundigen. Als dat niet verandert blijft het een soort voetbalwedstrijd zonder scheidsrechter.
Maak van samenwerking weer het leidend principe.
Geef ons net als de ambulancezorg het vertrouwen, dat we voor de beste kwaliteit gaan. Iedere burger, van Eijsden tot Rodeschool heeft recht op dezelfde hoogwaardige huisartsenzorg, uitgewerkt in één landelijk huisartsencontract voor een periode van minimaal 5 jaar.
Breng weer rust in de zorg en laat ons dat doen waar we goed in zijn.
Reuver, 19 juni 2020
Patrick Albert
huisarts en VPH-lid
Het is zwaar geweest, ook voor de andere sectoren. Een evaluatie maken en stilstaan bij de vraag: wat kunnen wij meenemen of wat hebben wij erbij geleerd die we misschien permanent dan wel tijdelijk kunnen toepassen?