Voor wie de kranten een beetje bijhoudt en over de muren van het eigen land en het eigen vak heenkijkt, is het glashelder: het Westen is op zijn retour. Oude mechanismen lopen vast en overvloedige regelgeving moet het gebrek aan innovatief vermogen verhullen.
Roep voor verandering
De roep om verandering klinkt steeds duidelijker. We staan op de drempel van een tijd waarin machtsverhoudingen verschuiven en grote anonieme instituties worden ingehaald door kleine lokale initiatieven waarin mensen samen optrekken rondom een gemeenschappelijk doel. Na een tijd van schaalvergroting gaan we terug naar de menselijke maat.
Aan de oppervlakte lijkt alles nog hetzelfde – ook in huisartsenland.
Om dat te zien moet je wel goed kijken, want aan de oppervlakte lijkt alles nog hetzelfde – ook in huisartsenland. Ministerie, NZa en IGZ maken de dienst uit. Verzekeraars produceren standaard inkoopcontracten en leveren direct de bijbehorende pen. De bureaucratische molen draait op volle toeren. Geen ontsnappen mogelijk, want zonder contract geen geld.
Van de vijfhonderd huisartsen die weigerden het contract met VGZ te tekenen, hebben de meesten inmiddels de handdoek in de ring gegooid bij gebrek aan een level playing field. Dus waar zit de ruimte voor verandering?
Dat is niet de vraag die Aletta Jacobs gesteld zou hebben. Als we één ding van haar kunnen leren, is het wel de waarde van een diepgewortelde overtuiging. Als je vindt dat een situatie onwenselijk is, moet je je niet in eerste instantie afvragen hoe het anders kan, want als de mogelijkheden daarvoor beperkt zijn kom je niet in beweging en blijft de situatie bestaan. Veel sterker is de simpele overtuiging dat het anders moet – no matter what.
Groninger hospitaal
Fundamentele verandering is meestal niet het resultaat van duwen en trekken, maar van een innerlijke drive. Jacobs had een droom: dokter worden, net als haar vader en haar oudste broer. Als kind liet ze haar speelgoed al in de steek om te luisteren naar hun gesprekken over interessante ziektegevallen in het Groninger hospitaal of belangwekkende dingen uit vaders praktijk. Het enige probleem: zo’n carrière was destijds uitsluitend weggelegd voor jongens. Meisjes werden klaargestoomd voor het moederschap.
Dus belandde ze zeer tegen haar zin op de jongedamesschool. Ze legde zich echter niet neer bij haar lot. Dat leidde ertoe dat ze op 20 april 1871 toestemming kreeg van minister Thorbecke om als eerste meisje in Nederland medicijnen te gaan studeren. Ze werd de eerste vrouwelijke arts en promovendus en maakte zich sterk voor voorbehoedsmiddelen voor vrouwen en het vrouwenkiesrecht. Een enorme prestatie in een door mannen gedomineerd universum.
Dat de universiteit geen meisjes toeliet was een realiteit om rekening mee te houden.
Toen Jacobs als zesjarig meisje haar toekomst als dokter voor zich zag, was er geen enkele reden om te denken dat die droom ooit uit zou kunnen komen. Integendeel. Dat de universiteit geen meisjes toeliet was een realiteit om rekening mee te houden. Om nog maar te zwijgen over het politieke klimaat en de burgerlijke moraal. Dat ze er desondanks in slaagde haar eigen koers te varen, is te danken aan een aantal eigenschappen die ook in deze tijd hun nut kunnen hebben.
Vragen stellen bij vanzelfsprekendheden
Hoewel wij leven in een tijd van uitroeptekens, is het vraagteken minstens zo krachtig. Het belang van een goede vraag wordt in een paar zinnen uitgetekend door Remco Campert in het prachtige gedicht Verzet begint niet met grote woorden. Daarin komen de zinnen voor:
jezelf een vraag stellen
daarmee begint verzet
en dan die vraag aan een ander stellen
De vraag van Jacobs was simpel: waarom mogen alleen jongens studeren? Voor ons een retorische vraag, maar in haar tijd was het stellen ervan niet minder dan rebellie. Het feit dat het altijd zo was geweest, was voor haar geen steekhoudend argument. Zij wilde antwoorden – en wel antwoorden die hout sneden.
Ook in deze tijd zijn er vanzelfsprekendheden die in beton gegoten lijken en die het huisartsenwerk behoorlijk onderuit schoffelen. Een gedachte-experiment in de lijn van Jacobs:
- Wat als zorgverzekeraars de regels niet meer dicteerden?
- Wat als de zorginkoper zou snappen dat goed niet hetzelfde is als goedkoop?
- Wat als de macht verschoof van de bureaucraten naar de professionals?
- Wat als we de patiënt echt centraal zouden stellen?
- Wat als de samenleving gebaseerd zou worden op vertrouwen in plaats van wantrouwen?
- Wat als we een zorgsysteem creëren dat vrijdenkers omarmt in plaats van ze dwarsboomt?
Visie
Het vraagt visie en voorstellingsvermogen om te zien wat er nog niet is. Aletta Jacobs zag in haar artsenpraktijk de gevolgen voor winkelbediendes die vijftien uur achter elkaar op hun benen moesten staan. Niet alleen medisch onverantwoord, maar ook sociaal onverantwoordelijk, vond zij. Maar het was wel wettelijk toegestaan.
Terwijl de wereld het normaal vond dat een winkeljuffrouw letterlijk altijd paraat stond, zag zij een ander plaatje: werknemers die gewoon konden zitten als er even geen klanten waren. Trek de lijn door naar de huidige tijd en je komt op een ander Utopia: een gezondheidszorg die niet draait om regels, maar om mensen.
Onmogelijk? Niet volgens George Bernhard Shaw, de Ierse toneelschrijver en socialist die ooit schreef: ‘You see things and you say ‘Why?’ But I dream things that never were and I say, ‘Why not?’.’
Lef
Het vereiste een enorme hoeveelheid lef om als eerste vrouw een duik in een mannenwereld te nemen, de strijd aan te gaan met de zittende macht en te dealen met de vooroordelen. Zoals het idee dat een vrouw nooit een even goede dokter kon zijn als een man. Zo kreeg Jacobs ooit een klacht van een patiënt over de hoogte van de rekening: die was even hoog als die van een mannelijke arts.
In plaats van te gaan twijfelen aan haar eigen kwaliteiten stelde ze hem een zakelijke vraag:
‘Hebt u dan, toen mevrouw Uw echtgenoote inderdaad ernstig ziek was, minderwaardige en daarom goedkoope hulp voor haar gezocht? Ik vermoed, dat het U in de eerste plaats om goede hulp te doen was.’
Waarop de rekening prompt werd voldaan…
Ook deze tijd vraagt om lef. Het lef om op te komen voor je principes en te staan voor de waarden van je vak terwijl die aan alle kanten onder vuur liggen.
Ook deze tijd vraagt om lef. Het lef om op te komen voor je principes en te staan voor de waarden van je vak terwijl die aan alle kanten onder vuur liggen. Neem Arhur Gotlieb die de strijd aanbond met de machtige NZa. De vijfhonderd huisartsen die weigerden het contract met VGZ te tekenen. Of huisarts Nico Tromp uit Tuitjenhorn die ingreep in een situatie waarvoor geen regels bestonden om zijn terminale patiënt niet onnodig te laten lijden. Mensen die een streep in het zand trekken en het gevecht aangaan met de gevestigde orde omdat waarden die hen dierbaar zijn met voeten worden getreden.
Doorzettingsvermogen
Het uitdagen van de gevestigde orde is een zaak van lange adem. Dat merkte Jacobs in haar strijd om winkelbedienden het recht op een stoel te geven. Er zat achttien jaar tussen het moment dat ze vrouwen opriep winkels te boycotten die geen zitgelegenheid wilden creëren voor hun winkelbediendes en de wet die dit verplicht stelde.
Datzelfde uithoudingsvermogen is nu nodig. De strijd over kwalitatief goede zorg is nog lang niet gestreden en krijgt steeds een ander gezicht. Daar kun je moedeloos van worden, maar je kunt je er ook op instellen en weigeren om je omver te laten blazen. Steeds opnieuw opstaan en blijven herhalen wat voor jou als professional onopgeefbaar is en wat je koste wat kost overeind wilt houden tegen de regelzucht van de beleidsmakers in: de kernwaarden van je vak.
Dat is niet eenvoudig. Werken in het ingewikkelde landschap van de zorg vereist ook flexibiliteit, incasseringsvermogen en de bereidheid compromissen te sluiten. Zo moest Jacobs er knarsetandend in toestemmen dat ze in haar vakanties onder de hoede van haar moeder geplaatst zou worden om alsnog te leren hoe ze een goede huisvrouw kon worden.
Systeem
Nu nogmaals de vraag: waar zit de ruimte voor verandering? Het antwoord: in ons hoofd. Het enige wat ruimte schept is de diepe overtuiging dat iets niet is zoals het zou moeten zijn en dat het dus anders moet. Ongeacht wat het kost, hoe moeilijk het is of hoe lang het duurt.
Anneke Tromp, weduwe van huisarts Nico Tromp uit Tuitjenhorn die in 2013 zelfmoord pleegde nadat hij op non-actief was gesteld vanwege het toedienen van een dodelijke hoeveelheid morfine aan een terminale patiënt, schetste in de NRC van 18 april jl. in een Open Brief aan de ministers Schippers (Volksgezondheid) en Van der Steur (Justitie) op treffende wijze het morele failliet van de huidige gezondheidszorg.
‘Wie handelt conform de regels handelt niet per definitie goed, hij is alleen maar niet in overtreding. Het gaat om de vraag of deze instellingen fatsoenlijk hebben gehandeld. Ik verwijt het AMC, de IGZ en het OM niet dat ze zich niet aan de regels gehouden hebben. Ik verwijt hen gebrek aan wijsheid, inzicht en compassie bij het hanteren van de regels (…) U moet zich schamen.’ ((De brief is ook te lezen op de website van Welingelichte Kringen.))
Een glasheldere analyse van een vrouw die haar man verloor aan een dolgedraaid systeem. Als regels belangrijker worden dan de mensen voor wie ze zijn ontworpen, is er iets grondig mis. Als het systeem zorgverleners en patiënten vermorzelt omdat wijsheid, inzicht en compassie niet in een DBC te vangen zijn, is er maar een gepaste reactie mogelijk: terug naar af!