Huisartsenzorg is te typeren als integrale zorg, die de gehele patiënt centraal stelt en is onderdeel van geïntegreerde zorg: samenhangende zorg waaraan meerdere zorgaanbieders op verschillende momenten een bijdrage leveren.
“De huisarts heeft als poortwachter een centrale rol in het zorgstelsel en moet die ook behouden”, is in de gehele zorgsector een breed gedragen opvatting.
De huidige bekostiging is complex en rond de huisarts gebouwd in plaats van de geïntegreerde zorg centraal te stellen.
Er is sprake van een sterk hefboommechanisme rondom de kosten van huisartsenzorg. Door de rol van poortwachter worden veel zorgvragen tegen relatief lage kosten afgehandeld en voorkomt daarmee veel hogere kosten in 1e en 2e lijn en farmacie. Zorgverzekeraars zijn dus terughoudend met “scherp” inkopen, dat zou pennywise poundfoolish zijn.
Verzekeraars zouden voor afspraken gestoeld op het model van partnerschap ruimte moeten krijgen in de bekostiging voor inkoopafspraken die beide partijen recht doen. Ook regionale variatie vraagt om die ruimte.
Dat patiënten belemmeringen ervaren om te wisselen van huisarts hangt waarschijnlijk niet samen met het inschrijftarief. Daarvoor moeten andere oplossingsrichtingen worden gezocht.
Goede registratie wordt geacht essentieel onderdeel te zijn van goede zorg. Tevens is het voorwaarde voor het kunnen belonen op gezondheidsresultaten.
Naast het ontschotten van de bekostiging is minstens zo belangrijk dat schotten binnen de macrokostenbeheersing verdwijnen of flexibeler worden. Sturing van complexe 1e lijnszorg is niet gebaat bij starre schotten.
Bovenstaande (voorlopige) conclusies zijn leidend geweest bij het ontwerpen van 4 bekostigingsopties zoals verder beschreven in dit advies. Waarom meerdere opties? De minister noemt in haar adviesaanvraag 5 doelen en 4 randvoorwaarden, die niet met één bekostigingsmodel vervuld kunnen worden. Daarom zal er een keus gemaakt moeten worden, waarbij vier toekomstvisies de basis vormen van vier bekostigingsadviezen. In de tabel zien we 4 leidende principes, die leiden tot een andere bekostigingmodellen. Deze modellen worden in de samenvatting beschreven.
De vier beschreven modellen worden vervolgens onderling vergeleken aan de hand van negen criteria (Voortkomend uit het door de minister gevraagde advies) waarbij scores volgens een 7 punt’s schaal worden gegeven. Die scores zijn niet meer dan een eerste indicatie en behoeven verdere uitwerking van de modellen. Hieronder volgen die criteria:
Het moet een eenvoudig systeem zijn
Het moet onderscheid maken naar functioneren, goed versus slecht.
Het moet taakherschikking stimuleren
Het moet geïntegreerde zorg stimuleren
Het moet innovatie stimuleren
Het mag substitutie van 2e naar 1e lijn niet belemmeren
Het moet kosten beheersbaar zijn
Het moet een gelijk speelveld tussen toe en uittreding geven
Het moet ruimte bieden voor regionale variatie
Het model wat het best aan bovenstaande voorwaarden zal voldoen heeft de meeste kans om daar de minister als nieuw model voor de bekostigingsstructuur gekozen te worden.
Commentaar VPHuisartsen: dit consultatiedocument is gestoeld op een adviesaanvraag van een minister, die wel heel veel doelen en randvoorwaarden heeft gesteld om tot een nieuw bekostigingssysteem te komen. Dat dit niet in één model is te vatten geeft al aan hoe complex ons bekostigingssysteem is en een nieuw systeem zal worden. De richting die we uiteindelijk opgaan in het definitieve advies is nog onduidelijk. Deels zal dat afhangen van de schriftelijke en mondelinge opmerkingen en aanvullingen die wij als huisartsen nog kunnen geven. Daarbij aangetekend dat het advies van de NZa natuurlijk niet bindend is en ook zal afhangen van de politieke werkelijkheid, met name de financiële werkelijkheid, waarbij b.v. ons kostenonderzoek ook een rol zal kunnen spelen. Bedenk ook dat wel heel veel instanties zich bezig houden met wat huisartsenzorg is, hoe huisartsenzorg gedaan moet worden, wanneer huisartsenzorg gedaan moet worden, met wie er moet worden samengewerkt, en wat de huisarts mag verdienen. De huisarts zelf heeft daar nog maar een beperkte stem in. Gelukkig worden we door het zorgveld nog steeds gezien als onmisbare spil in de gezondheidszorg. Misschien moeten wij als huisartsen ons zelfbewustzijn richting politiek ook eens wat opvijzelen, zodat de minister ons ook echt serieus gaat nemen.
Herman Suichies, VPHuisartsen
Via deze link kunt u de volledige management samenvatting lezen: NZa management samenvatting