Het is eindelijk gelukt. De kongsi van bestuurders van LHV, KNMP VHN en NPCF, die in november 2011 hun handtekening hebben gezet onder “afspraken voor de doorstart van de LSP infrastructuur” hebben goed hun best gedaan. Bij de ondertekening van hun convenant hebben ze zoveel mogelijk zorgorganisaties bij elkaar verzameld om toch maar vooral duidelijk te maken dat eigenlijk alle Nederlandse zorgorganisaties overtuigd voorstander van een LSP zijn. Op een foto met vertegenwoordigers van ZN, NVZ, NAPCO, ASKA, VKAN, LHV, KNMP, LHV, VZVZ, Nictiz, stichting OZIS en diverse ICT leveranciers, zit Wilna Wind in het midden trots naast Andre Rouvoet.
“Het is goed voor de patiënt”, “daar doen we het toch allemaal voor, veilige uitwisseling komt de patiënt ten goede” en dergelijke uitspraken zijn niet van de lucht. Iedereen lijkt blij. Het past in de goednieuwsshow die opgevoerd wordt, en ook bij de advertentiecampagne die op dit moment gevoerd wordt om toch vooral patiënten aan te zetten hun toestemming (opt-in) te verlenen. Een advertentiecampagne waar Albert Heijn jaloers op zou zijn. Bovenaan de advertentie staat ook het logo van VWS, blijkbaar doet de Nederlandse overheid hier ook aan mee. Dan moet het toch wel betrouwbaar zijn.
Het is ongelofelijk maar waar, amper anderhalf jaar nadat het landelijke elektronisch patiëntendossier gesneuveld is in een unanieme Eerste Kamer is een kleine particuliere organisatie in staat gebleken Nederland exact hetzelfde systeem dat werd afgewezen, alsnog op te dringen. Dat het beroepsgeheim van de huisarts wordt aangetast, geldt nog steeds. Dat de privacybescherming onvoldoende is geregeld geldt nog steeds. Dat de medische voordelen van een landelijk systeem nooit zijn aangetoond geldt nog steeds. Dat gegevens in het dossier van de huisarts nog verre van compleet en dus onbetrouwbaar zijn geldt nog steeds. Dat een meerderheid van de zorgaanbieders en een meerderheid van de huisartsen een landelijk werkend systeem nog steeds niet willen geldt nog steeds. Het enige wat veranderd is, is de procedure om de benodigde toestemming van de patiënt te verwerven. De 7 miljoen patiënten die, waarschijnlijk voor het grootste deel onwetend, in het systeem staan aangemeld worden per 1 januari, op last van het CBP, verwijderd. Dit soort zaken lees ik niet in de “feiten en fabels” die de NPCF over het LSP schreef.
Welke lobby, welke machten steken daar achter? Wim Jongejan, voormalig huisarts en erkend expert op het gebied van EPD en LSP spreekt van een ragfijn spel. Ik spreek liever van onderhandse machtspolitiek. Het deed me denken aan een boek, “Hoe word ik een rat” van Joep Schrijvers, een organisatieadviseur, die beschrijft hoe konkelen, streken uithalen en samenzweren in organisaties een alledaagse bezigheid zijn. Wie spant met wie samen? Wie zijn er ‘twee handen op één buik’? Wie manipuleert wie, waartoe en hoe? Mensen die vertrouwen op de formele verhoudingen, op het ‘nette’ spel, komen bedrogen uit. Beslissingen komen niet alleen tot stand door rationele afwegingen van voor- en tegenargumenten. Nee, het andere spel, het ondergrondse politieke machtsspel, is minstens even belangrijk.
Duidelijk is dat de LHV hierin de hoofdrol en een dubbelrol speelt. Iedereen weet dat zonder medewerking van de huisartsen het hele systeem gedoemd is te mislukken. Aangezien de weerstand onder huisartsen, die de laatste jaren al veel voor de kiezen hebben gekregen, erg groot is, moest er iets anders bedacht worden om het LSP-project tot stand te brengen. Alleen met argumenten zal het niet lukken. Daarvoor zijn voor- en tegenstanders inmiddels te gepolariseerd. Geld zou een optie zijn, maar ja, diegenen die daar gevoelig voor zijn hebben de subsidie van VWS allang binnengehaald. En de overtuigde tegenstanders zullen ook nu niet door de bocht gaan. Overigens gaan dit soort subsidies grotendeels linea recta door naar de ICT leverancier, die hier dan ook direct belanghebbende partij is.
Dus zwaarder geschut is nodig. De LHV heeft, als enige ondernemersvereniging in Nederland, de mogelijkheid een zogenaamde beroepsnorm in te stellen. Dat wil zeggen, dat als de LHV vindt dat voor een goede beroepsuitoefening communicatie via een LSP nodig is en dit tot norm verheft, dat vanaf dat moment alle huisartsen aan die nieuwe norm moeten gaan voldoen. Of je nou lid bent van de LHV of niet, of je er anders over denkt of niet, dat doet niet meer ter zake. Hoe wordt zoiets geëffectueerd? Heel eenvoudig. De zorgverzekeraar neemt de LSP-aansluiting als verplichtend op in de contracten, eerst nog als inspanningsverplichting, later waarschijnlijk als harde voorwaarde en de IGZ komt in het geweer om de nieuwe norm te handhaven. En we weten, zonder contract zijn we niet levensvatbaar. Vergist u zich dus niet, per 1 januari 2014 wordt elke huisarts verplicht mee te doen. Dan is het grootste deel van de beroepsgroep via de variabiliseringsgelden (u weet wel, dat geld uit eigen zak) aan het ADEPD-registreren, is de opt-in en opt-out van alle patiënten geregeld en kan toch, ondanks de aanvankelijke vertraging door die lastige Eerste Kamer, het systeem doorgang vinden. Zo werkt dat in Nederland.
Uiteraard zijn dit soort grootschalige ICT projecten en gegevensuitwisselingen niet gediend bij transparantie. In een bestuursoverleg van VPHuisartsen met de LHV deze zomer werd ons ten stelligste verzekerd, dat die beroepsnorm er absoluut niet zou komen!
Op een tweet van Paul Habets, vice voorzitter van de LHV, “convenant#LSP koepels, Huisarts wordt gestimuleerd tot gebruik. Niet vrijblijvend, maar niet verplicht voor het individu” komen 2 vragen: “Kan ik ergens vinden wat de gevolgen zijn voor huisartsen die niet meedoen?” En: “Wat betekent dan niet vrijblijvend? Welke afspraak ligt er tussen de LHV en zorgverzekeraars? “ Uiteraard komen op deze vragen geen antwoord.
De ruim €75 miljoen die blijkbaar nodig is voor de eerste 3 jaar wordt gefinancierd door de zorgverzekeraars. Denk niet dat ze daar niets voor terug willen hebben. Bovendien, het wordt, hoe je ook wendt of keert, onttrokken aan de gezondheidszorgbudget, op dit moment van crisis en nadenken over hoe het zuiniger kan.
Het standpunt van VPHuisartsen moge duidelijk zijn en dat hebben we ook verwoord in een brief aan alle Nederlandse huisartsen. Als het zo’n geweldig systeem is dan zal het zich vanzelf bewijzen. Dan stapt de huisarts wel in als de vele voordelen zich bewijzen. Daar past geen dwang door allerlei onderhands gemaakte afspraken door bestuurders, een beroepsvereniging van huisartsen onwaardig
Herman Suichies, bestuurslid VPHuisartsen