De pleitnota leunde op een aantal peilers. In de eerste plaats werd naar voren gebracht dat de minister bij het vaststellen van de overschrijding uit is gegaan van getallen waarvan in het verleden (m.n. 2007) is komen vast te staan dat ze een forse foutmarge kunnen opleveren. Bovendien toonde Sijmons feitelijk aan dat het bedrag van de korting niet deugdelijk is onderbouwd. Uit de stukken die zijn overlegd naar aanleiding de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) procedure kan hooguit een overschrijding van 39.7 miljoen worden aangemerkt als overschrijding van het budgettair kader huisartsenzorg.
Vervolgens heeft hij de onhaalbaarheid van de taakstelling 110 miljoen euro bezuinigen door doelmatig voorschrijven naar voren gebracht.
Ook ten aanzien van de GEZ gelden en M&I’s moet worden betwijfeld of het bedrag van de overschrijdingen juist is toegerekend. Bovendien is het onredelijk dat een klein deel van de huisartsen hiervan heeft geprofiteerd maar de korting vervolgens integraal op de financiering van de basiszorg van alle huisartsen, is doorgevoerd. Op dit punt van het betoog heeft collega Peter Staal op een illustratieve en geestige manier duidelijk gemaakt hoe deze wijze van financieren uiteindelijk de basiszorg ondermijnt.
Afgezien van een aantal korte en met name verduidelijkende vragen van de heer Langejan was het zeker geen gelegenheid voor een echte open discussie over de opgelegde kortingsmaatregelen. Ook al heette het een hoorzitting. De sfeer was vriendelijk maar formeel. We wachten de uitspraak af.