Het rapport “De werkweek van de Nederlandse huisarts in 2018 (En een vergelijking met 2013)”. is geanalyseerd door VPHuisartsen en wij willen onze conclusies met u delen..
Meer vaste waarnemers
Het aantal praktijkhouders blijft stijgen, maar het aantal niet-praktijkhoudende huisartsen nog meer. DE HIDHA/vaste waarnemer wint terrein ten faveure van de “wisselende waarnemer”.
Wij duiden dit als volgt: de praktijk wordt te druk om het nog alleen af te kunnen, dus de praktijkhouder gaat op zoek naar ondersteuning, en het liefst voor langere tijd, omdat dat het meest recht doet aan de continuïteit in ons vak. Ook zien we dat daardoor helaas de flexibele schil afneemt, het is gewoon steeds moeilijker om waarneming te vinden, zoals ook al in het andere NIVEL-onderzoek over ‘Balans in de huisartsenzorg’ is vastgesteld.
Steeds meer niet-praktijkhoudende huisartsen
Het aantal niet-praktijkhoudende huisartsen groeit harder (433) dan de praktijkhoudende groep (72). Procentueel zijn de aantallen nog interessanter, met bijna een verdubbeling in de groep vaste waarnemers/Hidha’s. (zie ook pagina 21)
Duiding VPHuisartsen: Enerzijds geven waarnemers aan moeilijk een praktijk te kunnen vinden, anderzijds luiden praktijkhouders in de “buitengebieden” de noodklok, omdat zij geen opvolging kunnen vinden voor hun praktijk. Er zijn ook waarnemers die aangeven dat de plicht om ANW te draaien bij overname van een praktijk hen tegenhoudt.
Meer werk voor minder geld
Verder zien we over de hele linie aan afname van het aantal gewerkte FTE, maar daartegenover een groei van het aantal uren per gewerkt FTE. Dit strookt duidelijk niet met de vaststelling in het kostenonderzoek van de NZa, waar de gewerkte uren op 40 werden gesteld. Wat we de facto zien, is dat de huisarts meer is gaan werken, terwijl er minder betaald wordt. Immers, de vermindering van FTE moet opgevangen worden, daar de openingstijden niet zijn verminderd.
Dit ondersteunt de roep om praktijk verkleining, of in elk geval de mogelijkheid om meer huisartsen in te zetten in dezelfde praktijk. Het praktijk verkleining project zoals VGZ deze financiert zou derhalve geen project moeten zijn, maar structureel worden ingevoerd.
Toename niet patiëntgebonden uren
We zien met lede ogen dat het aantal direct patiëntgebonden uren iets afneemt. Dit ondanks alle inspanningen van Het Roer Moet Om. Het is nog te vroeg om te kijken wat de plannen van (Ont)regel de Zorg voor impact hebben. Echter de geluiden zijn weinig hoopgevend tot nu toe.
Kortom, de herijking van de Kernwaarden en Kerntaken in Woudschoten was een terechte, broodnodige exercitie. Het is goed dat we met elkaar weer bevestigen waar onze waarde voor de patiënt ligt. Ons werk als huisarts staat onder druk. En om er weer optimaal te kunnen zijn als huisarts voor onze patiënten, is het goed dat we nu met zijn allen ook duidelijk maken waar we geen tijd voor hebben. Een heldere afbakening van ons vak. Meer tijd om dokter te zijn voor onze eigen patiënten, en minder om administrateur, zorgbemiddelaar, 24-uurs triagist en wachtlijst opvanger te zijn.
Aanvulling: er zijn best wat waarnemers die een praktijk willen overnemen, maar niet de soms erg hoge overnamesommen kunnen of willen betalen. Daarnaast lijken praktijkhouders meer bedrijfsmatig te handelen en hebben liever een hidha/waarnemer dan een maat. Kan prima werken omdat waarnemers ook graag continuiteit willen in hun werk en inkomen. Kleinere praktijk zullen er niet komen als het inkomen per patient niet aangepast wordt en er meer praktijken komen. Oplossing is dus even grote of grotere praktijken en meer personeel, maar dat kost ook geld,en dus moet er ook meer inkomen per patient zijn.
Ella Kalsbeek zou eens een dagje mee moeten lopen met een huisarts en daarna met een even goed verdienende bedrijfsarts. Misschien valt er dan ergens een kwartje (of meer).