Politiek gezien is de wet die afgestemd is een combinatie van een aantal wetten die een soort sluitstuk waren van de zorghervorming zoals minister Schippers die voor ogen had. Ze had daartoe een aantal convenanten en hoofdlijnakkoorden gesloten met ‘het veld’. Althans, de koepelorganisaties in de zorg.
Daarnaast had ze zich vergewist van de steun van kleine gedoogpartijen, zodat er in de Eerste Kamer net een meerderheid zou ontstaan (38 versus 37 stemmen). Ondanks het feit dat al bij haar bekend was dat er bij de regeringspartij PvdA een paar tegenstemmers waren, wilde ze het wetsontwerp toch in stemming brengen. Waardoor het wetsontwerp werd weggestemd.
Na crisisberaad, wat cosmetische wijzigingen en de dreiging van een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) werd besloten de wet opnieuw in te dienen. Met als voornaamste argument, dat de ingeplande besparing van één miljard euro nu niet gehaald zou worden. Een boterzacht argument, want een onderbouwing daarvan is nooit gegeven.
Maatschappelijke weerstand
Het is opmerkelijk dat het beperken van de vrije artsenkeuze bij Schippers recht overeind blijft, terwijl dit maatschappelijk op zeer grote weerstand stuit. Het Comité Vrije Artsenkeuze, dat ook bij de behandeling in de Tweede Kamer al actief was, kwam opnieuw in actie en wist meer dan zeventig maatschappelijke organisaties achter het manifest Vrije Artsenkeuze te verzamelen.
En niet de minste. Grote patiëntenorganisaties zoals Ieder(in) (netwerk voor mensen met een beperking of chronische ziekte), het Reumafonds, eigenlijk de gehele GGZ als zorgaanbieders, VPHuisartsen, maar ook burgerorganisaties zoals de Consumentenbond en Abvakabo FNV en verzekeraars zoals DSW. Zij vertegenwoordigden gezamenlijk ruim 5,5 miljoen leden!
Niet eerder is er een dergelijk grote alliantie geweest die duidelijk maakt dat een groot deel van het Nederlands volk dit niet wil.
Dit manifest, gezamenlijk met een petitie met meer dan 160.000 handtekeningen werd vlak voor het debat aangeboden. Niet eerder is er een dergelijk grote alliantie van burgers, patiënten en zorgaanbieders geweest die duidelijk maakt dat een groot deel van het Nederlands volk dit niet wil. Overigens was dat ook uit meerdere onderzoeken al bekend.
Rol koepelorganisaties
Opmerkelijk is de rol van sommige grote artsenorganisaties zoals KNMG en LHV of een patiëntenorganisatie zoals de NPCF die zich niet achter het manifest schaarden. Hier wreekt zich het verschil tussen bestuurlijke koepels en het echte veld.
De vraag is wie de NPCF nog vertegenwoordigt als grote patiëntenorganisaties zich wel aansluiten.
De vraag is ook wie de NPCF nog vertegenwoordigt als grote patiëntenorganisaties zich wel aansluiten. Hetzelfde geldt voor de KNMG als koepel. Maar als al tijdens de uitvoering van de akkoorden er onverwachte zaken optreden, zoals de introductie van de budgetpolis en verzekeraars die stilletjes toch aan patiëntenselectie doen, zouden koepels de moed moeten hebben hun steun in te trekken.
De GGZ-koepel, ziende de gevolgen van het beleid, deed dat wel en moest zich, saillant detail, daarover ook verantwoorden bij minister Schippers. Gaat het nu echt alleen om de vrije artsenkeuze of speelt er meer?
UMC haalt euthanasiequotum weer niet – Zorgverzekeraars eisen minstens 20% http://t.co/fZpi6aZp6H
— De Speld (@DeSpeld) 13 januari 2015
Vrije artsenkeuze wordt toch al ingeperkt door omzetplafonds en de 75-procentvergoeding bij ongecontracteerde zorgverleners. Iemand die zoveel mogelijk vrije artsenkeuze wil behouden, kan ook nog kiezen voor een restitutiepolis. Afgezien van het feit dat zoiets niet voor iedereen weggelegd is en er dus een tweedeling in de maatschappij zal ontstaan, speelt er meer.
Dat werd duidelijk toen minister Schippers geen nieuwe wetswijziging voorstelde maar wel een aantal veranderingen in het zorgstelsel die ze met een aantal AMvB’s probeert te bereiken. En dus zonder parlementaire controle!
Een nieuw plan
Ze broedde lang op een alternatief plan dat inmiddels bekend is. Elders op de site vindt u een uitgebreide eerste analyse daarvan, hier in het kort een paar punten:
- De budgetpolis gaat weer verdwijnen en met name chronische patiënten met een naturapolis kunnen korting krijgen op hun verplichte eigen risico. Ze moeten dan wel naar door de zorgverzekeraars aangewezen zorgaanbieders. Dat betekent dat zorgverzekeraars nog scherper gaan inkopen (lees: goedkoper).
- De zorgverzekeraars zullen ook alleen zorg inkopen die volgens richtlijnen geleverd wordt. Schippers denkt dat alle patiënten gelijk zijn en altijd binnen de richtlijnen vallen. Het Kwaliteitsinstituut gaat daarin een grote rol spelen.
- Daarnaast zal de korting achteraf, als het macrobudget wordt overschreden, alleen verhaald worden op de contractloze zorgaanbieders, wat eigenlijk contractloos werken onmogelijk maakt.
- Dat alleen mensen met een naturapolis korting kunnen krijgen, betekent in feite het einde van de restitutiepolis. Waarom zou je nog zo’n polis nemen als er geen ongecontracteerde zorg meer is?
Conclusie
Er wordt met meer dwang vastgehouden aan dit zorgstelsel, met uitgebreider toezicht, met toename risicoverevening en een zodanige inrichting van het zorgstelsel dat contractloos niet meer mogelijk is en de restitutiepolis zal gaan verdwijnen. De banden rondom zorgaanbieders worden nog strakker aangehaald. Dit alles via een weg die niet langs de Eerste Kamer leidt.
Willen we wezenlijke veranderingen in de zorg, dan zal de rol van de zorgverzekeraars en de toezichthouders moeten worden herzien.
Willen we wezenlijke veranderingen in de zorg, dan zal de rol van de zorgverzekeraars en de toezichthouders moeten worden herzien. De politiek zal als volksvertegenwoordiging niet stil kunnen blijven zitten en zit ook niet stil. GroenLinks, CDA en D66 organiseren als aanloop voor een breder debat in de Tweede Kamer al een rondetafelgesprek om het functioneren van ons zorgstelsel te evalueren. VPHuisartsen heeft daartoe ook een position paper ingestuurd.
Wij hopen dat de discussie over de rol van de zorgverzekeraars in dit stelsel ertoe zal leiden dat de autonomie van de huisarts, als spil in de gezondheidszorg, uiteindelijk zal worden hersteld en de rol van verzekeraar zich zal beperken tot verzekeren en niets anders.