Wij voelen ons soms als figuranten in een film waarbij de regisseur geen verstand van filmen heeft.
VPHuisartsen is van mening dat het zorgstelsel zoals het op dit moment wordt uitgevoerd niet goed functioneert en feitelijk op omvallen staat. Als meer dan vijfhonderd huisartsen ruim één miljoen burgers verzorgen en bereid zijn een kwart van hun inkomen in te leveren (wat overigens maar kort vol te houden is) om onder de dwingende voorschriften van een zorgverzekeraarcontract uit te komen, dan is er iets ernstig mis.
Als de Eerste Kamer daarbij een wetswijziging die de macht van de zorgverzekeraars zou vergroten afwijst, dan is dat een teken aan de wand. Wij voelen ons soms als figuranten in een film waarbij de regisseur geen verstand van filmen heeft.
Zorgstelsel
Dit stelsel – gebaseerd op een marktideologie – blijkt niet in staat solidariteit, kwaliteit en toegankelijkheid van zorg te bewaken, is nodeloos duur, remt innovatie en is een bureaucratisch monstrum. Uit diverse rapporten en marktscans met veel verhullend taalgebruik blijkt dat ook. ((O.a.: Andersson Elffers Felix, Ordening en toezicht in de zorg, Evaluatie Wet Marktordening Gezondheidszorg en Nederlandse Zorgautoriteit, 2 september 2014))
- ‘Kroonjuwelen van de ZVW, zorgplicht, acceptatieplicht en verbod op premiedifferentiatie, krijgen minder aandacht dan de betaalbaarheid.’
- ‘Tarief en prestatieregulering dragen slechts beperkt bij aan het functioneren van het zorgstelsel.’
- ‘Effecten van multidisciplinaire ketenzorg op substitutie niet goed meetbaar.’
- ‘Innovatieve zorgverleners die de markt willen betreden met nieuwe prestatiebeschrijvingen verzanden in bureaucratie.’
Dit stelsel lijkt aan het eind van zijn cyclus. Het is niet voor niets dat de rekenkamer meermalen heeft gewaarschuwd dat in de VWS-begroting meermalen miljardenbedragen niet te verantwoorden zijn.
Toezicht
Ook het toezicht faalt. De NMa heeft in het verleden toegestaan dat zorgverzekeraars konden fuseren tot grote conglomeraten. De markt wordt nu beheerst door vier partijen. Er is geen sprake van een zorgverzekeringsmarkt. Weliswaar wordt er jaarlijks vijfhonderd miljoen euro uitgegeven aan reclame; er is nauwelijks differentiatie in de jungle van polissen en de prijzen verschillen nauwelijks.
De NZa laat in een reactie over het conflict tussen vijfhonderd huisartsen en zorgverzekeraar VGZ weten: ‘De NZa mengt zich vooralsnog niet in de onderhandelingen die gaande zijn’. Terwijl het weigeren te onderhandelen door de zorgverzekeraar juist de reden is van het conflict.
Niet optreden waar een consumentenbelang in het geding is door de marktmeester van de zorg, tekent het falen van de toezichthouder.
Vergeten wordt dat één miljoen patiënten op die manier de toegang tot goedkopere eerstelijns zorg onthouden wordt en in de duurdere tweedelijn terechtkomen. Niet optreden waar een rechtstreeks consumentenbelang in het geding is door de marktmeester van de zorg, tekent het falen van de toezichthouder. Na het rapport van de commissie Borstlap zouden we toch verbeteringen mogen verwachten.
Verzekeraar
De in dit zorgstelsel bedachte regisseursrol van de zorgverzekeraars is en kan ook niet worden waargemaakt. Er wordt slechts financieel gestuurd. Op kwaliteit, toegankelijkheid en doelmatigheid wordt niet gestuurd. Wie echt denkt dat een willekeurige zorginkoper beter de kwaliteit van zorg kan beoordelen dan een professional met vaak tien jaar studie, nascholing, intervisie en patiëntkennis, houdt zichzelf voor de gek.
Huisartsen ontevreden over zorgverzekeraars: http://t.co/NLetFcdIkS; wie zijn dan wel tevreden?
— Jim van Os (@JimvanOs1) 19 januari 2015
Goede zorg is geen kwestie van veel vinkjes op een lijst.
Goede zorg is geen kwestie van veel vinkjes op een lijst, statistieken over aantallen hersteloperaties of mortality rates, maar een complex gebeuren tussen zorgverlener en patiënt. Dit duo bepaalt de kwaliteit van zorg, de doelmatigheid, de toegankelijkheid en in feite de kosten.
Verzekeraars zoeken zelfs de randen van de wet op als het gaat om het verbod op risicoselectie, een van de pijlers van het zorgstelsel. Vrije artsenkeuze wordt omzeild met omzetplafonds en budgetpolissen, de reserves zijn dubbel zo hoog als vereist en zullen straks na tien jaar extra worden verhoogd door de vrijgekomen reserves van de toenmalige ziekenfondsen in 2006.
Ideologisch water bij de wijn
Hoe dan wel? Om bovenstaande bezwaren te ondervangen, zal het stelsel vernieuwd en aangepast moeten worden. Om de oorzaken van het mislukken van deze gereguleerde marktwerking weg te nemen, is het onvermijdelijk ideologisch water bij de wijn te doen en de rol van de zorgverzekeraar te herzien of hun macht te verkleinen.
‘Zorgverzekeraars zorgen voor onnodige overhead die de integrale kostprijs van zorgproducten enorm verhoogt.’
Verkleinen van de rol van private zorgverzekeraars en vervangen door een deels publiek stelsel lijkt nodig om op termijn onze zorg op hoog niveau te kunnen bieden. Al eerder wees hoogleraar organisatiekunde Weggemans daarop: ‘Zorgverzekeraars zorgen voor onnodige overhead die de integrale kostprijs van zorgproducten enorm verhoogt.’ Alleen de overheadkosten van alle verzekeraars samen zijn al groter dan het totale budget wat aan huisartsenzorg wordt uitgegeven.
Als die rol verkleind moet worden, waarom dan niet gekozen voor een deels publiek stelsel, waarin premies geheven worden naar draagkracht via de belastingen (het circus van zorgtoeslagen en tegemoetkomingen kan verdwijnen) en het huidige basispakket voor iedereen op dezelfde manier verzekerd is. Aangevuld met een op echte marktwerking gebaseerd aanvullend stelsel, waar de huidige verzekeraars hun kleinere rol kunnen blijven spelen voor aanvullende verzekeringen, zoals ze nu ook bestaan.
Overheid verantwoordelijk
De overheid wordt dan degene die verantwoordelijk wordt voor de financiering van het basispakket (overigens bepaalt de overheid nu ook al voor het grootste deel de prijzen in de zorg). Te denken valt aan een landelijke, provinciale en gemeentelijke overheid die verantwoordelijk wordt voor respectievelijk academische ziekenhuizen en GGD, ziekenhuizen en eerstelijn.
Op die manier creëer je een stelsel dat minder gevoelig is voor bureaucratie, omdat het meer van onderop vormgegeven wordt. Met kwaliteitsbewaking door beroepsgroepen en patiënten met een landelijk kwaliteitsinstituut op de achtergrond, en een basispakket en kostenbewaking door de trias overheid, zorgaanbieders en patiënten samen. Dat is in essentie een stelsel wat solidair is, doelmatig is, minder overheadkosten kent en waarin de verzekeraars voor wat betreft het basispakket niet meer nodig zijn en voor het aanvullend juist beter hun marktrol kunnen spelen.
Laat de verzekeraar alleen verzekeren en de zorgaanbieder samen met overheid en patiënten het pakket bepalen.
Een andere minder vergaande optie is te zorgen dat de regisseursrol van de verzekeraars wordt losgelaten. Laat de verzekeraar alleen verzekeren en de zorgaanbieder samen met overheid en patiënten het pakket bepalen en de solidariteit garanderen. Zorg daarbij dat de regels van de Nederlandse Bank betreffende solvabiliteit strikt worden nageleefd zodat de privaat gemaakte premiegelden weer teruggaan naar de zorg.