In het Manifest, gericht aan de Minister van Volksgezondheid, de Tweede Kamer, ZN en aan de Raden van Bestuur van de vier grote zorgverzekeraars, worden drie eisen gesteld:
- Haal de huisarts uit de greep van de Mededingingswet en herstel “samenhang door samenwerking” als leidend principe in de eerstelijns zorg.
- Samenwerken en onderhandelen alleen op gelijkwaardige basis. Landelijk én regionaal. Dus geen schijnonderhandelingen meer met de zorgverzekeraar.
- Toon vertrouwen in de deskundigheid van de beroepsgroep. Stop dan ook de grenzeloze verzameldrift van nutteloze data.
Breed draagvlak
Het brede draagvlak voor het Manifest heeft tot een opmerkelijke beweging geleid bij de gevestigde machten in de zorg. LHV, NHG en VPHuisartsen als koepel organisaties en Ineen als brancheorganisatie steunden het Manifest. Het is gelukt om alle partijen die zich met de huisartsenzorg bemoeien aan tafel te krijgen. Van beroepsorganisaties tot zorgverzekeraars, overheid en zorggebruikers, om veranderingsvoorstellen voor de knelpunten in de huisartsenzorg te bespreken.
De minister vroeg om door iedereen gedragen veranderingsvoorstellen. Het werk van de drie werkgroepen (Samenwerking en Gelijkwaardigheid, Bureaucratie en Administratieve lasten en een werkgroep Kwaliteit) zal voorlopig worden voortgezet om te komen tot afronding van gezamenlijke veranderingsvoorstellen.
In de werkgroepen was het aantal huisartsen in de minderheid ten opzichte van verzekeraars, NPCF, IGZ (inspectie Gezondheidszorg), ACM (Autoriteit Consument en Markt) en VWS. De tijd dat huisartsen de vorm en werkwijze van hun werk voornamelijk zelf bepalen, lijkt voorbij.
Het lijkt een startpunt te zijn van verdere verbeteringen in de organisatie van de huisartsenzorg
Op 5 oktober werd het resultaat van de werkgroepen van het Zomeroverleg aangeboden aan de minister van VWS en aan het Actiecomité HRMO met als subtitel ‘In dialoog naar anders samenwerken in de huisartsenzorg’. Het lijkt een startpunt te zijn van verdere verbeteringen in de organisatie van de huisartsenzorg.
Rol van VPHuisartsen
Hoewel in eerste instantie niet uitgenodigd wilde het bestuur van VPHuisartsen, dat 11 procent van alle praktijkhouders vertegenwoordigt, een bijdrage kunnen leveren aan deze kans op verbetering van de huisartsenzorg. Na instemming door alle andere stakeholders en dringend verzoek van HRMO kreeg ook VPHuisartsen een plaats in de Stuurgroep die leiding gaf aan het Zomeroverleg.
De bestuursleden van VPHuisartsen namen met enkele leden zitting in de drie werkgroepen. Er is actief gewerkt om resultaten te bereiken in de lijn van het HRMO-Manifest. De Stuurgroep besliste uiteindelijk over de aangedragen voorstellen vanuit de werkgroepen, resulterend in een verslag aan de minister.
Onder het adagium ‘Een recept is een recept’ zijn forse resultaten geboekt in de beteugeling van de formulierenvloed
In de werkgroep ‘Bureaucratie en Administratieve lasten’ heeft dat tot succes geleid. Onder het adagium ‘Een recept is een recept’ zijn forse resultaten geboekt in de beteugeling van de formulierenvloed en is een serie concrete afspraken gemaakt die per 1 januari 2016 ingaan. De werkgroep blijft voorlopig bestaan om het declaratieverkeer, de CIZ-indicaties en de administratieve lasten door andere zorgverleners en partijen, verder te stroomlijnen en te beperken.
In de werkgroep ‘Samenwerking en Gelijkwaardigheid’ zijn de resultaten vooralsnog minder spectaculair. Minister Schippers had tevoren al aangegeven dat het buiten de Mededingingswet plaatsen van huisartsenzorg niet haar voorkeur had. Dat betekent in politieke taal, dat daar niets zal veranderen.
Uitleg Mededingingswet
De grootste vooruitgang werd geboekt doordat de ACM haar uitleg van de Mededingingswet anders formuleerde, waardoor er meer ruimte is ontstaan voor vormen van samenwerking tussen huisartsen. Bijvoorbeeld om gezamenlijk met zorgverzekeraars te onderhandelen zolang er een aantal spelregels wordt gevolgd. Er zal niet direct beboet worden bij mogelijke overtreding van de Mededingingswet, maar eerst gewaarschuwd.
Verder kwam de NZa met een aantal adviezen betreffende ‘Good Contracting Practices’, om meer gelijkwaardigheid in het contracteerproces te bewerkstelligen. Tenslotte wordt een poging ondernomen om het contracteerproces te vereenvoudigen en te verbeteren: een uniform meerjarig contract, meer duidelijkheid over het volgbeleid van zorgverzekeraars.
De bagatelregeling in de mededingingswet zal nog eens tegen het licht gehouden worden en er komt ruimte voor regionale initiatieven en overleg. Ook deze werkgroep blijft voor de uitwerking van deze taken voorlopig bestaan.
De werkgroep Kwaliteit was de lastigste werkgroep met een moeizaam bereikt compromis. De HRMO-vertegenwoordigers die zich in eerste instantie afzijdig hielden van de werkgroepen, intervenieerden toen niet unaniem gedragen voorstellen op tafel lagen die de kwaliteitseisen alleen maar zouden verzwaren. De rol van de beroepsorganisaties zelf werd stevig bekritiseerd in de HRMO-Nieuwsbrief.
Op de valreep
Er werd een adhoc mini-stuurgroep gevormd die er ook niet uitkwam. Uiteindelijk werd er op de valreep een gezamenlijk resultaat bereikt. Het probleem is dat alle partijen erkennen dat de Nederlandse huisartsenzorg van hoge kwaliteit is, maar dat sommigen toch menen dat het het eigenlijk nog beter moet. Met kwaliteitsindicatoren die zouden moeten worden vastgesteld door organisaties van huisartsen, patiënten en zorgverzekeraars.
Het thema kwaliteit raakt de kern van de huisartsgeneeskunde maar raakt ook de kern van het bestaansrecht van de zorgverzekeraar
Partijen willen verder een generieke vragenlijst voor evaluatie van patiëntervaringen, rekening houdend met regionale verschillen. Er zal door de beroepsorganisaties, in afstemming met NPCF, de zorgverzekeraars en de IGZ, een nieuw systeem ontworpen worden waarin de basiskwaliteitseisen voor huisartsgeneeskundige zorg worden beschreven. Het thema kwaliteit raakt de kern van de huisartsgeneeskunde maar raakt ook de kern van het bestaansrecht van de zorgverzekeraar als regisseur van de zorg. Een regisseur zonder kwaliteitskennis van zaken is problematisch en riskant.
Taskforce
Om het thema kwaliteit toch verder tot een goed einde te brengen is besloten de werkgroep Kwaliteit als zodanig op te heffen. Hiervoor in de plaats is een Taskforce ingesteld, met vertegenwoordigers van huisartsen, zorgverzekeraars en NPCF, die de verdere uitwerking van het thema Kwaliteit ter hand neemt. Hiervoor zijn vier aparte sub-werkgroepen ingesteld.
Op 5 oktober werd aan minister Schippers het tussentijdse resultaat voorgelegd van de drie werkgroepen, die een en ander tevreden in ontvangst nam. Eén van de overlegpartners was toen inmiddels afgehaakt. Zorgverzekeraar DSW voelde zich onvoldoende gehoord en nam er afstand van en voelde zich niet gebonden aan het bereikte resultaat. De rest van het veld heeft in de diverse werkgroepen elkaars inbreng positief beoordeeld en heeft gemerkt dat er in onderling overleg en met begrip voor elkaars standpunten stappen voorwaarts gemaakt kunnen worden.
VPHuisartsen heeft besloten door te gaan om onze invloed op de vorm en inhoud van het werk van huisartsen te blijven uitoefenen
VPHuisartsen heeft besloten door te gaan in de werkgroepen om onze invloed op de vorm en inhoud van het werk van huisartsen te blijven uitoefenen. Daarbij blijven met name de belangen van praktijkhouders die verantwoordelijk zijn voor verantwoorde zorg aan hun patiënten bij een gezonde praktijkvoering, het uitgangspunt en zoals verwoord in het Manifest van de Bezorgde Huisarts.
Ik hoorde dat VWS het VSOP heeft gevraagd de expertise centra in te richten. Ik vind dit heel vreemd want die opdracht ligt toch al bij jullie?De VSOP is mijns inziens daar ook helemaal niet voor geëquipeerd. De mensen die daar werken hebben allemaal en medische achtergrond en geen bedrijfskundige. Als je de Quality Criteria for Centres of Expertise van 24 oktober 2011 van EUCERD op je laat inwerken, denk je al snel aan een ISO9001 certificering voor de betreffende zorgafdelingen. En dat is echt heel erg bedrijf aansturing, bedrijf financiering, bedrijfslogistiek met bedrijfsprocesbeschrijving en bijsturing via klanttevredenheid onderzoek.Hoedt u voor de medicus die denkt dat hij ook verstand heeft van bedrijfskunde (MBA). Kortom er is haast bij het uitwerken van de hearings want VWS lijkt nu op de verkeerde weg.