De CBb stelt dat de huisarts ook zonder contract bepaalde zorgprestaties moet kunnen leveren tegen een redelijke vergoeding.
Uitspraak
Het CBb oordeelt nu dat de NZa het contractvereiste ten onrechte handhaaft voor een aantal prestaties. Het gaat daarbij om de inzet van een POH-GGZ, multidisciplinaire zorg voor bepaalde chronische aandoeningen (DM type 2, VRM, COPD, astma) en de module voor het achterstandsfonds.
Het CBb aanvaardt verder niet dat huisartsen automatisch geen inschrijftarieven krijgen als zij niet voldoen aan hun plicht om avond-, nacht- of weekenddiensten te organiseren en past de Tariefbeschikking 2016 daarop aan.
VPHuisartsen en LHV bestuderen nu het vonnis en komen zo spoedig mogelijk met een uitgebreidere reactie. Het volledige bericht is hier te lezen.
Achtergrond
Meer over de achtergrond van het beroep van LHV en VPH leest u hier:
Kijk,
dit maakt me trots om lid te zijn van VPHuisartsen.
Je moet soms je recht halen in plaats van polderen of over je heen lopen.
In dat kader:
PharmaPartners levert Medicom aan 5000 huisartsen.
In april heeft PharmaPartners lopende het jaar (en mijn contract) besloten om impliciet de tarieven te verhogen, door het tarief per FTE te koppelen aan 2168 patiënten in plaats van het contractuele 2350. Dit, omdat de rekennorm LHV is aangepast en gevolgd door de NZa.
In de leveringsvoorwaarden van PharmaPartners woordt echter nergens verwezen naar de LHV of NZa rekennorm. DAS Rechtsbijstand is van mening, dat de argumentatie voor de impliciete tariefsverhoging derhalve onrechtmatig is.
Op dit moment staat de vraag uit bij PharmaPartners, of er nog andere argumenten zijn, op basis waarvan PharmaPartners meent het recht te kunnen ontleden, om deze tariefsverhoging door te voeren. Voorlopig zwijgt PharmaPartners in alle talen.
Voorlopig adviseer ik collega-huisartsen om de volgende incasso te storneren en het oude bedrag te betalen.