In het begin van dit jaar hebben VPHuisartsen en LHV bezwaar gemaakt bij de Nederlandse Zorg autoriteit tegen de tariefbeschikking 2017. In die tariefbeschikking is de prestatieomschrijving van het inschrijftarief zo geformuleerd dat de indruk ontstaat dat een deel van het tarief wordt uitbetaald om de ANW diensten te borgen. Onduidelijk is welk deel dit zou moeten zijn, en een concreet bedrag werd ook niet genoemd. Echter, in 2002 is de vergoeding voor inconveniënten, waaronder de diensten, uit de huisartsentarieven gehaald. In het inschrijftarief ís dus helemaal geen voorziening getroffen voor het borgen van de diensten. Praktijkhoudende huisartsen moeten hun diensten wel borgen, maar dat is op grond van besluiten in de Ledenraad van de LHV dat het aanbod van de huisarts ’24/7′ is. Hierdoor worden huisartsen via de wet BIG en de WKKG verplicht tot een 24/7 borging van de zorg.
Het bezwaar van VPHuisartsen en LHV is door de Nederlandse Zorg autoriteit op 9 mei jl behandeld en op 30 juni ontvingen we het bericht dat ons bezwaar door de Nederlandse Zorg autoriteit is afgewezen.
Vanwege de onjuiste omschrijving van de prestatie ‘inschrijftarief’ menen zorgverzekeraars dat ze het recht hebben om huisartsen die de ANW zorg voor hun patiënten níet borgen, te korten op het inschrijftarief. Daarbij kunnen ze willekeurig te werk gaan. De consequentie hiervan is dat een huisarts die -om wat voor reden dan ook (overmacht?)- de ANW zorg voor kortere of langere tijd niet borgt, gekort kan worden op de tarieven die hij/zij ontvangt of reeds ontving voor de zorg die overdag wordt of werd geleverd. Dat is in onze ogen principieel niet juist en kan voor huisartsen grote financiële gevolgen hebben. Nu het steeds moeilijker wordt om waarnemers te vinden voor de diensten en de kans op een overmacht-situatie dus beduidend is toegenomen, is correctie van de tariefbeschikking/omschrijving des te belangrijker geworden.
Bovenstaande is voor VPHuisartsen reden geweest om tegen het besluit van de Nederlandse Zorg autoriteit aanvullende gronden van beroep in te dienen bij het CBb, hetgeen 19 september geschiedde. LHV heeft besloten niet mee te doen met dit beroep. Wij houden u op de hoogte van de verdere ontwikkelingen.