Dinsdag 4 oktober stemde de Eerste Kamer in met de nieuwe wet ‘Cliëntenrechten bij elektronische verwerking van gegevens’ binnen de (gezondheids)zorg. Deze wet moet cliënten meer rechten geven bij elektronische dossiervorming, met name bij het opvragen en uitwisselen van medische persoonsgegevens tussen zorgaanbieders. Het gaat hierbij dus ook om het LSP. “Wie kan daar op tegen zijn”, zou je in eerste instantie zeggen. VPHuisartsen dus.
Onze vereniging heeft al bij de eerste behandeling van wat toen nog het EPD heette via een expertmeeting, op uitnodiging van de Eerste Kamer, bezwaar gemaakt. Ook bij het private vervolg daarop, het LSP, hebben we opnieuw bezwaar gemaakt, zowel bij de Eerste Kamer als via de rechter. Inmiddels loopt de cassatieprocedure bij de Hoge Raad daarover nog steeds.
Digitale dossierkast
Ons grootste en fundamentele bezwaar tegen het LSP en de nieuwe wet is de aantasting van ons beroepsgeheim dat de privacy van de patiënt moet waarborgen. Heel kort gezegd weten we bij digitale uitwisseling via dit LSP niet meer wie er in onze digitale dossierkast kijkt, welke gegevens er ingezien worden en wat er met die gegevens wordt gedaan.
De patiënt moet wel goed geïnformeerd zijn en daar ontbreekt het nogal eens aan.
Tot nu toe vindt ook de rechter dat doorbreking van dat beroepsgeheim kan plaatsvinden als de patiënt daar toestemming voor geeft (opt-in). Die patiënt moet dan wel goed geïnformeerd zijn en daar ontbreekt het nogal eens aan.
Met deze wet wordt het mogelijk dat de toestemming die de patiënt wil geven voor uitwisseling vanuit zijn eigen huiskamer kan gebeuren. Er komt een centraal portaal waarin iemand zelf digitaal zijn toestemming kan verlenen (of weer intrekken) aan groepen zorgaanbieders. Dus specialisten uit ziekenhuis X, fysiotherapeuten uit plaats Y of huisartsen van post Z.
Veiligheidsadviseur
Daarnaast zou via dat zelfde portaal het mogelijk moeten zijn voor de patiënt om ook zelf zijn dossier in te zien, een optie die weer totaal andere problemen met zich mee brengt. Als patiënten straks zo makkelijk bij hun medische dossiers kunnen, valt de (huis)arts weg als ‘veiligheidsadviseur’.
Op het moment dat de patiënt de informatie naar zijn eigen computer haalt, vervalt in feite het beroepsgeheim en kan iedereen doen met zijn of haar data wat ‘ie wil. De verleiding om data te gaan gebruiken voor commerciële apps of medische data te overhandigen aan bijvoorbeeld een advocaat of een vragende gemeente bij uitkeringen, zijn levensgroot. Commerciële bedrijven staan straks in de rij om met, via patiënten verzamelde medische (big)data aan de slag te kunnen gaan.
Medische data zijn immers goud waard.
Je kunt als arts dus niet meer garanderen dat medische informatie van patiënten die toestemming hebben gegeven hun medische dossier in te zien, niet ongezien de spreekkamer zal verlaten.
Dossier van de maker
Daar komt nog een heel andere aspect bij kijken, want de patiënt heeft dan wel recht op inzage in het dossier en recht op een kopie (overigens was dat al zo), maar het dossier is ook van de maker, c.q. de huisarts. Degene die ook zijn overwegingen en waarschijnlijkheidsdiagnoses en persoonlijke aantekeningen in datzelfde dossier opslaat.
Gaan er schaduwdossiers ontstaan?
Moet de patiënt die, zonder uitleg, zonder verdere context, ook kunnen inzien? Of gaan er schaduwdossiers ontstaan? Of dossiers met alleen feitelijke informatie, zonder context, zonder waarschijnlijkheidsdiagnoses of ‘let op’ meldingen waardoor waarnemers beperkt worden in de informatie en nodeloos nieuwe interventies of inschattingen maken. Een ongewenste situatie.
Hoe dan ook, ‘het veld’ waaronder de meeste beroepsverenigingen hebben dit wetsontwerp afgeraden. Toch wil minister Edith Schippers het doordrukken. Probleem daarbij is echter dat het te bouwen centrale portaal met de gewenste mogelijkheden nog helemaal niet bestaat en nog gebouwd moet worden. Daarom zal de verplichting om uit te wisselen en inzage te geven via dat portaal pas over drie jaar gaan gelden.
105 miljoen euro
De eerste 105 miljoen euro heeft Schippers al toegezegd aan de ziekenhuizen als tegemoetkoming in de kosten om de patiënten digitaal in hun dossier te laten kijken. De praktijkhoudende huisartsen werden ten aanzie van de bekostiging van de uitvoering van haar nieuwe wet niet vermeld.
Bij het wetsontwerp zijn nog een aantal moties ingediend, waarbij over de laatste nog gestemd moet worden. In die laatste motie wordt vastgelegd, dat behalve toestemmingsverlening via het centrale portaal ook de mogelijkheid zou moeten blijven bestaan die toestemming bij hun huisarts of andere zorgaanbieder vast te leggen. Zoals het met de opt-in toestemming op dit moment gebeurt.
‘Het veld’, te weten VPHuisartsen, LHV en KNMG, heeft met een gezamenlijke brief alle fractievoorzitters en Schippers benaderd om in ieder geval die mogelijkheid ook te laten bestaan. Binnenkort wordt over die motie nog gestemd.
Gezondheidszorg wordt meer en meer een politiek spelletje. Machtspelletjes… Ik wist al dat ik daar niet van hield. Onze core business verschuift naar onderhandelen.
Wat moet deze minister toch een enorme antipathie tegen ons huisartsen hebben.
Het lijkt wel of dit alles een soort van masterplan is om alle macht en controle over te dragen aan de zorgverziekeraars lees het grootkapitaal lees de banken
Met als doel van de bank om alle risico’s in het leven zoveel mogelijk af te dekken voor zo minmogelijk geld. Dit heeft niets te maken met zorg maar alleen maar met macht en geld.
Wordt het niet eens hoog tijd, te onderzoeken, door wie deze minister zich laar sponsoren?
Als dit geld nu eens aan echte zorg wordt besteed!
In de stad waar ik huisarts ben, worden binnenkort de restaurants in de verzorgings/verpleeghuizen gesloten. Magnetronmaaltijd op de kamer? Sociaal gebeuren weg, werkelozen erbij! Omscholen tot ICT-er is mijn advies.