Door middel van een open brief wil de Vereniging van Praktijkhoudende huisartsen (VPH) nogmaals kort en krachtig uiteenzetten waar de oplossingen voor de toekomst van de huisartsenzorg liggen. Zodat in de komende cruciale fase nogmaals aandacht wordt gevraagd voor de benodigde juiste denkrichting en uiteindelijk wel de juiste beslissingen worden genomen.
In de afgelopen maanden en jaren hebben we veel meningen voorbij zien komen over de toekomst van de huisartsenzorg en het oplossen van het oplopende tekort aan praktijkhouders. Opvallend hierbij is dat er altijd ‘over’ de huisartsenzorg wordt gesproken maar gelanceerde ideeën vrijwel nooit getoetst worden met professionals uit het werkveld. Laat dat nu juiste het grootste probleem zijn voor onze toekomst! Steeds weer zijn er partijen, met aanzienlijk eigen belang, die menen de politiek alvast ongevraagd van advies te voorzien. Ze weten zich goed te presenteren in de media vaak schermend met het thema “Wat goed is voor de patiënt”.Toch weet maar één samenwerkend verband echt wat goed is voor de patiënt, dat is de huisarts in samenspraak met deze zelfde patiënt.
Inmiddels is wel gebleken dat commerciële ketens het tekort aan praktijkhouders niet gaan oplossen, integendeel zelfs. De meeste E-health oplossingen vooral werkdruk verhogend en kwaliteit verlagend uitpakken. Vooral de administratieve druk en bureaucratie vanuit alle partijen rondom de huisartsen de grootste belemmering zijn voor de oplossingen van de toekomst.
Alhoewel de samenwerkende organisaties in de huisartsenzorg al diverse oplossingen hebben aangedragen, zie ook de oproep aan de politiek van begin 2021, zullen wij ze hierbij nogmaals kort en eenvoudig op een rij proberen te zetten.
“Zorg dat het vak voor de praktijkhouders, de professionals die het moeten gaan oplossen, weer vele malen aantrekkelijker wordt zodat ook jonge collega’s het praktijkhouderschap weer gaan omarmen”, door:
- Bureaucratie & administratieve lasten eindelijk echt terug te gaan dringen. Zorg dat een klankbordgroep vanuit het werkveld nieuwe wetten, maatregelen of contractuele aanpassingen toetst voordat zaken doorgevoerd worden. Voor alle politici, bewindvoerders en beleidsmedewerkers moet gelden: ‘Less is more!’ Een flinke sanering in de lagen rondom de (huisartsen)zorg zal echt zorgen voor enorme extra capaciteit toename en afname van geldverslindende projecten en vele verstikkende maatregelen.
- Professionele autonomie terug te brengen bij de zorgprofessional. Veel minder instanties en controlerende managementlagen die zichzelf in stand willen houden en kostbare zorgtijd opslokken
- Zorgverleners in samenspraak met de patiënt zelf te laten beslissen wat goede innovatie is en hier voldoende financiële ruimte (zonder verstikkende richtlijnen en wetten) aan te koppelen voor echte vooruitgang en kostenbesparing
- Rol van de zorgverzekeraars aan te passen waardoor er in gezamenlijkheid gezocht kan worden naar kostenbesparende en kwaliteit verhogende projecten i.p.v. dat beleidsmedewerkers achter het bureau proberen te verzinnen wat goed is en dit eenzijdig opleggen. Zorg voor een gelijkwaardige relatie i.p.v. dominante partijen
- Zogenaamde marktwerking te bestempelen als onhaalbaar in de zorg. Zorg is geen markt maar een maatschappelijke verantwoordelijkheid met een grote sturende rol voor de overheid. Een markt bestaat in het merendeel uit partijen die op zoek zijn naar de laagste kosten en meeste winst en voordeel voor zichzelf en meestal niet de beste balans voor de maatschappij
- Spoedzorg in de avonden-, nachten en weekenden (ANW) los te koppelen van de eenzijdige verantwoordelijkheid voor praktijkhouders. 24/7 service vraag is een maatschappelijke uitdaging en geen eenzijdige last voor alleen praktijkhouders. Stimuleer het proces richting samenwerkende spoedpleinen, de z.g. Spoedeisende Medische Dienst zoals wij het noemen, waarbinnen zorgverleners discipline overstijgend werken en geen last hebben van financiering schotten etc.
- Regionale stimuleringsprojecten om meer jonge praktijkhouders naar minder dicht bevolkte gebieden te trekken te ondersteunen
- Bewezen projecten uit het Hoofdlijnenakkoord, zoals ‘Meer tijd voor de patiënt’ uit de pilot fases te halen en breed in te voeren. Ofwel de afspraken na te komen!
- Aantal opleidingsplaatsen voor de huisartsenopleiding te verhogen en daarbinnen vooral het ondernemerschap als vak meer ruimte te geven
- Aantal opleidingsplaatsen voor ondersteunende medewerkers uitbreiden maar vooral de arbeidsmarkt voor deze groep een stuk aantrekkelijker maken door de arbeidsvoorwaarden vanuit overheidswege verder te verbeteren en financieel te ondersteunen. Het gaat hier om functies met steeds hogere verantwoordelijkheid en benodigd kennisniveau maar een achterblijvend waarderingsprofiel
Zoals vele huisartsen inmiddels al bescheiden roepen is er nog geen groot tekort aan huisartsen, slechts een uitdaging om meer collega’s te stimuleren om praktijkhouder te worden. Zodra het praktijkhouderschap de aantrekkelijkheid van weleer volledig terug kan winnen en de huisartsen met meer zelfstandigheid en vertrouwen hun vak kunnen uitoefenen, zullen veel uitdagingen voor de toekomst beter en met meer gezamenlijke energie opgelost kunnen worden.
De echte lef in dit verhaal zit hem in het durven snijden in verstikkende managementlagen en bureaucratie, te bedanken voor goedbedoelde plannen van achter diverse bureaus en vooral weer echte ruimte creëren voor de zorg! Zo eenvoudig kan een oplossing zijn. Nu alleen nog stoere politici en bewindslieden zoeken die deze weg durven in te slaan!
Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen
Duidelijk verhaal, maar wie luistert er nog naar huisartsen met de intentie deze problemen daadwerkelijk aan te pakken?
De zorgverzekeraars met de NZA en de rechter achter zich lijken niet van zins aan enige oplossing te werken en hebben in principe geen boodschap aan dit soort problematiek, tenzij het geld kost.
Onderstaand een bericht op de website van uw collega’s (LHV).
Ik vind u een sympathieke organisatie, niets meer en niets minder.
Sterkte met het werven van praktijkhouders!
Onbegrip over afwijzing alternatieven jaarverantwoording
Onbegrip over afwijzing alternatieven jaarverantwoording
08 september 2021
Het kabinet blijft doof voor onze bezwaren tegen de verplichting om voortaan elk jaar een lange vragenlijst over de financiële huishouding in de huisartsenpraktijk te beantwoorden. Onze aangedragen alternatieven schuift staatssecretaris Blokhuis van VWS terzijde. Dit blijkt uit de brief die hij over de regeling Jaarverantwoording Wmg aan de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Het kost een praktijkhouder 2 uur volgens de staatssecretaris om een vragenlijst in te vullen die misschien wel meer dan 100 vragen gaat tellen. Hoeveel vragen het precies zullen zijn is nog niet bekend: naast de 65 vragen van het ministerie gaan toezichthouders IGJ en NZa (en mogelijk het CBS) er nog een trits voor eigen gebruik aan toevoegen.
54.000 uren voor zorg gaan verloren
Zelfs al zou het beantwoorden van de vragen de geschatte 2 uur per zorgaanbieder kosten, dan nog gaan er bij 27.000 kleinschalige zorgaanbieders die onder de nieuwe regels gaan vallen in totaal 54.000 kostbare uren per jaar verloren die rechtstreeks ten koste gaan van de zorg voor patiënten.
Eerstelijnscoalitie heeft goede alternatieven
We hebben de staatssecretaris in gesprekken en per brief alternatieven aangeboden voor de in onze ogen tijdverslindende en overbodige vragenlijsten. Dit doen we gezamenlijk als Eerstelijnscoalitie, een samenwerkingsverband van de eerstelijnsorganisaties InEen, KNGF, KNMP, KNMT, KNOV, LHV, LVVP, NVM-mondhygiënisten en ONT.
De alternatieven houden primair het beter benutten in van bestaande informatie die allerlei instanties nu al uitvragen bij zorgaanbieders. Ze houden enerzijds het doel van het ministerie voor ogen, namelijk maatschappelijke verantwoording afleggen over de besteding van de collectieve middelen. Anderzijds zorgen de alternatieven in tegenstelling tot de vragenlijsten van VWS niet voor onnodige extra regeldruk.
Overhaaste invoering is vragen om problemen
In zijn brief aan de Tweede Kamer geeft de staatssecretaris nu aan de alternatieven naast zich neer te leggen. Tegelijkertijd geeft hij aan de regeling Jaarverantwoording Wmg met stoom en kokend water te willen vaststellen, namelijk uiterlijk 21 september 2021.
Dat zou betekenen dat zorgaanbieders een minimale 3 maanden hebben om de nieuwe regels tot zich te nemen en zich erop voor te bereiden. De Eerstelijnscoalitie ziet dat als het paard achter de wagen spannen: zo roep je een administratieve chaos over je af terwijl je zorgaanbieders op zijn minst een zorgvuldige voorbereiding mag gunnen.
Verantwoordingsregeling onderdeel breder pakket maatregelen
De vragenlijsten voor de jaarlijkse financiële verantwoording vloeien voort uit bredere wetgeving gericht op het bestrijden van fraude en versterken van het toezicht in de zorg. In de eerder aangenomen Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) zijn nog meer verplichtingen opgenomen, zoals een meldplicht, vergunningsplicht en eisen aan de bestuursstructuur.
(Ont)Regel de Zorg alleen met de mond beleden
Al bijna 5 jaar lang proberen wij met de Eerstelijnscoalitie constructief mee te werken aan de wet. Tegelijkertijd moet de coalitie zich permanent inspannen om de regeldruk niet onnodig op te laten lopen. Op het ministerie lijkt de met de mond wel beleden wens om de zorg te ‘ontregelen’ toch telkens weer ondergeschikt aan het belang van het opstellen van nieuwe regels.
Het verzamelen van informatie uit allerhande vragenlijsten lijkt een doel op zich geworden, in plaats van een middel om misbruik van zorggelden aan te pakken. De coalitie heeft meerdere malen duidelijk gemaakt dat de verantwoordingsregeling onuitvoerbaar is voor kleinschalige zorgaanbieders en bovendien niet nodig aangezien fraude in de eerstelijnszorg nauwelijks voorkomt en door deze nieuwe regeling ook niet voorkomen gaat worden.
Verplichte accountantsverklaring is vervallen
Gelukkig hebben we met de Eerstelijnscoalitie op een aantal belangrijke punten het ministerie van VWS al wel weten te overtuigen de regels aan te passen. Zo zouden aanvankelijk alle zorgaanbieders naast de financiële verantwoording ook elk jaar een vele uren en miljoenen euro’s verslindende accountantsverklaring moeten opleveren. Die verplichting is er nu alleen nog voor grote zorginstellingen, namelijk die met een omzet van meer dan 12 miljoen euro.
Lees meer over het thema Wtza
Nieuws
Eerstelijnscoalitie nog vol in dialoog over verplichte jaarverantwoording
Tijdens het zomerreces hebben Tweede Kamerleden Aukje de Vries (VVD) en Joba van den Berg (CDA) schriftelijke vragen gesteld aan de minister voor Medische Zorg en Sport over de uitvoering van de motie jaarverantwoordingsplicht. De Kamerleden onderstrepen hiermee het belang van de oproep van de Eerstelijnscoalitie nogmaals met open vizier in gesprek te gaan over inhoudelijke alternatieven om de regeling beter aan te laten sluiten op het kleinschalige karakter van de eerstelijnszorg.
Verplichting accountantsverklaring van de baan, nog steeds extra administratieve lasten
Er is géén accountantsverklaring nodig voor kleine zorgaanbieders met kortweg een netto omzet t/m €12 miljoen. Dat heeft minister van Ark de Tweede Kamer laten weten in een brief over de jaarverantwoording op 7 juni. In dit bericht leest u meer over onze reactie, onze brieven en de gesprekken met minister van Ark.
Nieuwe regels jaarverantwoording onbetaalbaar en onuitvoerbaar
Een jaarlijkse accountscontrole, een jaarrekening volgens een vast model én een bestuursverslag voor huisartsenpraktijken? Als het aan het ministerie van VWS ligt wel. De nieuwe regeling waar dit in staat, is voor ons onaanvaardbaar en kost de eerstelijn jaarlijks minstens 100 miljoen euro. In dit bericht leest u waarom wij vinden dat de regeling terug naar de tekentafel moet.
Print
Wij helpen u graag!
Contact
HAweb
LHV Academie
Huisartsenkringen
Vacaturebank & praktijkmatch
Lid worden
De LHV
Over de LHV
LHV-huisartsenkringen
LHV in de media
Pers
Privacy en cookies
Bezoekadres
“Domus Medica”
Mercatorlaan 1200
3528 BL Utrecht
Routebeschrijving
Contact
085 – 04 80 000
Stel een vraag per mail
© LHV – 2021