In deze periode, waarin zorgverzekeraars de resultaatbeloningen ‘Doelmatig/ Formulariumgericht voorschrijven’ communiceren, komt bij vele praktijkhouders de vraag naar boven wat nu eigen bedoeld wordt met de prestatie ‘doelmatig voorschrijven’?
De prestatiebeloning is altijd een bezuinigingsmaatregel geweest. Enerzijds door de besparing op farmaceutisch gebied maar anderzijds omdat veel van de prestatiebeloningen uiteindelijk niet uitgekeerd wordt. De uitvoering was in afgelopen jaren totaal niet transparant te krijgen, bovendien bleken ook voorschriften door collega’s bij de huisarts mee te tellen. De specialist had geen prikkel het eigen voorschrijven te veranderen, en “gunde” de patiënt heel gemakkelijk een medische noodzaak tot een spécialité. Per 2018 is naar een andere methode op basis van Formulariumgericht voorschrijven van de huisarts zelf gekeken. Helaas is ook dit van begin af aan problematisch geweest omdat niet duidelijk werd welke tools en afkappunten zouden worden gehanteerd.
In de uitvoering blijkt nu dat zorgverzekeraars er zeer verschillend mee om zijn gegaan. Wat opvalt is dat achteraf, o.b.v. statistiek wordt gekeken bij welke verdeling het potje geld het beste wordt verdeeld.
Bij VGZ volgt dan de bespottelijke verdeling:
- <95,17(!!!) doelmatigheid: geen vergoeding.
- Tussen 95.17-96,10 vergoeding 15ct per pt
- Tussen 96,11-96,79% vergoeding 30ct per pt
- >96,80 vergoeding 80ct per pt.
Het lijkt ons dat getallen boven de 90% tot grote vreugde zouden moeten stemmen, zeker daar huisartsen weten dat niet elke patiënt zich volgens een protocol of onderzoek laat vangen. Nu onderscheid te maken in categorieën van 1% zou lachwekkend zijn als het niet zo schofferend was voor de beroepsgroep. Helemaal schokkend nu zichtbaar wordt tot welke omzetdalingen (vele duizenden euro’s!) dit leidt bij collega’s in VGZ-gebied. Daarnaast beloond VGZ ook op elementen van het oude doelmatig voorschrijven waaronder voorkeur insulines nieuwe gebruikers waarbij huisartsen niet zelden 0 nieuwe insulines voorschrijven en daarmee 0 Euro als beloning krijgen voor deze indicator.
Andere zorgverzekeraars zijn er gelukkig ruimer mee omgegaan, omdat men zich bewust is dat dit soort ridicule verschillen niet uit te leggen zijn.
Helaas zijn ons signalen ter ore gekomen dat voorschriften door derden soms toch werden meegenomen in de berekening. De LHV heeft aangegeven hierover in gesprek te zijn met de zorgverzekeraars.
Grenzen bereikt
Het hele proces is dus weinig transparant. Het is amper te controleren of een daling in beloning verwijtbaar is aan de huisarts zelf of een resultaat is van willekeur. De huisartsenzorg staat voor kwalitatief goede en zinnige zorg. Door onze unieke werkwijze kunnen we dit tegen relatief lage kosten doen. Hier blijft iedereen zich keihard voor inzetten, maar de grenzen lijken wel bereikt. Nu we het idee krijgen dat prestatiebeloningen alleen nog maar ingezet worden voor kostenbesparing, en zorgverzekeraars prominent op de stoel van de huisarts proberen te gaan zitten, en we daarbij óók nog afgerekend worden op goedkope zorg, dan mogen we ons terecht kwaad gaan maken.
Na de afrekening van deze prestatiebeloning hebben velen onder ons de grens bereikt. Het kan niet zo zijn dat er steeds meer taken bij komen en flinke investeringen van ons gevraagd worden en we vervolgens door een steeds nauwere hoepel moeten springen om wat geld terug te kunnen verdienen!
S3 module knelt
Het argument dat het bij een prestatiebeloning om een extraatje gaat, is onjuist. Het gaat hier immers om serieuze bedragen die in het verleden naar S3 verplaatst zijn. 10% van het norminkomen zou in S3 moeten worden verdiend. Oftewel broodnodig voor een gezonde praktijkvoering: dit zou zonder zulke knellende voorwaarden moeten worden ingezet! Door de huidige eisen blijven de nodige budgetten uiteindelijk bij de zorgverzekeraars op de plank liggen. Individuele praktijken spreken al over 2.500-10.000 Euro verschil t.o.v. de prestaties in 2017.
De zachte dwang van deze S3-module knelt te veel. Zoals gesteld, zit het in ons DNA en opleiding om te kiezen voor het meest doelmatige product. De grootste winst is daar inmiddels wel gehaald. Bovendien zien we toenemende problemen met beschikbaarheid van medicatie, en vooral veel verwarring bij patiënten over steeds wisselende pilletjes. Dit leidt tot frustratie en personeelsverloop in apotheken, en frustratie en extra consulten in de huisartsenpraktijk.
Einde prestatiebeloningen
Veel collega’s schreeuwen om een einde aan de ondoorzichtige prestatiebeloningen. Ze kosten veel tijd, en die tijd en inspanning worden niet voldoende vergoed, blijkt pas aan het einde van het jaar. Het moge inmiddels ook duidelijk zijn dat de huisarts al behoorlijk zwaar belast is. We zouden daarom ook graag de spaarzame tijd die er is, inzetten voor onze basistaken.
De basiszorg moet worden versterkt, is onze mening. Zet in op versteviging segment 1, kijk zeer kritisch naar segment 2. Segment 3 is eventueel in te vullen voor lokale en regionale afspraken.
Het is tijd voor een verbeterd systeem met versterking van de basiszorg. De zorgverzekeraar heeft geen plaats in de spreekkamer!
Aan de zorgverzekeraars de oproep om de afweging te maken. Wilt u huisartsen als partners kunnen blijven beschouwen, zult u ook een ander pad in dienen te slaan. Het zou VGZ ons inziens passen te beginnen met een kritische beschouwing op het afgelopen proces, en aanpassing van de voorwaarden met terugwerkende kracht.
Meer informatie
Meer informatie over ‘Doelmatig/ Formulariumgericht voorschrijven’ en de oorspronkelijke doelstellingen vindt u ook op de LHV website.
Goed te horen dat meerdere deze bespottelijke vertoning van VGZ is opgevallen!
Wat laten we ons als huisartsen toch makkelijk “piemmelen” door de verzekeraars…
v/d Linden.
Mijn voorstel is om alle huisartsen alleen nog maar de originele medicatie te laten voorschrijven, mn daar waar nog patent op zit. Ik denk dat we binnen 3 maanden bij de verzekeraars zichtbaar hebben wat we al jaren hebben bespaard.
Het enige wat indruk kan maken is de kont keihard tegen de krib gooien, bijvoorbeeld zoals collega v/d Linden aangeeft. Echter gaan de apothekers overdwars, omdat deze dan ernstig gekort worden door de verzekeraar.
Misschien is het iets om iedere patiënt, die niet het preferente middel wil, rechtstreeks te verwijzen naar de medisch adviseur van de verzekering. Deze dokter is vast en zeker in staat de patiënt haarfijn uit te leggen waarom deze iets kostbaars wil en wat daar zo onzinnig aan is……………….. Het systeem is ziek en alleen out of the box denken kan het omver werpen. De patiënten hebben denk ik de sleutel tot verandering. Laten wij hen die geven!
Mijn HIS is ingesteld zoadat er uitsluitend generieke medicijnen de deur uit gaan. Specialité voorschrijven is wel mogelijk, maar pas na 2x bevestigen. In de regio zijn er afspraken met de apothekers dat die vervolgens naar preferentie uitleveren en zo nodig nog in gesprek mogen gaan met de patiënten om te overtuigen dat generiek vaak toch verdragen wordt. Deze structuur bestaat nu een aantal jaar. Wat schetst mijn verbazing? Mijn doelmatigheid in voorschrijven is aanzienlijk verminderd met tot gevolg een korting van 62,5%. Moet ik nu een assistente vrij maken om dit uit te zoeken? Moet ik met de apotheker in gesprek op zoek naar de oorzaak? Moet ik het VGZ bellen?
Hoeveel tijd moet ik gaan investeren om de gestolen €1000,= terug te halen?
Ik heb besloten dit niet meer te doen. Voor mij geen doelmatigheid meer.
Wie wist er trouwens dat er nergens is vast gelegd dat er eerst 3 generieke medicijnen moeten worden uitgeprobeerd? Is een regel die de huisartsen en apothekers hebben afgesproken om te komen tot bewezen intolerantie. Is uit monden van het VGZ geen eis die zij hebben gesteld. Doe er je voordeel mee.