Op dit moment is de stand van zaken zo dat bij inschrijving op naam van een patiënt bij een praktijkhoudende huisarts, deze inschrijving inhoudt dat de patiënt de beschikbaarheid heeft van het hele integrale pakket aan huisartsgeneeskundige zorg, 24 uur per dag en 7 dagen per week, dus inclusief de ANW-spoedzorg. Dit werd nog eens bevestigd door de rechter (blog) in juni 2018. Als de ingeschreven patiënt verblijft in een Wlz-instelling (Wet langdurige zorg) met het zorgprofiel ZONDER behandeling, waarmee de huisartsenzorg onder de Zorgverzekeringswet valt, en de huisarts heeft een overeenkomst gesloten met een geclusterde woonzorginstelling (GWZ), dan hebben deze patiënten via de aansluitovereenkomst met de huisartsendienststructuur (HDS) hetzelfde recht op zorg vanuit deze huisartsenpost (HAP) als de inschreven patiënten zónder Wlz-indicatie.
Complexe zorg met hoge zorgintensiteit
24-uurs toezicht bij deze kwetsbare Wlz-populatie betekent ook dat de context waarbinnen ANW-spoedzorg moet worden verricht een specifiekere competentie vraagt van de spoedarts. En dus is het gewenst dat als huisartsen tijdens de dienst op de huisartsenpost (HAP) bij deze patiënten geroepen worden, zij bekwaam zijn de benodigde medische zorg te leveren, dan wel de mogelijkheid hebben in ANW-tijd een specialist te consulteren, bv. de specialist ouderengeneeskunde (SO) of de arts verstandelijk gehandicapten (AVG). Ook moet de huisartsenpost er zeker van zijn dat de instelling aan de juiste randvoorwaarden voldoet, te weten dat zij (o.a.) 24/7 moet zorg dragen voor voldoende verplegend en verzorgend personeel en voor beschikbaarheid van specialistische zorg, dus ook tijdens de ANW-tijd. De GWZ moet op basis van de Wet kwaliteit klachten geschillen in de zorg (Wkkgz) overeenkomsten sluiten met alle zorgverleners die binnen haar muren zorg verlenen. Dit betekent dus ook dat de GWZ een overeenkomst moet sluiten met de huisartsenpraktijk en huisartsenpost. Daar komt bij dat het kwaliteitskader verpleeghuiszorg ook van toepassing is op zorg in de GWZ (blog). De LHV zegt deze eis al te hebben verwerkt in de herziene leidraad medische zorg in kleinschalige/geclusterde woonzorginstellingen en de modelovereenkomst (artikel 2.4), beiden van november 2018. Kortom niet alleen de inhoudelijke zorg in een GWZ is complexer en intenser, maar ook de samenhang met de organisatie en regelgeving.
Staan hier dan óók extra verdiensten tegenover?
Het uurloon van de praktijkhoudende huisarts voor ANW-zorg wordt bepaald door de NZa. Dit uurloon is een vaste vergoeding en heeft geen relatie met complexiteit van zorg en/of het aantal geleverde ANW-consulten:
Tabel: ANW-verrichtingen in huisartsendienststructuur (HDS)
Prestatie | 2019 (maximumtarief) | 2020 (maximumtarief) |
Dienstuur HDS | 76,57 euro | 78,00 euro |
Opslag dienstuur HDS | 15,00 euro | 15,00 euro |
De opslag van maximaal 15 euro bovenop het reguliere ANW-uurtarief kan worden aangevraagd bij de zorgverzekeraar (contract!) indien sprake is van een extra patiëntenstroom door ombuiging van ziekenhuiszorg of bijvoorbeeld van ambulancezorg naar huisartsenzorg. Echter deze opslag wordt niet gebruikt voor ANW-zorg in een GWZ aan Wlz-cliënten. Daar geldt een andere regeling voor. De waarneemtarieven op de HAP zijn daarentegen vrije tarieven en de minister sprak zich recent (3.7.2019) nog uit zich hiermee niet te gaan bemoeien: “dat is aan de beroepsgroep zelf”.
Extra regeling voor ANW-spoedzorg in een GWZ aan Wlz-cliënten
Voor ANW-zorg aan Wlz-cliënten kan de huisarts naast het bruto uurtarief (Tabel boven) een extra vergoeding krijgen, conform de zogenaamde 1/3-1/3-1/3 regel, mits hier wél een overeenkomst met de verzekeraar aan ten grondslag ligt.
Beleidsregel Huisartsdienststructuur: info over deze extra regeling
Beleidsregel HDS (2019): hoofdstuk 5.6 en 6.2: Citaat: “Van de feitelijk genoten inkomsten uit contractueel overeengekomen huisartsenzorg aan patiënten in Wlz-instellingen en/of penitentiaire inrichtingen dient eenderde ter dekking van de kosten van de huisartsendienstenstructuur. Eenderde van deze inkomsten kan worden ingezet voor opbouw van de RAK. Maximaal eenderde van deze inkomsten in jaar t kan aan het eind van jaar t als bonus worden uitgekeerd aan de deelnemende huisartsen, indien hierover een overeenkomst is gesloten tussen de desbetreffende HDS en de representerende zorgverzekeraars. Indien er geen overeenkomst is, worden deze inkomsten toegevoegd aan de RAK”. NB: RAK = Reserve Aanvaardbare Kosten. “De hoogte van het maximumtarief voor contractueel overeengekomen huisartsenzorg aan patiënten in Wlz-instellingen is maximaal tweemaal de hoogte van het vaste tarief van een telefonisch consult, consult of visite of maximaal tweemaal het maximale budgetbedrag per inwoner”. |
Kosten voor de burger bij bezoek HAP
Het consulttarief dat de burger betaalt is afhankelijk van de opgestelde regionale HDS-begroting en het aantal contacten dat deze HAP per jaar heeft. Met elk betaald contact met de HAP wordt een deel van de jaarbegroting ingelopen. Dit kan betekenen dat, afhankelijk van in hoeverre de werkelijke contactfrequentie (met exploitatie) de verwachte contactfrequentie ook benadert (met begroting), de consultprijs enkele malen per jaar, met toestemming van de NZa, kan wijzigen (dalen/stijgen). Hier de laatste landelijk geldende tarievenlijst bij bezoek aan een HAP. Extra inkomsten voor de huisarts bij spoedzorg aan Wlz-cliënten bovenop het vaste NZa-uurtarief zijn, zie bovenstaand kader, dus niet limitatief en zijn per HAP anders.
Extra bonusregeling geldt alléén voor Wlz-indicatie MET behandeling
Hoewel in de Beleidsregel HDS (19138) staat vermeld (zie kader) dat de 1/3-1/3-1/3 regeling geldt voor huisartsenzorg aan “patiënten in Wlz-instellingen”, blijkt bij navraag bij de NZa dat de regeling alléén geldt voor Wlz-cliënten met indicatie MET behandeling. Wlz-zorg ZONDER behandeling valt onder het reguliere Zvw-regime (Zorgverzekeringswet), inclusief de ANW-spoedzorg. Bij Wlz-zorg MET behandeling verleent de HDS tegen betaling een dienst aan een instelling/GWZ die voor deze patiënten in eerste instantie zelf verantwoordelijk is deze zorg te borgen. De opbrengsten en kosten van zorg aan Wlz-geïndiceerde patiënten met behandeling vallen voor de HDS en de zorgverzekeraar buiten het Zvw-kader. De 1/3-1/3-1/3 regeling voor Wlz-zorg met behandeling heeft zo bij nacalculatie invloed op het inkomen van de huisarts en neutraliseert schommelingen in de financiële buffer van de HDS (de RAK) die deze aanvullende inkomsten en kosten met zich mee kan brengen. Met deze regeling werken zo aanvullende kosten en inkomsten niet door op het HDS-tarief per verrichting horend bij de Zvw. Dat laatste bepaalt namelijk bij gebrek aan ontschotting de kosten voor de zorgverzekeraar
Hoeveel HDS’en maken gebruik van deze regeling?
De NZa meldt: “Op basis van de gegevens uit de jaarrekeningen is bekend dat ongeveer een derde van de HDS’en contractueel overeengekomen Wlz-zorg leveren. Van die HDS’en geeft twee derde aan een afspraak te hebben dat zij de huisarts extra belonen”. Wetende dat er 118 huisartsenposten zijn georganiseerd in 50 huisartsendienststructuren (Benchmark 2017, InEen), dan leert een eenvoudige rekensom dat praktijkhoudende huisartsen op slechts 26 HAP’s, georganiseerd in 11 HDS-sen naast hun uurtarief een extra vergoeding krijgen voor hun ANW-spoedzorg aan Wlz-cliënten in een instelling.
Conclusie
Voor Wlz-zorg, gegeven door huisartsen in instellingen, gelden in 2019 in toenemende mate wetmatige en organisatorische verplichtingen. Voor ANW-spoedzorg door huisartsen voor Wlz-cliënten met behandeling, te betalen via de Wlz, is voor de HDS en de huisarts een extra bonusregeling in zwang. Voor de deelnemende huisarts kan een derde van deze extra HDS-inkomsten aan het eind van het jaar als toeslag worden uitgekeerd, mits een overeenkomst met de zorgverzekeraar hierover aanwezig is. Slechts 32% van de HDS’en kent een dergelijke regeling, waarbij ik gemakshalve aanneem dat méér dan 11 HDS’en ANW-spoedzorg leveren aan Wlz-clienten met behandeling. Toch?
Bij het recente uitstel van de integrale financiering ten behoeve van ALLE Wlz-clienten, een financiering waarbij conform het advies van Zorginstituut Nederland (ZiN) alle Wlz-clienten de status van MET behandeling zouden krijgen, is door de minister hierbij onder andere het argument genoemd dat invoering van deze nieuwe financiering zou leiden tot een te groot risico wat betreft de toegang tot de ANW-spoedzorg. (blog/blog).
Beste lezer, ik kan me zo voorstellen dat over de selectieve en beperkte inzet enerzijds van het intensieve zorgtarief bij de Wlz dagzorg (vorige blog) en anderzijds van de hier besproken bonusregeling bij de Wlz ANW-spoedzorg, het laatste woord nog niet is gezegd. Inclusief de fundamentele vraag of dit onder de huidige omstandigheden nog wel huisartsenzorg is.