Bij de doorstart van het LSP is geen rekening gehouden met de bezwaren van de Eerste Kamer. Daardoor zitten we nu in de ogen van Marc Huygen met een wanproduct dat een fundamentele bedreiging vormt voor de arts-patiëntrelatie. “De discussie gaat meestal over het gebrek aan veiligheid voor de patiënt. Maar het grote probleem is juist dat het LSP niet veilig is voor mij als huisarts!” En dan bedoelt hij niet de inbraakgevoeligheid. “Incidenteel zal er best eens wat misgaan, maar dat is inherent aan werken met een computer. Dat is niet waar ik wakker van lig. Wat ik wel zorgwekkend vind, is dat het beroepsgeheim in deze constructie onvoldoende beschermd is. Als een patiënt mij geheimen in vertrouwen vertelt, en ik door het LSP het beroepsgeheim ongemerkt schend doordat deze vertrouwelijke informatie ongevraagd gedeeld wordt met andere hulpverleners (doktersassistentes en waarnemend huisartsen) aan wie ik als huisarts niet expliciet toestemming heb gegeven om deze informatie te delen dan kan de patiënt mij daarop aanspreken en zelfs naar de rechter stappen. Daar is duidelijk niet goed over nagedacht.”
Loopt het echt zo’n vaart? Zijn de bezwaren tegen het LSP niet vooral theoretisch?
Niks daarvan, stelt Huygen. Als er iets theoretisch is, zijn het wel de redenen om het LSP in te willen voeren. Er wordt altijd geschermd met het hypothetische geval van iemand die niet aanspreekbaar binnenkomt bij een vreemde huisarts, maar dat is in zijn ogen een non-probleem. “Ik ben al 30 jaar huisarts, en ik heb in die tijd met gebrekkige informatie leren omgaan. Nu lijkt het ineens alsof ik die 30 jaar gevaarlijk heb zitten dokteren. Wat een onzin! Er wordt een oplossing gecreëerd voor een situatie die de meeste artsen niet als een probleem ervaren. Dit is typisch bedacht vanachter een bureau. Ik kan nog steeds een hele goede inschatting maken, ook als ik niets van een patiënt weet. Daar zijn we namelijk voor opgeleid.”
Ruis
We kunnen het volgens Huygen beter hebben over de dingen die niet hypothetisch zijn, zoals de vertrouwensrelatie tussen arts en patiënt die op de tocht staat. “Mensen hebben geen flauw benul wat er in de spreekkamer allemaal wordt uitgewisseld aan vertrouwelijke informatie, van vreemdgaan tot financiële of politieke items die de voorpagina van de krant zouden kunnen halen. Voor een goede uitoefening van ons vak is het noodzakelijk dat de patiënt erop kan vertrouwen dat de informatie die hij in vertrouwen verstrekt, ook binnenskamers blijft. Ik wil me niet bij alles af hoeven te vragen of ik dit wel op kan schrijven met het oog op de privacy. Dat is een enorme vervuiling van het medisch handelen en legt een bom onder de vertrouwensrelatie.”
Als een handtekening die alles opengooit niet wenselijk is, is het dan misschien een optie om patiënten de informatie per keer te laten autoriseren? Nee, vindt Huygen. “Dat zou inhouden dat je in elk consult het onderwerp ‘privacy’ zou moeten aansnijden. Dat kost veel tijd en heeft niets te maken met inhoudelijke zorg. Dat zou een enorme ruis betekenen.”
Omgekeerde wereld
Voor het argument dat dokters hun patiënten tekort doen met hun verzet tegen het LSP, is hij niet gevoelig. Sterker nog, dat is de omgekeerde wereld. “Ik doe niemand tekort, integendeel. Het zijn juist degenen die het LSP willen invoeren, die mensen tekort doen. Iedereen doet alsof dit systeem de normaalste zaak van de wereld is, terwijl nooit is aangetoond dat het echt werkt en veilig is. Als patiënten dit LSP systeem wel willen, gaan ze maar naar een andere huisarts toe.”
Misbruik
Een ander punt van zorg is dat het LSP zich ook leent voor misbruik. Huygen is bang voor oneigenlijk gebruik van de data, bijvoorbeeld door overheid en zorgverzekeraars. “Het systeem wordt klaargestoomd voor het LSP en op het moment dat dat een feit is, is het een wapen in handen van de zorgverzekeraars.
Als dit plan in 2015 echt tot beroepsnorm verheven wordt, kun je erop wachten dat artsen die er niet in mee willen gaan in 2016 geen contract krijgen met de zorgverzekeraars.” Of hij zich verraden voelt? “Onvoldoende betrokken, niet goed geconsulteerd en gedwongen tot iets door mijn eigen beroepsgroep… Ja, ik denk dat verraden wel het goede woord is.”
Alternatieven
Exit LSP dus? In deze vorm wel, maar dat betekent niet dat er geen serieuze alternatieven mogelijk zijn. Er valt met hem best te praten over het uitwisselen van informatie over medicatie en allergie voor bepaalde medicijnen. Maar alleen als het beroepsgeheim gegarandeerd is, de IT-veiligheid voor de patiënt goed is gewaarborgd en de 5 consultregels die nu standaard zijn, het veld hebben geruimd. En regionale uitwisseling als alternatief? “Dat is flauwekul. Dat is gewoon meer van hetzelfde en niet de oplossing.”
De enig denkbare oplossing is wat hem betreft een soort EPD met een gewaarborgde solide en beter beveiligde ICT-structuur. “Als die structuur een feit is, mogen gegevens over medicatie en allergie er van mij in. Heb ik er vertrouwen in dat dat gaat gebeuren? Absoluut niet! Het College Bescherming Persoonsgegevens heeft een aantal jaren geleden al geschreven dat een landelijk EPD zonder toestemming van de patiënt niet mag gebeuren, omdat het neerzetten van vertrouwelijke informatie in zo’n grootschalige omgeving privacyondermijnend is. Het College noemde het EPD ‘niet wenselijk tenzij een individuele patiënt alsnog uitdrukkelijk toestemming verleent na uitgebreide voorlichting van voordelen en bezwaren’.”
Dat we desondanks nu toch op die rijdende trein zitten, is volgens Huygen ook de schuld van de artsen zelf. De voorlichting aan de patiënten laat te wensen over en veel artsen onderschatten de ernst van de situatie. “Er wordt veel te makkelijk gedaan over het zetten van die handtekening in de spreekkamer. Het is nu iets dat tussen neus en lippen door wordt gevraagd aan de patiënt. Als er echt goede voorlichting gegeven zou worden over de consequenties van het LSP, ben ik ervan overtuigd dat nog maar heel weinig artsen mee zouden werken. “