Vaak geldt: geen nieuws is goed nieuws. Maar als het gaat om de ANW-zorg is het beter om de vinger aan de pols te houden. Op zoek naar werkbare alternatieven lanceerde de VPH een aantal jaar geleden het idee voor een Spoedeisende Medische Dienst (SEMD). Inmiddels proberen verschillende regio’s hiervoor een pilot op te zetten. Tijd voor een update.
De problemen in de ANW-zorg zijn bekend. Naast een drukke dagpraktijk worstelen steeds meer huisartsen met de ANW-diensten. Gebrek aan opvolgers heeft geleid tot meer diensten voor de overgebleven praktijkhouders. Tel daarbij op dat veel patiënten de ANW-dienst zien als een service met verruimde openingstijden van hun eigen huisartsenpraktijk, of als alternatief voor een niet bereikbare GGZ of thuiszorg, en je hebt een recept voor een dokter met stress. Het aantal huisartsen dat niet op vakantie kan, bij ziekte doorwerkt en overspannen raakt, omdat ze hun diensten niet kwijt kunnen, stijgt al jaren. Het huidige systeem barst uit zijn voegen en de rek is er totaal uit.
Dat gevoel wordt breed gedragen. Daarom sloegen de Vereniging voor Praktijkhoudende Huisartsen (VPH), LHV en Ineen vorig jaar de handen ineen. Binnen de werkgroep ANW-zorg werken ze samen aan serieuze alternatieven voor de ANW-zorg. Quick wins waren animaties die werden ontwikkeld voor doelgroepen die veelvuldig gebruikmaken van de HAP, om hun bewustzijn rondom spoedzorg te vergroten. Daarnaast werd er een toolkit gemaakt met goede voorbeelden van huisartsen en huisartsenposten die werken aan betere zorg en een lagere werkdruk. Waardevolle initiatieven, maar dat zijn variaties op het bestaande stramien. De echte winst moet wat VPH betreft uit een andere hoek komen: een meer structurele oplossing in de vorm van een andere systematiek.
Ontkoppeling en ontschotting
VPH pleit al sinds 2012 voor een Spoedeisende Medische Dienst (SEMD). Kernwoorden: ontkoppeling en ontschotting. Dit plan gaat uit van het idee dat spoedeisende hulp niet alleen op het bordje van huisartsen thuishoort, maar een gezamenlijke verantwoordelijkheid is van alle professionals in de zorg, van Thuiszorg tot GGZ. In dit model komt er één spoedeisende dienst die zowel de huisartsenpost als de basisspoedzorg op de SEH, de crisis GGZ en acute thuiszorg gaat vervangen. De contractuele verplichting voor ANW-zorg verschuift dan van de huisartsen naar de SEMD. Kernwoorden voor dit model zijn ontkoppelen en ontschotten. Ontkoppelen betekent dat de reguliere dagzorg en de spoedzorg niet meer één onlosmakelijk geheel zijn op het niveau van de individuele praktijkhoudende huisarts. Dat huisartsen als beroepsgroep een cruciale rol vervullen in het organiseren en verlenen van de feitelijke acute zorg blijft daarbij vanzelfsprekend.
Ontschotten betekent dat spoedzorg niet langer per zorgsoort, aanbieder of organisatie wordt aangeboden, maar integraal door diverse professionals vanuit een organisatorisch geheel. Spoedzorg wordt daardoor ook een teamverantwoordelijkheid, met alle voordelen van dien. Die opzet maakt het ook makkelijker om bijvoorbeeld substitutie- en specialisatie van taken te realiseren.
De belangrijkste leidraad bij de triage is de vraag waar en door wie een patiënt het beste geholpen kan worden. Dat zorgt ervoor dat patiënten met een spoedvraag snel bij de juiste professional terechtkomen. Beter voor de patiënt en beter voor de huisarts.
Pilots
VPH heeft dit model ingebracht in het overleg met de LHV en InEen. Vorig jaar werd in goed overleg besloten om een aantal pilots te starten om te kijken waar de kansen liggen en wat er nodig is om de ANW-zorg te moderniseren en een toekomstbestendig model op poten te zetten. De SEMD is daar één van. Marien Gramser volgt de ontwikkelingen met interesse. Gramser is als zelfstandig adviseur door de VPH gevraagd ondersteuning te bieden bij het realiseren van dit concept. Persoonlijk kent hij het concept vanaf 2014, uit de tijd dat er door de zorgverzekeraars een landelijke blauwdruk ontwikkeld werd voor de inrichting van de acute zorg. Kernbegrippen daarbij waren concentratie van complexe spoedzorg en integratie van basis spoedzorg. Het SEMD-concept was daarbij een van de mogelijkheden om die integratie te realiseren.
Hoe kijk jij aan tegen het ANW-probleem?
‘Er wordt te veel gedacht vanuit het aanbod. Het ‘klantperspectief’ komt veel te weinig uit de verf. Het is hoog tijd dat zorgprofessionals zich meer gaan verplaatsen in de patiënt. Eén aanspreekpunt voor patiënten creëren is daarbij een logische stap. Mensen direct verwijzen naar de juiste plek klinkt simpel, maar is helaas bijzonder complex. Dat komt doordat nu verschillende organisaties stukjes van de zorg voor hun rekening nemen en niemand het geheel overziet. Die versnippering is een serieus probleem. Dat vraagt om meer dan alleen een betere samenwerking. We moeten nadenken over een wijziging van het systeem.’
Hoe past de SEMD daarin?
‘VPH kwam al in 2012 met de eerste plannen voor een SEMD: een zelfstandig organisatorisch verband waarin diverse zorgprofessionals samenwerken. Gewoon alles op een hoop vegen en het samen doen. In die simpelheid schuilt een enorme kracht, waardoor de SEMD meer kan zijn dan een optelsom van de losse onderdelen. De problemen waar men toen tegenaan liep – toegenomen vraag, minder personeel, versnippering van de zorg– zijn alleen maar toegenomen. Het pleidooi voor versimpeling van het model was in al zijn eenvoud ijzersterk en zijn tijd ver vooruit.’
Zie jij de SEMD als het ei van Columbus?
‘Het is geen alles of niets-verhaal. In de zorg bestaat er geen one size fits all. Daarvoor is Nederland veel te divers. Iets kan in Amsterdam prima werken, terwijl het in Friesland helemaal niet nodig is. Daarom moeten we vooral per regio kijken wat wenselijk en mogelijk is. Misschien kan de SEMD voor een aantal regio’s de oplossing zijn om ANW-zorg overeind te houden.’
Waar staan we inmiddels met de pilots?
‘Op verschillende plekken in het land zijn partijen enthousiast aan het experimenteren met nieuwe vormen van samenwerking. Daarbij gebeuren mooie dingen, maar met name de pilots die gestart zijn op basis van het SEMD-concept lopen inmiddels wel tegen hun grenzen aan. Dat is ook niet zo gek, want ze moeten opereren binnen bestaande systemen en financieringsstructuren. Dat resulteert er bijvoorbeeld in dat de SEH en de HAP wel een gezamenlijke ingang hebben, maar dat het aan de achterkant nog gewoon twee gescheiden organisaties zijn. Of dat de HAP een patiënt voor diagnostische faciliteiten van het ziekenhuis eerst moet doorverwijzen naar de SEH. Dat is niet uit te leggen. Er zijn allerlei praktische drempels die echte samenwerking in de weg staan.’
Wat zijn de belangrijkste knelpunten?
‘Ten eerste is er zoals gebruikelijk angst voor échte verandering. Iedereen wil samenwerken, maar als je daarvoor iets moet inleveren, wordt het ineens een stuk minder aantrekkelijk. Een SEMD heeft consequenties voor bestaande werkprocessen en kwaliteitsstandaarden van professionals en organisaties. Dat is behoorlijk ingrijpend. Je moet dus goed nadenken in welke mate je taken en bevoegdheden kunt overhevelen en wat de grenzen zijn.
Ten tweede grijpt de SEMD ook in op de bekostigingsstructuur. In een ideale wereld volgt de financiering de zorg, maar in de praktijk is het helaas vaak omgekeerd. Alle partijen hebben hun eigen financiering en moeten daarbinnen hun eigen organisatie draaiend zien te houden. In ziekenhuizen is het nog steeds ‘uurtje factuurtje’, wat een belangrijke rol speelt. Als verandering ten koste gaat van de positie en/of omzet van organisaties of van professionals, ontstaat er weerstand.
Inmiddels is wel duidelijk dat het creëren van een nieuw model zoals de SEMD ingrijpender is dan gedacht en dat je er niet komt met ‘een beetje veranderen’. Maar dat is geen reden om het model niet nader te onderzoeken. Er is altijd wel iemand die uitlegt waarom het niet kan. Ik wil liever kijken wat er nodig is om te zorgen dat het wel kan.’
Wat moet daarvoor gebeuren?
‘Ten eerste moeten we het huidige concept nader uitwerken en duidelijker vertellen wat de voordelen van de SEMD zijn voor patiënten, professionals en organisaties. Ten tweede moeten we de regio’s die hiermee aan de slag willen maximaal ondersteunen. Dat vraagt om de oprichting van een veranderorganisatie die het proces faciliteert en de randvoorwaarden regelt. We moeten een veilige omgeving creëren zodat mensen de ruimte durven pakken om ermee aan de slag te gaan. Daarvoor is meer nodig dan een zak met geld, het vraagt ook om commitment. We moeten nu echt de volgende stap zetten, anders blijft het bij mooie woorden. De uitvoering ligt bij de professionals en hun organisaties, maar gezien het systeem doorbrekende karakter is er behoefte aan sturing vanuit VWS. Het is ook volgens VPHuisartsen nodig dat de SEMD opgenomen wordt in de agenda ‘Integrale Acute Zorg’ van VWS.
Het vraagt ieders inzet om dit concept te onderzoeken in de praktijk van alledag en de faciliteiten op te tuigen die daarvoor nodig zijn. Dat vraagt ook om leiderschap. Zonder duidelijke ondersteuning en sturing vanuit de overheid zullen de verschillende initiatieven gericht op het SEMD-concept nooit de eindstreep halen ben ik bang. We hebben inmiddels 7 jaar gepraat en je ziet dat zelfs diegenen die heel enthousiast gestart zijn, de energie verliezen. Het is hoog tijd om het nu gewoon eens te gaan doen!’
De VPH, LHV en InEen zijn samen aan de slag voor een betere organisatie van de ANW zorg. De Spoedeisende Medische Dienst is daarbij een van de oplossingsvarianten!
Waarom is het eigenlijk zo belangrijk om de ANW-Zorg overeind te houden? Vroeger dacht ik dat weliswaar ook maar ik ben inmiddels helemaal overtuigd van het tegendeel. Om 5 uur klaar, en ga buiten kantoortijd maar naar de eerste hulp. Wat is daar dan mis mee, palliatieve zorg? Dan kunne patienten toch ook worden opgenomen in ziekenhuizen en hospices? Ik denk dat het ontkoppelen van ANW en dagpraktijk juist een enorme bijdrage gaat leveren aan het overeind houden van de eerstelijnszorg. De toekomstige praktijkhouder krijgt niet meer een oneindige bak diensten over zich heen gekieperd, dat maakt het beroep vele malen interessanter. Verder teken ik bezwaar aan tegen samenwerking van VPH met InEen, want die hebben geen belang bij een scenario waarin de ANW-dienstverplichting verdwijnt. Het zijn ook geen risicodragers en geen artsen.