De winkeltjes van bakker Bruin en de andere leden van het bakkersgilde
Bakker Bruin had een winkeltje in een dorpje aan de Maas. Hij deed zijn best om voor al zijn dorpsbewoners het allerbeste brood van de wereld te bakken. Hij was apetrots op zijn bakkerij. Hij werkte van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Soms zelfs in het weekend als er iets bijzonders in het dorp te doen was. Als de fanfare optrad of met de jaarlijkse kermisweek. Dan wilden heel veel bezoekers ook van buiten het dorp, zijn lekkere krentenbollen en broodjes kopen. Hij stak er dan extra tijd in en deed zijn uiterste best. Dat hij zoveel tevreden klanten had, maakte van hem een baasje met tomeloze energie. Het motiveerde hem om met nieuwe producten te komen zoals lekkere abrikozentaartjes en luxe broodjes. Maar specialist was en bleef hij vooral in het bakken van zijn overheerlijke krentenbollen.